Shutterstock
Immuunsysteem – Immuuncellen bestrijden virus

Hoe werkt het immuunsysteem?

Een microscopisch virus vindt via de slijmvliezen zijn weg je neus in. Langzaam gaat het verder naar je cellen om die te infecteren en zich zo te verspreiden. Maar talrijke soldaten in je immuunsysteem staan paraat, en als ze de ongenode gast ontdekken, gaat het alarm af en wordt de cavalerie erbij gehaald.

Wat is het immuunsysteem?

Het immuunsysteem is de belangrijkste afweer van het lichaam tegen infecties met vreemde micro-organismen, zoals bacteriën, virussen, parasieten en schimmels.

Het immuunsysteem bestaat uit een aantal complexe verdedigingsmechanismen, die de taak hebben om ongewenste gasten te doden, op te ruimen en – niet onbelangrijk – er informatie over op te slaan. Zo leert het lichaam hoe het een virus of bacterie de volgende keer effectief kan verslaan.

Het immuunsysteem draait elke dag overuren, maar vaak merken we het pas als er een infectie ontstaat. Dan kunnen we klachten krijgen als koorts bij ziekte, of pijn en roodheid bij een ontstoken wond.

Tot de belangrijkste soldaten in de strijd tegen infecties behoren witte bloedlichaampjes. Ze worden in het beenmerg aangemaakt en vormen de basis voor verschillende immuuncellen van het aspecifieke en het adaptieve immuunsysteem.

Wat is het aspecifieke immuunsysteem?

Het aspecifieke immuunsysteem, ook wel het aangeboren immuunsysteem genoemd, is voorgeprogrammeerd om een aantal algemene kenmerken van bijvoorbeeld virussen of bacteriën te herkennen en deze aan te vallen zodra ze het lichaam binnendringen.

Het aspecifieke immuunsysteem bestaat uit verschillende celtypen, plasma-eiwit in het bloed en fysieke en chemische barrières zoals huid, haar, zweet, slijmvliezen, tranen en enzymen in het spijsverteringsstelsel.

De cellen van het aspecifieke immuunsysteem worden ingedeeld in granulocyten, macrofagen, naturalkillercellen en dendritische cellen.

Granulocyten zijn er als eerste bij

immuunsysteem granulocyten
© Shutterstock

Granulocyten zijn kleine immuuncellen die de chemische stoffen die door bacteriën en virussen worden uitgescheiden, kunnen opvangen.

Granulocyten worden beschouwd als de eerste verdedigingslinie van het immuunsysteem, omdat ze snel de bloedbaan kunnen verlaten om de binnendringende micro-organismen aan te vallen. Als de granulocyten de bacteriën of virussen bereiken, scheiden ze een aantal stoffen af die de microben en de immuuncellen zelf doden.

De dode micro-organismen en granulocyten vormen bijvoorbeeld pus in een wond. Granulocyten leven maar kort, en daarom maakt het lichaam er miljarden van aan.

Macrofagen zijn de veelvraten van het immuunsysteem

immuunsysteem macrofagen
© Shutterstock

Macrofagen, ook wel monocyten genoemd, zijn relatief grote immuuncellen, die via receptoren bacteriën, virussen, dode cellen en andere zaken die niet lijken op gezonde lichaamscellen, kunnen herkennen en afbreken. Anders dan granulocyten blijven macrofagen enkele maanden in leven en spelen ze ook een belangrijke rol in het adaptieve immuunsysteem.

De macrofagen presenteren namelijk brokjes van virussen of bacteriën, zogenoemde antigenen, aan de B-cellen en T-cellen van het lichaam, zodat die antistoffen kunnen vormen om bij de volgende ontmoeting met het betreffende micro-organisme snel te reageren.

Naturalkillercellen zetten zieke cellen aan tot zelfmoord

immuunsysteem naturalkillercellen
© Shutterstock

Naturalkillercellen of NK-cellen zijn een dodelijk type cellen. Ze vallen geïnfecteerde lichaamscellen aan door gaten te knagen in het oppervlak ervan of ze te dwingen tot een soort celzelfmoord: apoptose.

NK-cellen scheiden namelijk een bepaald eiwit af dat een interactie kan aangaan met eiwitten op het membraan van de zieke cel en ervoor kan zorgen dat de cel zichzelf van binnenuit doodt.

In tegenstelling tot de T-cellen in het adaptieve immuunsysteem hoeven de NK-cellen niet te worden geactiveerd, en daarom zijn ze voortdurend op zoek naar geïnfecteerde cellen. Dat maakt ze een belangrijk wapen in de strijd tegen vreemde microben.

Dendritische cellen zetten de vijand te kijk

immuunsysteem dendritische cellen
© Shutterstock

Dendritische cellen worden gekenmerkt door hun vangarmen. Ze bevinden zich in de huid en op het oppervlak van bijvoorbeeld de longen, neus en buik.

Dendritische cellen vangen bacteriën en virussen en vormen net als macrofagen een belangrijke verbinding tussen het aspecifieke en het adaptieve immuunsysteem. De dendritische cellen presenteren namelijk ook antigenen aan T-cellen en B-cellen, zodat die zijn voorbereid op een vergelijkbare infectie in de toekomst.

Wat is het adaptieve immuunsysteem?

Het adaptieve of verworven immuunsysteem reageert niet wanneer het lichaam voor het eerst wordt aangevallen door een micro-organisme.

Maar na een aanval herinnert het zich de vijand en heeft het voor de volgende keer een effectieve verdediging paraat die is afgestemd op de betreffende microbe. Vaccins werken onder meer door dit deel van het immuunsysteem te activeren en je op die manier immuun te maken voor ziekten.

De cellen van het adaptieve immuunsysteem bestaan uit lymfocyten: T-lymfocyten en B-lymfocyten.

T-cellen zijn gespecialiseerde moordmachines

T-lymfocyten of T-cellen zijn een groep cellen in het adaptieve immuunsysteem die een voor een worden geactiveerd.

De eerste T-cellen die worden geactiveerd, zijn T-helpercellen. De T-helpercellen worden gewekt als ze via receptoren op hun celmembraan antigenen registreren van bijvoorbeeld macrofagen of dendritische cellen. Vervolgens gaan ze zich snel klonen, en sommige van die klonen worden T-geheugencellen, die het antigeen dat aan ze wordt gepresenteerd onthouden.

De overige T-helpercellen roepen macrofagen op, activeren T-killercellen en stimuleren B-lymfocyten ofwel B-cellen om antistoffen aan te maken.

De T-killercellen richten zich rechtstreeks op geïnfecteerde cellen in het lichaam. Ze herkennen antigenen van de micro-organismen op de geïnfecteerde cellen en kunnen die zodoende onderscheiden van de gezonde cellen. Met behulp van chemische stoffen doorboort de T-killercel het membraan van de geïnfecteerde cellen en doodt het die effectief.

Als de geïnfecteerde cellen dood zijn, worden ze door macrofagen opgeruimd.

Thymus keurt T-cellen goed

Al beschermt het immuunsysteem ons, witte bloedlichaampjes moeten met harde hand worden aangestuurd om te voorkomen dat ze de eigen cellen van het lichaam doden. Die taak heeft de thymus of zwezerik, die in de borstkas zit en niet groter is dan een luciferdoosje.

Tot de belangrijkste witte bloedlichaampjes behoren de T-cellen, maar die zijn pas inzetbaar als ze door de strenge selectie van de thymus heen zijn. Door die geavanceerde selectie mag slechts één op de 100 nieuwe bloedlichaampjes het lichaam in.

De thymus treedt onverbiddelijk op tegen witte bloedlichaampjes die de eigen cellen van het lichaam kunnen aanvallen of zich richten op onschuldige stoffen als pollen en stof. Bloedlichaampjes die langs de thymus komen slaan alleen alarm als ze op cellen stuiten die direct schadelijk zijn voor het lichaam.

Als de thymus zich vergist bij de selectie, ontstaan er ziekten als astma en diabetes type 1, waarbij de witte bloedlichaampjes per abuis de cellen van de alvleesklier aanvallen.

immuunsysteem

Goedgekeurd: T-cel valt vreemd micro-organisme aan

De T-cel (blauw) herkent eiwitten (geel) van virussen en bacteriën en valt ze aan. De thymus laat de T-cel leven en stuurt hem het lichaam in als deel van het immuunsysteem.

immuunsysteem

Afgekeurd: T-cel herkent vreemd micro-organisme niet

De T-cel (blauw) herkent de eiwitten (geel) van virussen en bacteriën die het lichaam kunnen schaden niet. De thymus vindt de T-cel onbruikbaar voor het immuunsysteem en laat hem teloorgaan.

immuunsysteem

Afgekeurd: T-cel valt cellen van het lichaam zelf aan

De T-cel (blauw) valt de eiwitten (grijs) van de eigen cellen van het lichaam aan. De thymus vindt de T-cel te gevaarlijk om het lichaam in te gaan, waar hij gezonde cellen zal aanvallen.

B-cellen vormen antistoffen

De voornaamste taak van B-lymfocyten of B-cellen is antistoffen produceren, die het makkelijker maken om micro-organismen af te breken voordat ze de lichaamscellen infecteren

Als de B-cel bijvoorbeeld een bacterie tegenkomt, vergelijkt hij zijn antistof met het antigeen van de bacterie. Is er een match, dan geeft de B-cel de antistof op zijn oppervlakte af, waarna een T-geheugencel de B-cel kan stimuleren en activeren door het hormoon cytokine af te scheiden.

Dat zorgt ervoor dat de B-cel zichzelf gaat klonen. Sommige klonen worden plasmacellen die speciaal zijn ontworpen om antistoffen te maken, terwijl andere zich ontwikkelen tot B-geheugencellen die het antigeen in de toekomst snel kunnen herkennen.

Antistoffen bestaan uit eiwitten en worden ook wel immunoglobulinen genoemd. Antistoffen hebben een karakteristieke Y-vorm en kennen vijf basisstructuren, IgG, IgA, IgM, IgE en IgD, die elk verschillende functies hebben. Zo speelt IgA een belangrijke rol bij de verdediging van de slijmvliezen in de neus en de buik.

Elk type antistof heeft ook een variabel deel, waardoor er oneindig veel variaties van antistoffen zijn.

immuunsysteem antistof
© Shutterstock

Als antistoffen in het lichaam worden vrijgegeven, gaan ze op jacht naar de bacterie of het virus waarvoor ze zijn aangemaakt. Als de antistof zijn doel vindt, bindt hij zich aan het betreffende micro-organisme en zorgt hij ervoor dat dit zich niet meer kan delen of onze cellen kan binnendringen.

Wat is een verzwakt immuunsysteem?

Hoewel het immuunsysteem een geoliede machine is, werkt het niet altijd naar behoren.

Het kan verzwakt raken door medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken (immunosuppressiva), bijvoorbeeld tegen artritis of astma. Bij deze aandoeningen vallen de witte bloedlichaampjes namelijk ten onrechte het lichaam aan of reageren ze te heftig op ongevaarlijke prikkels. Daarom is er behoefte aan medicijnen om het immuunsysteem onder controle te houden.

Patiënten kunnen niet stoppen met de immunosuppressiva om hun immuunsysteem te versterken, want dan zal de ziekte oplaaien en ontstekingsreacties veroorzaken die het immuunsysteem onder druk zetten.
Het immuunsysteem wordt ook zwakker met de jaren.

Tot ongeveer 60-jarige leeftijd werkt het immuunsysteem bij de meeste mensen goed en kan het gangbare infecties aan. Hierna wordt het doorgaans zwakker.

Je immuunsysteem heeft echter niet per se dezelfde leeftijd als jijzelf. Sommige 60-jarigen hebben het immuunsysteem van iemand die 20 jaar jonger is, anderen hebben het immuunsysteem van een 80-jarige. Een sterk immuunsysteem kan genetisch bepaald zijn, maar het grootste verschil maak je zelf.

Want het immuunsysteem wordt volgens wetenschappers ook beïnvloed door de levensstijl, en daar kun je gelukkig zelf iets aan doen.

Zo versterk je je immuunsysteem

Je immuunsysteem veroudert net als jijzelf, maar niet per se even snel. Dit zijn enkele wetenschappelijke adviezen om je immuunsysteem jong te houden:

  • Beperk langdurige stress zo veel mogelijk. Hoewel onderzoek uitwijst dat korte perioden met stress het immuunsysteem kunnen versterken, zijn er ook aanwijzingen dat lange perioden met psychische of lichamelijke stress het immuunsysteem zwakker kunnen maken. Onderzoekers denken dat dit onder andere komt doordat het stresshormoon cortisol zich ophoopt. Cortisol kan een ontstekingsremmende werking hebben, maar in grote hoeveelheden en over langere tijd kan er een tegengesteld effect ontstaan.
  • Stop met roken. Het roken van tabak beïnvloedt vrijwel alle immuuncellen en kan zowel het aspecifieke als het adaptieve immuunsysteem verzwakken.
  • Vermijd overgewicht. Uit onderzoek blijkt dat overgewicht en meer ontstekingen invloed hebben op het reactievermogen van het immuunsysteem.
  • Slaap voldoende. Meerdere onderzoeken laten zien dat een goede nachtrust wonderen kan doen voor je immuunsysteem. Volgens een Duits onderzoek kan slaap de effectiviteit van de T-cellen verhogen en meerdere onderzoeken hebben vastgesteld dat bij mensen die de nacht na een vaccinatie genoeg slapen het immuunsysteem beter werkt dan bij mensen die niet slapen.