1. Kleed je warm aan, dan vat je geen kou
Je had ook wel wat weinig kleren aan …
Allerlei wijsneuzen weten precies hoe het zit als de griep heeft toegeslagen en je lichaamstemperatuur en snotproductie de pan uit rijzen.
Geen enkel onderzoek heeft echter een rechtstreeks verband aangetoond tussen kou en een verhoogde ontvankelijkheid voor verkoudheids- en griepvirussen.
De oorzaak dat we steeds meer hoesten en proesten onder het dekbed in de koude wintermaanden is dat we meer tijd in kleine, besloten ruimtes doorbrengen en daardoor vaker blootgesteld worden aan virussen.
Een experiment met cavia’s uit 2007 toont echter aan dat het griepvirus beter gedijt in koude en droge lucht dan in warme en droge of vochtige lucht.
2. Wacht na het eten een uur met zwemmen
We weten het allemaal nog wel van vroeger: het opgestoken wijsvingertje van de grote mensen tijdens een dagje op het strand:
‘Ga niet meteen na het eten het water in.’
Het argument is dat er door de vertering meer bloed naar je maag stroomt. Daardoor krijgen je spieren juist minder bloed, wat eerder tot kramp leidt.
Deze theorie is echter nog door geen enkel onderzoek bewezen.
3. Kauwgum blijft 7 jaar in je lichaam
Een hardnekkig broodjeaapverhaal is dat kauwgum zeven jaar in de lichaam blijft als je het per ongeluk inslikt. Het zou aan de wanden van je maag blijven plakken.
Dit is echter een puur verzinsel. Een stukje kauwgum gaat gewoon met de rest van het voedsel mee en verlaat het lichaam na ongeveer 24 uur met de ontlasting.
4. Je verliest de meeste warmte via je hoofd
Deze bewering wordt vaak gebruikt om kinderen ervan te overtuigen dat ze hun muts op moeten zetten.
Er is echter nog geen duidelijk bewijs dat het hoofd in verhouding tot het oppervlak meer warmte afstaat.
Alle delen van het lichaam die niet bedekt zijn, staan warmte af. En je gezicht en de rest van het hoofd zijn vaak het minst bedekt.
5. Ligt het nog geen 5 seconden op de grond? Eet dan maar op!
Hè, shit! Je had net een lekker snoepje gepakt, en nu laat je het uit je handen vallen.
Nou ja, het heeft nog geen 5 seconden op de vloer gelegen. Dan kan ik het toch gewoon eten?
Wetenschappers van de Rutgers University deden proeven met verschillende soorten voedsel op verschillende oppervlakken om uit te zoeken hoe snel bacteriën en vuil zich eraan hechten.
Ze testten voedingsmiddelen als watermeloen, brood met boter en winegums op vier oppervlakken.
En wat bleek? De bacteriën hadden zich al binnen één seconde stevig op het voedsel genesteld.
6. ‘Een appel per dag houdt de dokter weg’
Appels zijn inderdaad hartstikke gezond, want ze zitten vol vezels en vitamine C.
Maar als virussen en bacteriën je lichaam belagen, heb je niets aan een appel – helaas.
7. Je krijgt reuma als je je vingers knakt
Veel mensen kunnen niet tegen het geluid van knakkende vingers.
In 1998 besloot de Amerikaanse arts Donald Unger deze oude mythe te testen op zijn eigen lichaam.
Jarenlang knakte hij elke dag de vingers van zijn linkerhand twee keer, terwijl hij zijn rechterhand met rust liet.
Toen hij beide handen liet onderzoeken, was er geen enkel verschil.