1. Lucht houdt je warm
Een warme huid zorgt ervoor dat koude lucht een hogere temperatuur krijgt, door een proces dat convectie heet. Hoe groter het temperatuurverschil, hoe sneller het lichaam warmte afgeeft aan de omgeving.
Door dat warmteverlies krijgen wij het koud.
Als we kleren aanhebben, hullen we het lichaam in een deken van stilstaande lucht. Die luchtlaag warmt snel op, dus het warmteverlies en het grote temperatuurverschil verplaatsen zich van het lichaam naar het contactoppervlak tussen je kleding en de lucht.
Ons vermogen om warmte vast te houden hangt af van:
- De hoeveelheid luchtruimte tussen het lichaam en de buitenste kledinglaag.
- Het ademend vermogen dat bepaalt hoeveel lucht door het textiel heen komt.
Het ideale materiaal zou een grote bubbel van niet-ademend materiaal moeten zijn, zoals latex of plastic. Maar een dikke luchtlaag is lastig dicht bij je te houden, en bij plastic wordt de lucht ook vochtig, waardoor je lichaam nat en klam wordt.
En omdat water sneller warmte opneemt dan lucht, verlies je nog meer warmte.
Of een kledingstuk je warm houdt, hangt af van meerdere factoren die in balans moeten zijn – bijvoorbeeld in de verschillende lagen van een ski-jack.
Conclusie: Het is geen fabeltje.