Wetenschappers van de universiteit van Aarhus in Denemarken hebben bewezen dat er twee varianten van parkinson zijn. De een begint in de hersenen, de ander in de darmen.
Parkinson ontstaat als het eiwit alfa-synucleïne zich verkeerd opvouwt. Als dat één keer gebeurt, vouwen andere eiwitten zich ook verkeerd op, en dit kan zich in het lichaam en de hersenen verspreiden.
Als deze eiwitten zich ophopen in de substantia nigra in het brein, daalt de dopamineproductie, wat leidt tot de trillingen die kenmerkend zijn voor parkinson.