Toen de wereld in het voorjaar van 2020 stilviel door corona, haastten we ons naar de supermarkt en kochten we wat we konden – vooral toiletpapier.
De goederen kwamen later terug in de winkels en we stopten weer met hamsteren, maar het was wel duidelijk wat er gebeurt als een volk in paniek raakt.
In evolutionaire termen is paniek een van de meest onbegrijpelijke emoties die mensen en andere dieren kunnen ervaren.

Jill Byrnit is (mede)auteur van diverse vakboeken en wetenschappelijke artikelen over sociale relaties bij mensen en andere primaten.
We kunnen emoties ervaren die fijn, verontrustend of ronduit naar zijn, maar ze dienen allemaal een doel: ze moeten ons motiveren om te handelen of juist om iets te laten. Emoties waren een evolutionaire reactie op uitdagingen waarmee onze voorouders werden geconfronteerd.
Zonder angst sterft de soort uit
Angst is de belangrijkste vermijdingsemotie die we hebben. Paniek is extreme angst en doet zich voor wanneer je niet kunt vermijden waar je bang voor bent. Een levend wezen dat geen angst kan voelen, zal gevaarlijke personen of situaties onbevangen tegemoet treden en zal niet lang overleven. Voor zover we weten is dit de reden dat bijna elke diersoort wel een of andere vorm van angst kent. Insecten bijvoorbeeld ook. Kwallen zijn mogelijk een van de weinige diersoorten die niet met angst reageren.
Angst kan aangeboren zijn en bescherming bieden tegen roofdieren of gevaren van buitenaf, maar kan ook aangeleerd zijn – als je jezelf brandt aan een hete kachel, kijk je de volgende keer wel twee keer uit. Omdat angst fundamenteel over overleven gaat, zijn er ook veel verbazingwekkende en irrationele varianten.
Neem nu fobieën: soortspecifieke, aangeboren angsten voor voorwerpen of situaties.
Het kan bijvoorbeeld gaan om de angst voor spinnen (arachnofobie) of de angst voor kleine ruimten (claustrofobie). De spin is zelfs het dier waar we het meest bang voor zijn. Als mensen buiten een spin zien, gaan ze er vaak in een boog omheen, maar het zou veel zinvoller zijn als ze een fobie hadden voor verkeersongevallen, ziekten of luchtvervuiling.
Aan de laatste drie sterven veel meer mensen, maar onze oermenselijke houding richt zich op spinnen, ook al zijn die meestal niet gevaarlijk. En dat is heel moeilijk te veranderen.
Angst is moeilijk weg te nemen
Uit de elementaire leerpsychologie blijkt dat er voor het ontstaan van soortspecifieke, aangeboren fobieën – in tegenstelling tot angsten die het gevolg zijn van slechte ervaringen – geen enkele slechte ervaring nodig is. Ze kunnen niet worden weggeredeneerd en zijn in het algemeen zeer moeilijk weg te nemen, zelfs als we ons er geregeld expres aan blootstellen.
Emoties zijn ontstaan als reactie op een werkelijkheid die bestond in ons evolutionaire verleden, niet in ons heden.
Paniek is een extreme angstreactie. Jill Byrnit
Spinnen waren als dragers van infecties ooit een echt probleem voor de mens, en hoewel ze nog steeds een bedreiging vormen in sommige warme landen, vormen ze niet langer een gevaar voor het voortbestaan van de soort. Angst voor spinnen was dus ooit een evolutionaire selectieparameter, en aangezien spinnenangst hooguit ongemakkelijk maar niet schadelijk is, is er geen evolutionaire druk geweest om de angst er weer uit te werken.
Paniek is echter een extreme angstreactie. Waar angst de sterkste vermijdingsemotie is – en dient om ons ergens van weg te leiden – is paniek een vorm van angst waarbij je niet kunt vermijden wat vermeden moet worden.
Angst heeft vele gezichten
Angst is een van de belangrijkste emoties in de evolutie. Individuen die geen angst kunnen voelen, stellen zich bloot aan zulke levensbedreigende situaties dat de soort na verloop van tijd uitsterft. Angst bestaat echter in verschillende varianten bij dieren, afhankelijk van de soort. Het is noodzakelijk onderscheid te maken tussen angsten en fobieën.

Angst maakt alert
Dieren als eekhoorns en meerkatten communiceren zo goed dat ze elkaar voor elke soort roofdier met een andere kreet waarschuwen. Als een meerkat roofvogels hoort en bang is, drukt hij zich tegen de grond. Als hij roofdieren op de grond hoort, rent hij weg en verstopt hij zich achter een struik.

Spinnen geven fobieën
Een fobie is een zeer sterke angst die niet per se gebaseerd is op reëel gevaar. Dieren ontwikkelen zelfs soortafhankelijke fobieën. Veel mensen reageren bijvoorbeeld fobisch op insecten en spinnen, terwijl katachtigen bang zijn voor voorwerpen die op een slang lijken.

Angst is abstract
Je kunt bang zijn voor specifieke gevaren, maar vaak richt angst zich op het abstracte. Denk maar aan de angst om te sterven of alleen te zijn of het gevoel van zinloosheid. Angst is een abstracte vorm die veel mensen proberen te bezweren, onder meer door artistieke expressie.
Paniek is zo’n heftige reactie op angst dat je erdoor kunt verstarren of juist jezelf in gevaar kunt brengen. Kennis op dit gebied komt meer voort uit anekdotes en alledaagse waarnemingen dan uit echte experimenten, aangezien we mensen om ethische redenen niet aan paniek blootstellen in het laboratorium.
Paniek bij dieren
Het is moeilijk in te zien hoe het nuttig kan zijn dat je zo overstuur bent dat je niet kunt reageren op gevaar, maar in de dierenwereld zien we wanneer paniek van pas kan komen.
Bij gevaren zijn vooral twee opties reëel: vechten of doen alsof je dood bent. Dat laatste doen muizen als ze in een hoekje zijn gedreven. Ze kunnen ‘bevriezen’ tot ze zo doods lijken dat zelfs de slimste kat ze over het hoofd ziet. Het probleem met paniekerige mensen is dat we in vredestijd zelden in situaties belanden waarin het helpt om te vechten of jezelf dood te houden.
Paniek heeft niets te maken met gezond verstand, maar alles met overleven, hoe irrationeel onze acties ook lijken.
De ervaring leert dat als de paniek eenmaal toeslaat, er weinig te doen valt om deze te beteugelen. Het beste wat je kunt doen is je eigen reacties leren kennen en je lichaam een andere reactie aan te leren voor als de volgende paniekaanval komt.