Het pigment melanine is de belangrijkste factor die onze oogkleur bepaalt. Hoe meer melanine, hoe donkerder de kleur.
Bij kleine hoeveelheden melanine in de iris van het oog ziet dat oog er blauw uit.
De kleur zit niet in de ogen. Wij zien blauw door de manier waarop licht in de lucht wordt verstrooid en weerkaatst.
Op dezelfde manier zien we de lucht als blauw door de manier waarop zonlicht wordt verstrooid door moleculen in de atmosfeer.
Bij een matige hoeveelheid melanine krijg je groene ogen, en bij een grote hoeveelheid donkerbruine ogen.
Baby’s maken in hun eerste levensjaar maar weinig melanine aan, waardoor ze vaak blauwe ogen hebben.
Geleidelijk neemt de melanineproductie toe, en zo wordt de oogkleur na verloop van tijd meestal donkerder.
De hoeveelheid en de soorten pigment die de oogkleur bepalen, worden geregeld door genen. In 2021 bleek uit een studie van 157.485 Europeanen dat 61 genen samen de kleur van de ogen reguleren. Ze beïnvloeden niet alleen de samenstelling van het pigment, maar ook factoren als de structuur van de iris.
En niet alleen bij onze oogkleur speelt melanine een rol, het is ook aanwezig in de huid. De hoeveelheid melanine zorgt er overigens ook voor dat een donkere huid minder snel veroudert dan een lichte.