1. Ochtendmoeheid komt doordat biologische klok verkeerd staat

Uit onderzoek blijkt dat de biologische klok van pubers ongeveer twee uur is verzet. Daarom voelt het voor hen alsof het 5.00 uur is als om 7.00 uur de wekker gaat.
Bovendien vallen pubers 's avonds minder gemakkelijk in slaap dan volwassenen, doordat ze gevoeliger zijn voor licht, dat de aanmaak van het slaaphormoon melatonine remt.
2. Kleine taakjes bezorgen pubers stress

Jonge pubers gebruiken zelfs voor kleine taken hun volledige brein, terwijl de hersenen bij volwassenen de activiteiten in minder gebieden concentreren. Met de tijd worden we er dus beter in om onze aandacht te richten en slechts aan één ding tegelijk te denken.
Door de wirwar van gedachten kunnen jonge pubers zich niet concentreren op bijvoorbeeld hun huiswerk. Bovendien blijkt uit onderzoek dat de concentratieproblemen het grootst zijn bij tieners die steeds hun telefoon in hun hand hebben of hem 's nachts naast hun bed leggen.
3. Jongeren worden high van winnen
Veel pubers spijbelen wel eens, omdat ze liever met hun vrienden willen rondhangen. Dat heeft ermee te maken dat het beloningscentrum in hun hersenen meer aandacht vraagt dan bij volwassenen het geval is.
Als er om geld wordt gespeeld, verliezen pubers veel meer dan volwassenen, omdat ze voor de grote winst gaan. De hang naar winnen en het op gokverslaving lijkende gedrag komen waarschijnlijk doordat het beloningscentrum hyperactief is en daardoor gemakkelijker te activeren, waardoor de puber 'high' wordt.
4. Onvolgroeid brein leidt tot verwarring

Ze vergeten afspraken en komen voortdurend te laat. Die verwardheid wordt veroorzaakt doordat het voorste deel van de frontale kwabben – de prefrontale cortex – nog niet volgroeid is.
De frontale kwabben zijn betrokken bij strategisch plannen, en uit een experiment bleek dat jongeren naarmate ze ouder worden steeds beter kunnen structureren en plannen. Deze verbetering zet zich voort tot rond het 25e levensjaar, wanneer het voorste deel van de frontale kwabben volledig ontwikkeld is.
5. Onberekenbaarheid komt door slechte verbinding

Als een puber door het lint gaat om iets onbenulligs, kan de volwassene misschien maar het beste de schouders ophalen. De puber kan namelijk nog niet normaal reageren.
Een klein gebied diep in de hersenen, de amygdala genoemd, hanteert onze emoties. De amygdala is vanaf de jeugd al volledig ontwikkeld, maar moet worden verbonden aan de frontale kwab, die pas later volgroeid is. Het contact tussen de twee hersengebieden is slecht, waardoor het voor de puber moeilijk is zijn emoties af te stemmen en normaal te reageren.
Hetzelfde verschijnsel zie je bij psychopaten. Die kunnen vaak, net als pubers, geen schaamte, schuld of empathie voelen.
Daarbij komt dat pubers de emoties van anderen slecht kunnen interpreteren. Een bezorgd gezicht van een ouder wordt daardoor vaak uitgelegd als boosheid in plaats van bezorgdheid. Met als gevolg dat de puber de bezorgdheid van de volwassene nog groter maakt door een woede-uitbarsting.