Jouw taal heeft het maar zwaar
Talen zijn net organismen: ze leven, evolueren – en sterven uit als ze worden verdrongen. Onderzoekers maken bekend welke talen het risico lopen om het af te leggen tegen supertalen als het Engels.

Engels is in alle uithoeken van de wereld in opmars. 400 jaar terug spraken amper 7 miljoen mensen de taal – nu zijn dat er rond de 1,5 miljard.
Deze expansie gaat ten koste van kleine talen, die massaal verdwijnen. Het aantal talen verandert voortdurend. Talen zijn als levende wezens die evolueren en zich aanpassen. En terwijl sommige sterk zijn en groeien, verliezen andere aan kracht en sterven ze uit – iedere maand verdwijnen er een stuk of twee, omdat kinderen ze niet meer leren spreken.
Onderzoekers schatten dat 40 procent van de ruim 7000 talen op aarde teloor dreigen te gaan. En jouw taal? Overleeft die het – of spreek je binnen afzienbare tijd Engels? Gelukkig kan nieuw onderzoek je een duidelijk antwoord geven.
Gebaren worden geluiden
Niemand weet wanneer de mens taal als communicatiemiddel begon te gebruiken. Het oudste bewijs van taal staat op schrift en is slechts zo’n 5200 jaar oud – de Soemerische teksten in spijkerschrift.
Maar gesproken taal ontstond lang daarvoor al – sommige onderzoekers beschouwen Homo ergaster, die 1,9-1,4 miljoen jaar geleden leefde, als de eerste menselijke soort die met geluiden communiceerde.
Na reconstructies van de hersenen en spraakorganen, dus de luchtwegen, mond en neusholte, hebben wetenschappers berekend dat taal in de moderne zin 50.000 jaar geleden kan zijn ontstaan.
Drie lichaamsdelen triggeren taal
Mensen kunnen communiceren op een manier die geen enkel ander dier beheerst, dankzij een aantal unieke anatomische kenmerken.

Strot creëert het geluid
Als lucht uit de longen door het strottenhoofd omhoog stroomt, beginnen de elastische stembanden te trillen en geluid te produceren. De stembanden kunnen door spieren worden uitgerekt en produceren dan verschillende geluiden.
Bot stuurt de tong aan
Het menselijk tongbeen heeft een speciale vorm, waardoor het ideaal is om de tong te besturen en verfijnde geluiden te maken. Alleen bij mensen kan het tongbeen samenwerken met het strottenhoofd en de tong om spraak te produceren.
Spraakcentra geven de taal vorm
Onze taal wordt bestuurd door de spraakcentra van Broca en Wernicke in de hersenen. Met het gebied van Broca kunnen we woorden vormen en samenvoegen tot zinnen, dat van Wernicke is belangrijk voor het begrijpen van andermans zinnen.
We weten uiteraard niet wat onze verre voorouders zeiden. Volgens sommige onderzoekers waren de eerste woorden dan ook slechts klanken, zoals ‘hatsjoe,’ ‘pang’ en ‘huh’.
Andere deskundigen stellen zich voor dat onze voorouders elkaar tekens gaven met hun handen en uiteindelijk gebaren gingen aanvullen met geluiden. Volgens die theorie verdwenen gebaren geleidelijk naar de achtergrond en groeiden geluiden uit tot woorden.
Voor de locatie waar het taalvermogen is ontstaan, zijn twee theorieën. Volgens de ene nam Homo sapiens talen mee toen hij Afrika verliet, hebben alle talen een gemeenschappelijke bron en zijn ze verwant, wat de vele overeenkomsten in de talen op aarde kan verklaren.
De tweede theorie is dat de mens al over grote delen van de wereld verspreid was toen talen ontstonden. Volgens deze theorie kwamen verschillende talen rond dezelfde tijd op, wat resulteerde in een aantal verschillende taalfamilies.
Klinkers gedijen in de tropen
Net als dieren en andere levende wezens ontwikkelen talen zich voortdurend. En net als organismen past taal zich aan aan de omgeving, waaronder het klimaat en het landschap.
In een onderzoek combineerden taalkundigen van onder andere de University of California in de VS gegevens van 633 talen met informatie over het klimaat en het milieu in de regio’s waar die talen gesproken worden.

Het Hawaïaans en andere talen uit weelderige, tropische gebieden zijn rijker aan klinkers dan talen uit bijvoorbeeld het bergachtige Georgië, die vol harde medeklinkers zitten.
Er komt een duidelijk patroon naar voren: talen in warme, bosrijke gebieden, zoals de tropen, zijn vaak klankrijker en lager en bevatten minder medeklinkers dan talen in droge, koude bergstreken.
Hawaïaans, gesproken in de tropen, is bijvoorbeeld een ronde, melodieuze taal waar alle woorden zacht eindigen op een klinker. Georgisch – gesproken in het bergachtige Georgië – zit daarentegen vol met harde medeklinkers die meestal aan het begin van woorden staan.
Volgens taalkundigen komt dit doordat talen met veel klinkers goed van een afstand hoorbaar zijn, terwijl talen die worden gedomineerd door snelle, hoge medeklinkers hun impact verliezen in vochtige en dichtbevolkte omgevingen.
Voeding beïnvloedt onze taal
Vreemd genoeg kan het voedsel dat we eten ook invloed hebben op hoe taal zich ontwikkelt: in een onderzoek uit 2019 stelden wetenschappers van onder meer het Duitse Max Planck-instituut in Jena vast dat een verandering in het dieet in het stenen tijdperk onze taal aanzienlijk heeft veranderd.
Toen we leefden als jager-verzamelaars, dus nog voor de komst van de landbouw, had de mens een zogeheten rand-tot-randgebit, waarbij de tanden in de boven- en onderkaak elkaar raken bij het bijten.
Deze gebitstand maakte het lastig om f- en v-klanken te maken – probeer het maar eens als je je kaak naar voren duwt. Maar toen we zo’n 5600 jaar geleden met landbouw en voedselbereiding begonnen, veranderde ons gebit en kregen we de lichte overbeet die de meeste mensen hebben.
Daardoor komen de v- en f-klank nu veel voor in de meeste moderne talen.
Eén taal verandert in vele
Talen evolueren snel. Dit is goed te zien als je films uit de jaren 1960 bekijkt of boeken uit een vervlogen tijdperk leest.
Volgens taalkundigen veranderen de talen iets met elke nieuwe generatie – en over een periode van een paar eeuwen zijn er al flinke verschillen in uitspraak, grammatica en woordenschat.
Europese talen komen van de steppen
Bijna alle talen die tegenwoordig door Europeanen worden gesproken, komen voort uit één taal, het Indo-Europees. Daaruit zijn meer dan 400 talen ontstaan, die nu door circa 60 procent van de wereldbevolking worden gesproken.

Oekraïne en Rusland zijn de bakermat
De inheemse Indo-Europese taal is waarschijnlijk 6000 jaar geleden ontstaan bij het nomadische Jamnavolk op de steppen van Zuid-Rusland en Oekraïne. Het volk staat vooral bekend om zijn grafheuvels met enkelvoudige graven, de koergans.
Taal ging naar het westen
5000 jaar geleden migreerden de Jamna naar het westen, waar hun taal de lokale talen verdrong. Onderzoekers denken dat de Jamna rond 2670 v.Chr. Denemarken bereikten en 100 jaar later verschenen in Zweden, Noorwegen en Finland.
Indiërs omarmen de taal
Rond 500 v.Chr. bereikte de Jamnataal onder andere Iran en India. Veel Indiase woorden lijken daarom op Europese woorden – het Engelse woord voor broer, ‘brother,’ klinkt als ‘bhratar,’ wat broer betekent in het Indiase Sanskriet.
Sommige woorden worden nu heel anders uitgesproken dan vroeger. Andere zijn verhuisd naar de marge van onze woordenschat, terwijl weer andere totaal zijn verdwenen.
Tegelijkertijd komen er steeds nieuwe bij. Appje, selfie en vliegschaamte zijn voorbeelden van woorden die we pas sinds kort kennen en die 20 jaar eerder geen betekenis hadden gehad.
Culturele invloeden of overgenomen woorden van andere talen spelen een zeer belangrijke rol in de ontwikkeling – zo doet Engels het in vele talen goed. Een taal kan zelfs zo sterk evolueren dat er geheel nieuwe talen ontstaan.
Het bekendste voorbeeld is het Latijn – moderne Europese talen zoals Frans, Spaans en Italiaans zijn dialecten van het Latijn, dat rond de 2000 jaar geleden door de Romeinen werd gesproken.
Supertalen zetten kleine talen onder druk
Terwijl nieuwe talen kunnen floreren, verdwijnen andere, net als bedreigde diersoorten. Dit gebeurt wanneer de laatste mensen die de taal beheersen, sterven.
In het jaar 2100 kunnen wel 1500 talen zijn verdwenen, volgens een Australische studie uit 2021. De redenen daarvoor zijn talrijk. Een van de meest merkwaardige is wel het aantal wegen.
‘Hoe meer wegen er lopen tussen dorp en platteland en tussen dorp en stad, hoe groter het risico dat een taal bedreigd wordt,’ zegt professor Lindell Bromham.
Met wegen kan een dominante taal kennelijk beter over een minderheidstaal heen walsen en deze verdringen, signaleert Bromham.
Veruit de grootste bedreiging voor kleine talen is de culturele en economische druk van andere talen die mensen als prestigieuzer en praktischer beschouwen. Dit komt doordat grote talen betere toegang bieden tot onderwijs en banen.
Supertalen als Engels, Russisch en Spaans bedreigen inheemse en minderheidstalen – maar niet alleen grote talen verdringen andere. In Afrika verdringen talen als het Masai, Somalisch en vooral Swahili de nog kleinere talen.
Oorlog of kolonisatie kunnen ook aan het uitsterven van een taal bijdragen, wat een tragedie uit Midden-Amerika bewijst: tijdens een bloedbad in El Salvador in 1932 doodde het regeringsleger rond de 25.000 inheemse rebellen. Het bloedbad draaide uit op de teloorgang van de inheemse talen Cacaopera en Salvadoraans Lenca.
Talen verrijzen uit de dood
Onderzoekers maken onderscheid tussen dode en uitgestorven talen: een taal wordt als dood beschouwd als we die wel begrijpen maar niet spreken, zoals Latijn, en een uitgestorven taal is een taal die niemand meer schrijft of spreekt.
Elke taal die uitsterft is een verlies voor de mens, want daarmee verdwijnt er een stukje van ons cultureel erfgoed en een unieke manier om naar de wereld te kijken. Het goede nieuws is echter dat een dode taal kan herrijzen.
Een voorbeeld is het Hebreeuws, een Semitische taal die bijna 3000 jaar oud is. Als spreektaal verdween het Hebreeuws rond de geboorte van Christus, al bleef het voortbestaan in religieuze teksten. In 1948 maakte Israël het Hebreeuws echter tot officiële taal van het land en nu is het de moedertaal van 6 miljoen mensen.

Hebreeuws, de oorspronkelijke taal van het Oude Testament, was ruim 1000 jaar lang een dode taal, totdat het in 1948 in Israël nieuw leven werd ingeblazen.
Het verhaal van het Hebreeuws is echter een uitzondering en de overgrote meerderheid van dode of stervende talen zal voor altijd verdwijnen. Dit geldt ook voor de meer dan 600 talen in Europa die op dit moment op het punt staan om uit te sterven of ernstig bedreigd worden.
Als je je echter zorgen maakt over het Nederlands, kun je je ontspannen. De bedreigde talen zijn nog kleiner, zoals het Keltische Manx, dat gesproken wordt op het eiland Man in de Ierse Zee.
De officiële talen die gebruikt worden door de overheid, het onderwijs en het leger, die de informatieverspreiding in een land domineren, zijn altijd sterk. En al is Nederland een klein land, onze taal is helemaal niet zo klein.
De meeste talen worden gesproken door nog geen 6000 mensen, dus Nederlands is groter dan 90 procent van alle andere talen in de wereld.