1. Vet houdt je cellen bijeen
Een groot gedeelte van het vet op je lichaam zit als een dun laagje vetzuren rond je cellen, die ze afbakenen en bijeenhouden.
Vooral de zenuwcellen in de hersenen hebben veel vet, omdat dit de snelheid van de zenuwsignalen bevordert.
2. Vetweefsel houdt afweersysteem in stand

Vetweefsels zijn niet alleen passieve reserves, maar ook actieve organen die oestrogeen, leptine en nog ongeveer 25 andere hormonen en hormoonachtige stoffen produceren.
Ze hebben invloed op het hele lichaam en regelen bijvoorbeeld de stofwisseling en het afweersysteem.
3. Vet slaat een teveel aan energie op
Vet is beter dan koolhydraten en eiwitten in het opslaan van een teveel aan energie na een maaltijd.
Vet bevat meer dan twee keer zoveel energie en het bindt geen water. Het houdt de omvang van de energiereserves in het lichaam laag.
4. Hoog vetpercentage beschermt tegen kou

Met een vetpercentage van boven de 50 kan een ijsbeer in de ijskoude Noordelijke IJszee toch warm blijven, omdat het vet onder de huid van het dier zulke goede isolerende eigenschappen heeft.
Al is ons vetpercentage maar de helft van dat van de ijsbeer, toch speelt vet een belangrijke rol om ons tegen kou te beschermen.
5. Bruin vet geeft extra warmtereserve
Normaal veranderen de cellen voedingsstoffen in het molecule ATP, dat verschillende processen in het lichaam stuurt.
Maar het zogeheten bruine vet kan de productie van het molecuul ontsporen en in plaats daarvan de energie afgeven in de vorm van warmte, als je lichaam het koud heeft.