Elke nagel groeit in zijn eigen tempo. Als vuistregel geldt: hoe langer het laatste kootje van je vinger, des te sneller de nagel groeit. De nagel van je wijsvinger groeit dus sneller dan die van je pink. Maar je duimnagel groeit het langzaamst – aan je duim ontbreekt ook een kootje. Je tenen zijn korter dan je vingers en die nagels groeien circa drie keer zo langzaam. Verder groeien je nagels sneller aan de hand waar je het meeste mee doet. Ook is gebleken dat je nagels ’s zomers sneller groeien dan ’s winters, en sneller als je onder de 30 bent.
Wetenschappers weten niet precies hoe het komt dat je nagels niet allemaal even snel groeien, maar vermoedelijk houdt het verband met de hoeveelheid bloed – en daarmee ook zuurstof en voedingsstoffen – die de cellen onder in je nagelwortel bereiken. De cellen scheiden het eiwit keratine af, dat zich onder de nagels afzet, waardoor ze groeien.
Teennagels doen het rustig aan
Een vingernagel groeit circa 0,1 millimeter per dag en is dus in drie tot zes maanden geheel vervangen. De teennagels zijn langzamer. Het kan wel anderhalf jaar duren voordat een nagel die eraf ligt, is aangegroeid.