‘Kevin! Kevin!’ Yossi Ghinsberg roept zo hard als hij kan, maar de woorden sterven weg, opgeslokt door het dichte gebladerte van het regenwoud.
Hij luistert ingespannen, maar alleen de apen geven antwoord. Wat overblijft is de stilte en de gruwelijke waarheid die langzaam tot Yossi doordringt.
Hij is alleen en verdwaald in het regenwoud van het Boliviaanse Amazonegebied. Zijn keel wordt dichtgesnoerd van angst.
Een paar uur eerder was Yossi nog vrolijk en vol bravoure. De trek door de Amazonejungle was een droom. Op rondreis door Zuid-Amerika had hij Karl Ruchprecter ontmoet, een Oostenrijker die veel wist van de jungle.
Karl had aangeboden Yossi en een paar vrienden te gidsen. Onderweg hadden ze echter ruzie gekregen en waren ze uit elkaar gegaan.
Terwijl de anderen terugkeerden, wilden Yossi en Kevin Gale doorgaan over de rivier de Ipurama. Hun reis op een zelfgebouwd houtvlot kwam abrupt ten einde toen het vlot op een rots liep.
Kevin wist aan land te komen, maar Yossi werd op het vlot door de sterke stroming meegesleurd.

Yossi Ghinsberg
Wie: Yossi Ghinsberg, Israëlische rugzaktoerist
Wanneer: 1-20 december 1981
Situatie: Op de rivier Ipurama in het Amazoneregenwoud komt Yossi Ghinsbergs houtvlot in een reeks van stroomversnellingen terecht. Hij weet aan land te komen, maar daar wacht hem de strijd tegen de onmetelijke jungle.
Gevaren: Beesten, uitputting, ziekte, isolement
Wonder boven wonder overleefde hij de tocht en kon hij verderop aan land komen. Uitgeput en drijfnat staat hij nu op de oever, terwijl de ernst van de situatie tot hem doordringt.
Kevin is verdwenen en zelf is hij omringd door duizenden kilometers regenwoud, vergeven van de wilde dieren – zonder wapen of kompas en dagen lopen van de bewoonde wereld.
2 december: Mantra werkt
‘Ik ben een man van actie’, houdt Yossi zichzelf steeds voor tot hij, in elkaar gerold op een bed van bladeren, in slaap valt. Hij weet niet waar de mantra vandaan komt, maar het werkt. De volgende dag wordt hij vastberaden wakker. Op het vlot had hij een rubberen tas met eten bij zich.
Met een beetje geluk ligt die tas nog in de buurt van het zwaar beschadigde houtvlot, dat zich nu op een rotseilandje in de rivier bevindt.
Voorzichtig daalt hij via een natte rotshelling af naar de rivier. En warempel, in een inham van een rots vlak bij het wrak van het vlot ligt de tas.
‘Dank U, God,’ mompelt Yossi, terwijl hij liggend op zijn buik de tas voorzichtig naar zich toe trekt.
De inhoud is een beetje vochtig, maar alles zit er nog in: rijst, bonen, muskietennet, kaart, rode poncho, aansteker, medicijnen en – zijn hart maakt een sprongetje van vreugde – het boekje van zijn oom.
Het boekje, waarin joodse teksten staan, heeft hij vanaf de dag dat hij het kreeg altijd bij zich gedragen. Zijn oom stierf enkele dagen daarna, en Yossi is ervan overtuigd dat het boek beschermende krachten heeft.

Yossi klynger sig til en samling jødiske tekster, en kabbala, han har fået fra sin onkel. Bogen, som Yossi har med i sin rygsæk, giver ham styrke.
6 december: Gered door muggenspray
Kevin zal hem niet vinden, beseft Yossi al snel. Hij heeft geen idee wat er met zijn kameraad is gebeurd.
Wat hij wel weet is dat hij zichzelf moet zien te redden. Hij besluit naar Curiplaya te gaan, een stuk terug langs de rivier. Op de kaart lijkt het dorp slechts een paar dagen lopen, maar omdat de kaart niet meer is dan een eenvoudige schets van Karl, zijn de afstanden moeilijk in te schatten.
Meermaals moet hij omkeren en een ander pad kiezen omdat hij op een helling of een hoge rots stuit. ’s Avonds komt hij uiteindelijk uit bij een heuveltop. Het begint donker te worden en hij moet nodig beschutting zoeken.
Het heeft geregend, het water druipt van de bomen. Yossi veegt de natte bladeren weg en legt droge neer. Hij vouwt het muskietennet uit en bindt het aan een boomstronk vast als een tent.
Om warm te blijven trekt hij de poncho om zich heen.

Yossi Ghinsberg var en ung fyr på 22 år, der rejste rundt i Sydamerika, da katastrofen indtraf.
Een paar stenen houden het muskietennet op zijn plaats en zorgen ervoor dat slangen niet onder het net kunnen kruipen.
Een paar dagen eerder zag Yossi nog een papegaaislang, en hij weet dat het gif van deze slang enzymen bevat die het zenuwstelsel en weefsel verlammen.
Naast hem liggen een blikje en een theelepel. Door op het blikje te slaan, kan hij wilde dieren verjagen, denkt hij terwijl het duister invalt en hij in de verte dieren hoort brullen.
‘Krak,’ zegt een tak niet ver van de tent. Het geluid herhaalt zich en wordt gevolgd door de onmiskenbare tred van een grote kat.
‘O God, laat het beest mij niet opeten’, bidt hij en timmert op het blikje. ‘Weg! Wegwezen jij!’ roept hij.
Het geluid komt dichterbij. Hij grijpt zijn zaklamp en trekt het net opzij. De jaguar staat doodstil. Het grote gevlekte dier heeft één poot opgetild, maar als hij Yossi ziet, zet hij hem weer neer.

Bedreigd dier valt aan
Mensenvlees staat gewoonlijk niet op het menu van een jaguar, maar als hij zich bedreigd voelt kan hij een mens aanvallen en in het ergste geval doden. Een jaguar zal eerder geneigd zijn tot aanvallen als hij ...
‘Wegwezen, rotbeest!’ schreeuwt Yossi, terwijl hij trilt over zijn hele lichaam.
Dan krijgt hij een idee. Hij grijpt een muggenspray en de aansteker en steekt de spray aan. Het drijfgas in het sprayflesje veroorzaakt een krachtige explosie en even is hij verblind door de steekvlam.
Hij houdt het vuurspuwende flesje stevig vast totdat de vlammen gedoofd zijn.
Dan pakt hij de zaklamp weer op en schijnt ermee om zich heen. De jaguar is weg. Opgelucht laat Yossi zich weer op de grond zakken.




Hersenen alarmeren lichaam
Door de evolutie heen zijn mensen zo ontwikkeld dat we meteen op gevaar, zoals een wild dier, reageren. Ons hart bonkt, ons bloed stroomt snel en al onze zintuigen staan op scherp.
Amygdala en hypothalamus maken stresshormonen aan
De zintuigen – zoals de ogen – informeren de amygdala (geel) in de hersenen over gevaar. De amygdala bestaat uit twee groepjes neuronen in de temporale kwab die prikkels sturen naar de hypothalamus (paars), het gebied in de hersenen dat ‘stresshormonen’ maakt.
Stresshormonen worden verder geleid
Het bloed voert de hormonen de bijnieren in.
Bijnieren laten je sneller denken
De bijnieren vormen de hormonen adrenaline en noradrenaline. Deze verhogen de hartslag, de bloeddruk en de toevoer van bloed naar de spieren. Ook maken ze ons alerter.
12 december: Yossi volgt een spoor
Gedurende zijn zwerftocht went Yossi geleidelijk aan het leven in de jungle.
Hij vult zijn rantsoen aan met wilde bessen, fruit en vis uit de rivier en wordt steeds geroutineerder in het vinden van een goede overnachtingsplek.
Wel heeft hij veel last van de vochtige hitte en de aanhoudende regen. Op zijn voeten krijgt hij uitslag die grote wonden veroorzaakt en het lopen pijnlijk maakt.
Hij houdt de moed erin door te dagdromen, het liefst over eten, en door zichzelf voor te houden dat hij snel in Curiplaya zal zijn.
Hij krijgt nieuwe hoop als hij op een boom sporen van een kapmes ziet. Hier zijn pas nog mensen geweest. Monter volgt hij het spoor, dat ver het oerwoud in voert.
Opeens ziet hij een duidelijke schoenafdruk in de modder. Kevin en hij dragen dezelfde soort schoenen en hebben dezelfde maat. Yossi weet het zeker: zijn vriend moet hier ergens in de buurt zijn.
Het pad dat hij volgt, leidt een bijna loodrechte helling op, maar de hoop geeft Yossi vleugels – hij vliegt bijna de berg op.

Op het pad liggen schillen van vruchten die hij zelf kort daarvoor ook heeft gegeten.
De haast bovenmenselijke kracht die Yossi net nog voelde, is opeens weer verdwenen. Hij laat zich op het modderige pad vallen en drukt zich tegen de grond van teleurstelling.
De voetafdrukken en schillen zijn niet van Kevin, maar van hemzelf. Hij heeft rondjes gelopen en is weer terug waar hij drie uur eerder was begonnen.

Zonder oriëntatiepunt lopen we rond
Uitputting is onvermijdelijk als we onze oriëntatie kwijt zijn en in kringetjes lopen. Een van de Max Planck-instituten in Duitsland onderzocht dit verschijnsel.
Proefpersonen werden naar plekken zonder duidelijke oriëntatiepunten gebracht, zoals een bos of een woestijn. Ze moesten in een rechte lijn lopen, en hun route werd gevolgd via satelliet en gps en ingetekend op digitale kaarten.
Daaruit bleek dat de proefpersonen hun oriëntatie kwijtraakten als de zon of maan achter een wolk verdween en dat ze dan uiteindelijk terugliepen in de richting waar ze vandaan kwamen. De proefpersonen die de zon niet konden zien, verdwaalden dus en liepen de blauwe lijnen. De proefpersonen die de zon wel konden zien, liepen de gele lijn.
Een mogelijke verklaring is dat ons brein kleine foutjes maakt als het een rechte lijn moet berekenen.
17 december: ‘Mijn lichaam rot weg’
Na die ervaring blijft Yossi zo dicht mogelijk bij de rivier om niet te verdwalen.
Maar vanwege overstromingen na een zware storm moet hij wel uitwijken naar hoger gelegen grond. De storm heeft alles wat eetbaar is weggespoeld en Yossi heeft al twee dagen niet gegeten.
Hij ziet een slang en probeert die te vangen, maar haalt daarbij zijn arm open. Niet alleen zijn voeten en zijn arm doen pijn, maar zijn hele lichaam heeft te lijden onder regen en vocht.
Onder zijn oksels en bij zijn ellebogen ontstaan grote rode plekken, en de wond op zijn arm gaat maar niet dicht.
‘Mijn lichaam rot weg’, denkt hij met afschuw.

Insektbid kan være fatale i junglen, fordi mikrober kan trænge ind gennem den hullede hud.
18 december: Gevangen in drijfzand
Een dag eerder heeft Yossi een vliegtuigje gezien. Het vloog laag over het bos, en Yossi weet dat er een reddingsteam naar hem op zoek is. Om beter zichtbaar te zijn, keert hij terug naar een open plek die hij al eerder is gepasseerd.
Hij noemt die het jaguarstrand, omdat hij er sporen van een aantal jaguars heeft gezien.
Hij heeft inmiddels al een week niet gegeten, en zijn lichaam teert in op zijn eigen vetreserves. Ook zijn spiermassa is geslonken, en zijn afweersysteem is verzwakt. Als hij de moed dreigt te verliezen houdt één ding hem overeind: het meisje aan zijn zijde.
Hij weet dat ze alleen in zijn fantasie bestaat, maar hij houdt van haar en zorgt voor haar. ‘We vinden wel iets te eten in het oerwoud’, zegt hij. En hij krijgt gelijk. In een boomtop zijn apen aan het spelen en onder de boom in de modder liggen stukken dadels.
Gretig raapt Yossi ze op en stopt ze in zijn mond. De rotte smaak en de wormpjes in het vruchtvlees kunnen hem niet deren. Niet één stukje is er nog over als hij zijn weg vervolgt.
Diep in gedachten verzonken stapt hij in een poel.

Wij kunnen niet alleen zijn
Mensen zijn sociale wezens. Als we lang alleen zijn, gaan we ons somber en hulpeloos voelen. Veel mensen zullen depressief worden en suïcidale neigingen ontwikkelen, terwijl anderen zichzelf als het ware kwijtraken, geheugenverlies ervaren of ronduit gek worden.
Mensen die langere tijd alleen hebben geleefd, zoals gevangenen in afzondering of krijgsgevangenen, hebben daarna moeite om sociaal te functioneren. Ze begrijpen niet wat er tegen hen wordt gezegd en zijn angstig en paranoïde in het bijzijn van anderen.
Ook blijkt uit EEG-analyses dat isolement tot hersenschade kan leiden. Gevangenen die in interneringskampen in het voormalige Joegoslavië waren afgezonderd, vertoonden in
de maanden na hun vrijlating afwijkingen in de hersenen.
Om een fysiek of psychisch isolement te compenseren, bedenken sommige mensen een fantasievriend met wie ze praten en die hen helpt bij crises en problemen.
De aarde opent zich onder hem en opeens staat hij tot zijn middel in de modder. Als een dier in een val schreeuwt hij het uit van angst. De modder lijkt wel cement.
‘Dat is het dan. Dood,’ denkt hij. Even overweegt hij zelfmoord met de medicijnen die hij mee heeft, maar dan denkt hij aan zijn ouders.
Met gestrekte armen begint hij zwemslagen te maken, en langzaam komt hij uit de greep van het drijfzand. Hij kruipt op handen en voeten verder tot hij vaste grond voelt. Als hij de modder uit zijn neus, mond en ogen veegt, heeft hij slechts één gedachte: ik leef nog.
Yossi maakt op de grond een plek schoon voor hemzelf en het meisje. ‘Kom bij me liggen en hou me vast’, wenkt hij.
Dan beseft hij dat hij zich zo heeft ingeleefd in zijn fantasie dat hij een slaapplaats voor twee personen heeft gemaakt.
‘Je bent alleen, idioot,’ spreekt hij zichzelf toe.
Opeens voelt hij een scherpe steek in zijn dij. Het blijkt een 2,5 centimeter grote termiet te zijn. Hij knijpt het beest dood en gooit het weg. Dan voelt hij weer een beet, en nog een.

Med skarpe kæber kan termitter let bide sig fast i hud, så et fatalt hul dannes.
De dieren blijven maar bijten en ze komen van alle kanten. Hij plukt ze van zijn lichaam, uit zijn haar en zelfs uit zijn wimpers.
Hij drukt ze allemaal dood, en de volgende ochtend ligt er een stapel dode insecten naast hem. Maar de aarde leeft.
Het muskietennet, de rugzak, zijn schoenen – alles krioelt van de termieten. Yossi staat op en zet het op een lopen. Als hij op veilige afstand is, plukt hij de insecten van zich af en opeens snapt hij hoe het zit.
Hij moest plassen, maar was gewoon te moe om op te staan. De zoute urine op zijn broek moet de insecten hebben aangetrokken.
Afweersysteem veroorzaakt ontsteking
Als de beschermende huid wordt aangetast, kunnen bacteriën binnendringen in het lichaam. Het afweersysteem zet verdedigingscellen in en vormt een ontsteking.

Het lichaam start een afweerreactie
De huidbarrière is door bijvoorbeeld een insectenbeet aangetast en bacteriën (geel) dringen binnen. Het lichaam start een afweerreactie: een ontsteking. Het beschadigde weefsel geeft signaalstoffen (blauw, roze en groen) af die via de bloedbaan fagocyten (doorzichtige vormen) aantrekken, de cellen van het afweersysteem.

Afweerreactie veroorzaakt ontsteking
Een ontsteking heeft vier kenmerken: roodheid, warmte, zwelling en pijn. Die ontstaan doordat de bloedvaten zich verwijden en er meer bloed wordt aangevoerd. Fagocyten (doorzichtige vormen) kunnen dan makkelijker doordringen in het beschadigde weefsel, waar ze de bacteriën (geel) opeten en vernietigen.
20 december: Op het nippertje gered
De volgende dag komt Yossi aan in Curiplaya, maar de nederzetting is verlaten. Hij slaat zijn kamp op en wacht op het reddingsteam, hoewel hij steeds meer begint te twijfelen of ze hem wel zullen vinden.
De honger knaagt en hij voelt zich koortsig. Op zijn voeten is nauwelijks nog een strookje huid te bekennen.
Als de avond valt, hoort hij een gebrom, en opeens beseft hij wat het is. ‘Mijn God, dat zijn mensen!’ Hij ziet het silhouet van vier mannen die net uit een kano stappen.
Een lange man met krullen die naast de kano staat, kijkt Yossi aan: ‘Blijf waar je bent Yossi, ik kom eraan.’ Kevin rent hem tegemoet en omhelst hem.
Later zal hij vertellen hoe hij zelf werd gered, maar nu nog zijn ze stil.
Voor het eerst laat Yossi zijn tranen de vrije loop en snikt: ‘Toch nog iemand die aan me heeft gedacht.

Efter 20 dages eftersøgning fandt Yossis ven Kevin Gale og en lokal mand den stærkt afmagrede Yossi Ghinsberg.