Miljoenen mensen ondervinden jaarlijks acuut en langdurig slaapgebrek.
En hoewel we al tientallen jaren de vier slaapfasen kennen, waaronder de REM-slaap, weten we nog steeds vrij weinig van de hersenactiviteit tot het moment dat we in slaap vallen – in ieder geval tot nu.
Van 4 tot 19 fasen
In een Deens-Brits onderzoek van de universiteiten van Aarhus en Oxford zijn hersenscans van 57 proefpersonen gemaakt terwijl ze in slaap vielen en sliepen.
Uit de resultaten blijkt dat het brein maar liefst 19 fasen doorloopt tussen alertheid en diepe slaap, en dat het grootste deel van die fasen plaatsvindt tijdens de zogeheten N1-fase, waarbij je langzaam in slaap valt.
Dit maakt het beeld van de slaapcyclus een stuk gedetailleerder en zorgt ervoor dat we problemen met in slaap vallen beter kunnen begrijpen.
En dat is nog niet alles.
Wetenschappers kunnen slaappatroon beïnvloeden
Op basis van de hersenscans is een computersimulator van het brein en de activiteiten rond de slaap ontwikkeld, waarbij aan het licht kwam dat het slaappatroon van de hersenen te beïnvloeden is.
De onderzoekers kunnen de hersensimulator uit een diepe slaap wekken door bepaalde plekken te stimuleren. En als de respons overeenkomt met die van echte hersenen, dan liggen nieuwe behandelmethoden van slapeloosheid in het verschiet.
Want als de onderzoekers de hersenen uit een diepe slaap kunnen wekken, kunnen ze ze theoretisch ook diep in slaap brengen, bijvoorbeeld door de plekken te stimuleren met elektrische impulsen.
Om de validiteit van de hersensimulator te testen, willen de wetenschappers nu gaan experimenteren met apen.