Shutterstock
Poetin

Zo verandert macht je brein

Macht is een ingrijpende constructie die elk onderdeel van je bestaan doordesemt. En er is maar een beetje van nodig om je persoonlijkheid flink te veranderen.

Macht heerst overal. Op het schoolplein, op de werkplek, in het gezin en – niet in de laatste plaats – in de internationale politiek: wanneer leiders van militaire grootmachten kleinere landen bedreigen en binnenvallen.

En volgens tientallen jaren wetenschappelijk onderzoek kan zelfs een kleine hoeveelheid macht heel veel veranderen, van je handelingen tot de snelheid waarmee je bloed wordt rondgepompt.

Wetenschappers hebben zelfs ontdekt dat macht de hersenen ongeveer even sterk kan veranderen als een hersenbeschadiging.

Lees hier hoe macht zijn sporen nalaat in je lichaam en hersenen:

1. Gevoel van macht maakt je minder empathisch

Een van de meest vooraanstaande onderzoekers in de psychologie van macht is Dacher Keltner, hoogleraar psychologie aan UC Berkeley.

Na tientallen jaren bestudeerd te hebben hoe macht mensen beïnvloedt, introduceerde hij zijn ’paradox van de macht’:

‘Mensen krijgen vaak macht door zich in te zetten voor het algemeen welzijn via waarden als empathie en samenwerking, maar verliezen juist die kwaliteiten zodra ze aan de macht komen.’

Gebaseerd op zijn eigen en andere studies verklaart Keltner dat mensen met macht zich soms gaan gedragen alsof ze een hersenbeschadiging in de frontale kwabben hebben opgelopen.

Ze worden bijvoorbeeld impulsiever en kunnen zich moeilijker verplaatsen in andermans standpunt.

Bush met omgekeerde Amerikaanse vlag

George W. Bush trok de aandacht door de Amerikaanse vlag achterstevoren te draaien om zijn zwemmende landgenoten aan te moedigen tijdens de Olympische Spelen van 2008. Een beroemd onderzoek wijst uit dat macht het moeilijker maakt om dingen vanuit het gezichtspunt van een ander te zien.

© Getty Images

Dat laatste werd duidelijk in een beroemd experiment uit 2006.

De deelnemers werd gevraagd de letter ’E’ op hun voorhoofd te tekenen, zodat anderen het konden lezen. Een taak waarvoor ze zichzelf moesten kunnen zien vanuit het gezichtspunt van de ander.

De onderzoekers ontdekten dat de proefpersonen die zich het machtigst voelden, drie keer zo veel kans liepen om de letter zo te tekenen dat hij goed stond voor henzelf, maar verkeerd om voor alle anderen.

2. Macht maakt je egoïstisch

Leider van achteren gezien

In het zogeheten Cookie Monster-experiment – met heel onschuldige koekjes – bleek dat macht ons van het ene op het andere moment egoïstisch kan maken.

© Shutterstuck

Zelfs een beetje macht kan je persoonlijkheidskenmerken flink veranderen en je van het ene moment op het andere egoïstisch maken. Dat stelt een studie uit 1998 die onderzoekers in de wandelgangen het ‘Cookie Monster-experiment’ noemen.

Hierbij werd een groep deelnemers een laboratorium ingestuurd en in groepen van drie verdeeld. In elke groep werd iemand als leider aangewezen, die de anderen moest beoordelen.

Daarna zetten de onderzoekers een schaal met vijf koekjes in de ruimte.

Volgens de onderzoekers was het duidelijk hoe de willekeurig gekozen leider meer geneigd was een extra koekje te nemen.

En dat niet alleen. De leiders schrokten meer dan de anderen: ze aten het koekje met open mond en de kruimels vlogen in het rond.

Dit laatste was vooral kenmerkend voor de mannelijke leiders in het experiment.

3. Macht verandert je hersenen

Een opgetrokken mondhoek, een hartelijke lach of een welgemeend hoofdknikje.

We bestoken elkaar voortdurend met kleine lichamelijke boodschappen. En de menselijke hersenen zijn uitgerust met speciale zenuwcellen, spiegelneuronen genoemd, waardoor we voortdurend de bewegingen van andere mensen spiegelen alsof we ze zelf uitvoeren.

De spiegelneuronen bevinden zich vooral in het voorste deel van de hersenschors. Dankzij die neuronen kunnen we bijvoorbeeld de bewegingen van anderen tijdens een gesprek nabootsen, zodat we hun gedrag en bedoelingen beter kunnen begrijpen.

Je spiegelt anderen aan één stuk door

Makaak spiegelt een mens
© Wikimedia Commons

Spiegelneuronen werden in 1992 ontdekt tijdens een experiment met resusapen. Bij zowel apen als mensen bevinden spiegelneuronen zich hoofdzakelijk in de hersenschors.

© Wikimedia Commons

De hersenschors is het deel van de hersenen dat we gebruiken om onze bewegingen te plannen en te beheersen. Op de foto zie je een pasgeboren makaak.

Verder activeren de spiegelneuronen dezelfde hersengebieden als bij de persoon die de handeling uitvoert – ook al voeren we de handeling zelf niet direct uit.

Als je bijvoorbeeld naast iemand zit die een auto bestuurt, zullen bij jou dezelfde hersengebieden oplichten als bij de bestuurder.

Maar uit een onderzoek uit 2014 bleek dat spiegelneuronen veel minder actief zijn bij mensen met macht.

In het onderzoek keken de proefpersonen naar een video van een hand die in een bal knijpt, terwijl onderzoekers hun hersenactiviteit volgden met behulp van zogeheten transcraniële magnetische stimulatie, een methode om de zenuwcellen aan het werk te zien.

En hier werd duidelijk dat het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor beweging en spieractiviteit in het lichaam, bekend als de motorische cortex, veel minder actief was bij de proefpersonen die zich machtig voelden.

Dit deden de onderzoekers

4. Machtige mensen pompen hun bloed sneller rond

Een van de belangrijkste taken van het bloed is de cellen van het lichaam te voorzien van zuurstof uit de longen en kooldioxide de andere kant op te vervoeren. Dit gebeurt door rode bloedcellen, die vol zitten met het ijzerhoudende eiwit hemoglobine.

Elke minuut pompt je hart zo’n 5 liter zuurstofrijk bloed rond al je organen en weefsels. Het zuurstofarme bloed gaat terug naar je longen.

De hersenen vormen een van de meest energie- en zuurstofverslindende organen van het lichaam. Al maken ze maar 2 procent van je lichaamsgewicht uit, ze zijn goed voor 20 procent van het totale zuurstofverbruik.

En die toevoer van verse zuurstof en voedingsstoffen van het hart naar de hersenen lijkt sneller te gaan bij mensen in een machtige positie.

Dat was althans een van de conclusies van een onderzoek uit 2013. Hierbij ontdekten wetenschappers van de universiteit van Californië dat zuurstofrijk bloed sneller van het hart naar de hersenen gaat bij gezagsdragers, zoals politieagenten.