Mannen zijn over het algemeen fysiek sterker dan vrouwen. Dat is duidelijk te zien aan de resultaten binnen de takken van sport waar pure kracht aan te pas komt.
Bij kogelslingeren staat het record op 86,74 meter voor mannen, die een kogel van 7,257 kilo moeten werpen, en bij de vrouwen op 79,42 meter met een kogel van maar vier kilo.
In vergelijkbare takken van sport presteren mannen aanzienlijk beter; bij gewichtheffen tillen ze 165 kilo, tegen 128 kilo voor vrouwen, en daarmee presteren ze 29 procent beter.
Als er bij een sport meer komt kijken dan ruwe kracht alleen, hebben mannen minder voordeel en kunnen vrouwen bijvoorbeeld juist baat hebben bij hun lagere gewicht. Op de 100 meter sprint lopen mannen bijvoorbeeld maar negen procent sneller.
Ook bij de sporten die om uithoudingsvermogen draaien, zoals marathonlopen, zijn de mannen niet zo heel veel beter. Volgens sommige onderzoekers hebben de vrouwen baat bij hun grotere vetdepots, maar zeker is dit niet.
In de Badwater Ultramarathon, die elk jaar onder extreme omstandigheden gehouden wordt in Death Valley in Californië, VS, lopen mannen en vrouwen de 217 kilometer tegen elkaar. In 2002 en 2003 won Pam Reed, in 2002 zelfs met een baanrecord. Ze kwam 4 uur en 42 minuten eerder over de streep dan de man op de tweede plek.