Een kietelsensatie kan op twee manieren ontstaan: door een zeer lichte aanraking van de huid met bijvoorbeeld een veer (knismesis) of in een grovere vorm, door herhaalde druk op of aanraking van gevoelige plekken op het lichaam (gargalesis).
Vooral met dat laatste kun je iemand laten lachen.
Maar als je de kietelige plekken bij jezelf probeert aan te raken, voel je niet dezelfde drang om te lachen. Het lijkt er namelijk op dat voor lachen in de context van kietelen een verrassingselement nodig is.
Kleine hersenen zijn klikspaan
De hersenen sorteren zintuiglijke input en onderdrukken verwachte sensaties, zoals de druk van een schoen tegen je voetzool. Zo kun je je aandacht richten op nieuwe en mogelijk belangrijkere gewaarwordingen. En daar mag je blij om zijn, want anders zou je je de hele dag kietelig voelen.
Eind jaren 1990 scanden onderzoekers de hersenen van mensen die door een robot in hun handpalm werden gekieteld. Het gekriebel kon door de onderzoekers of door de proefpersoon zelf worden geactiveerd. De onderzoekers registreerden wat er in de hersenen gebeurde.
Het bleek dat er bij een proefpersoon die van plan was zichzelf te kietelen, een boodschap van de kleine hersenen naar de hersenschors ging over de te verwachten sensatie. De kleine hersenen verpesten dus de verrassing.