Shutterstock

Kleine hersenen zijn gezellig

IN HET LICHAAM: Je kleine hersenen brengen je op gang als je in gezelschap van andere mensen bent.

Onder onze grote hersenen zitten de vuistgrote kleine hersenen, die voorheen slechts als het motorisch centrum beschouwd werden.

Maar nu is ontdekt dat ze nog veel meer belangrijke functies hebben. Zo zorgen ze ervoor dat we graag met anderen samen zijn.

Het was al bekend dat de kleine hersenen mogelijk meespelen bij schizofrenie en autisme, die sociaal gedrag belemmeren

Kleine hersenen zijn verbonden met beloningscentrum

Amerikaanse onderzoekers bekeken daarom hoe de kleine hersenen verbonden zijn met andere hersengebieden.

Met een speciale techniek lieten ze de hersencellen van muizen oplichten wanneer die actief zijn.

Zo ontdekten ze dat veel zenuwcellen in de kleine hersenen een krachtige verbinding hebben met het VTA (ventral tegmental area), een gebied in het midden van de grote hersenen.

Dit centrum maakt deel uit van het beloningssysteem van de hersenen, dat dopamine afstaat en ons blij maakt als we bepaalde handelingen uitvoeren.

Zo werken de kleine hersenen en het beloningscentrum

Kleine hersenen

De kleine hersenen, die achter de grote hersenen liggen, coördineren je bewegingen en helpen je in evenwicht te blijven. Hoewel ze kleiner zijn dan de grote hersenen, bevatten ze meer zenuwcellen. Als de kleine hersenen beschadigd raken, zullen je bewegingen minder vloeiend worden en kan het lijken of je dronken bent als je loopt.

1

Beloningscentrum

Het beloningscentrum en het hele beloningssysteem worden geregeld door dopamine, een stof die een gelukkig gevoel veroorzaakt. De kleine hersenen activeren het beloningscentrum VTA als je in het gezelschap van anderen bent. Daardoor komt er dopamine vrij en voel je je goed.

2
© Life Science Databases (LSDB)

Daarna bestudeerden de onderzoekers wat er nodig was om de zenuwverbindingen te activeren.

Dat bleek alleen te gebeuren als de muizen samen waren.

En toen de onderzoekers de dopaminesignalen blokkeerden, zochten de muizen elkaar niet meer op.

Dus de kleine hersenen houden van gezelschap.