Déjà vu kan te wijten zijn aan geheugenpatronen
De meeste mensen denken dat een déjà vu het gevolg is van toevallige overeenkomsten tussen een huidige en een vroegere, vaag herinnerde situatie.
Volgens de Nederlandse psychiater Herman Sno worden herinneringen net zo opgeslagen als hologrammen. In tegenstelling tot foto’s bevat elk deel van het hologram de informatie die nodig is om het hele beeld te vormen.
Maar hoe kleiner het deel dat je ziet, hoe waziger het beeld wordt.
Een déjà vu zou dan optreden wanneer een detail in je huidige ervaring overeenkomt met een deeltje van een vorige belevenis, waardoor een wazig beeld van een oude ervaring zich vermengt met de situatie nu.
Het past in deze theorie dat een déjà vu meestal heel sterk is als je niet zo geconcentreerd bent, bijvoorbeeld door agitatie, uitputting of ziekte.
Déjà vu als symptoom van epilepsie
Hoewel een déjà vu veel voorkomt bij gezonde mensen, is het ook een bekend symptoom bij mensen met temporaalkwabepilepsie.
Mensen met die specifieke vorm van epilepsie krijgen vóór een aanval vaak een déjà vu, en daarom denkt wetenschapper en neuroloog Josef Spatt dat de oorzaak van een déjà vu daar te vinden is.
Volgens zijn onderzoek is een déjà vu het gevolg van een kortstondig defect in de gyrus parahippocampalis in de hersenen, een gebied van de temporale kwab dat vooral betrokken is bij herkenning.
Het resultaat is een voorbijgaand gevoel van herkenning dat wordt versterkt door de verbinding met hersengebieden die ook bij het geheugen zijn betrokken, zoals de hippocampus.
Bij temporaalkwabepilepsie kan de ziekte het defect veroorzaken, terwijl het – om nog onbekende redenen – spontaan optreedt bij gezonde mensen.