Lees de volgende woorden één keer langzaam: bed, rust, moe, droom, dekbed, tukje, snurken, dommelen, sluimeren, slaperig.
Voorlopig hoef je er niet meer over na te denken – we komen erop terug – maar ze spelen een belangrijke rol in een klassiek experiment van het hersenonderzoek, de DRM-test.
Die leverde in de jaren 1950 een van de eerste wetenschappelijke bewijzen dat ons geheugen niet alleen gebrekkig is, maar ook de boel bij elkaar liegt.
Iedereen kan morrelen aan zelfs zijn meest vaste herinneringen.
De conclusies van de DRM-test zijn de afgelopen jaren door nieuwe experimenten geschraagd.
Die tonen aan dat ons brein ons opzadelt met pure verzinselen in plaats van ‘echte’ herinneringen en dat zelfs je meest vaste herinneringen te manipuleren zijn. En dat is niet zonder gevolgen.
Volgens een Amerikaans register zijn in de VS – het land waar de meeste organisaties werkzaam zijn om onschuldige gevangenen te helpen – honderden mensen ten onrechte veroordeeld wegens valse herinneringen.
Maar de geleerden begrijpen steeds meer van het brein en kunnen dankzij nieuwe kennis ook traumatische herinneringen gaan wissen.
Levenslang na valse herinnering
Een scholiere werd in november 2004 in de Amerikaanse stad San Diego verkracht, en zowel het slachtoffer als een ooggetuige gaven ongeveer dezelfde beschrijving van de dader: blanke man van midden twintig, 1,78 lang, normaal postuur, bruin haar en een ringbaard.
De politie arresteerde een mogelijke dader, Uriah Courtney, en de twee getuigen kregen foto's te zien van hem en vijf andere jongemannen.
Slechts drie van de mannen hadden een baard en Courtney had een vollere dan de anderen. De getuigen wezen hem daarop als dader aan.
Aanvankelijk was het slachtoffer slechts 60 procent zeker van de identificatie, maar naarmate de zaak vorderde, raakte zowel zijzelf als de ooggetuige er steeds meer van overtuigd dat Courtney de dader was.

Uriah Courtney (links onder) werd in een verkrachtingszaak aangewezen als dader, maar hij was onschuldig.
Ze kregen herhaaldelijk zijn foto te zien, en wisten allebei dat ook de ander Courtney als de dader had aangewezen.
Toen de zaak een jaar daarna voor de rechter kwam, leed het voor het slachtoffer en de getuige geen twijfel meer: Courtney was schuldig.
Het slachtoffer verklaarde zelfs dat ze nooit zou vergeten hoe de dader eruitzag. De twee getuigenissen overtuigden de rechter en Courtney kreeg levenslang voor verkrachting.
Een DNA-analyse bewees acht jaar later Courtneys onschuld en bracht de politie op het spoor van de echte dader.
Bankklant wordt bankovervaller
Courtney was het zoveelste slachtoffer van ons onbetrouwbare geheugen. In 2019 stelde het Innocence Project, een organisatie die onschuldige veroordeelden helpt, dat in 69 procent van alle gevallen waarin een onschuldige is veroordeeld, de dader niet goed is geïdentificeerd.
De neuroloog Thomas Albright onderzocht waarom ooggetuigen onbetrouwbaar kunnen zijn en stelt dat de hersenen de herinneringen kunnen verfraaien met voorkennis.
De meeste mensen stellen zich bijvoorbeeld een bankovervaller voor met een wapen in de hand, dus als we een overval meemaken en de bankovervaller naar de dame achter de balie zien wijzen, zullen we achteraf zweren dat hij een pistool had – of dat nu klopt of niet.
742 Amerikanen die op grond van valse getuigenissen vastzaten, zijn nu vrij.
Op dezelfde manier kan het geheugen vervormd worden als we een herinnering combineren met een totaal andere gebeurtenis.
In een experiment uit 2009 liet psycholoog Helen Paterson twee groepen mensen ieder een variant van een clip uit een misdaadfilm zien.
Vervolgens moesten de proefpersonen steeds twee aan twee – een uit elke groep – de clip die ze hadden gezien, bespreken, maar ze kregen te horen dat ze dezelfde clip hadden gezien.
Wanneer de ene persoon details noemde die alleen aan haar waren getoond, dan nam de ander die vaak over.
Na het gesprek konden de proefpersonen geen onderscheid meer maken tussen wat ze daadwerkelijk hadden gezien en wat hen daarna was verteld.




Valse herinnering laat aan in je brein
Je herinneringen zijn geen vaste, waarheidsgetrouwe weergaven van het verleden. Ze bestaan uit netwerken in je hersenen die constant op de schop gaan. En je kunt moeiteloos valse elementen introduceren in zelfs je sterkste herinneringen.
Hippocampus verzamelt de onderdelen van de herinnering
Een ervaring activeert diverse delen van de hersenen. Zo kan de indruk van een mens de insula activeren, terwijl een boom gedachten opwekt in de frontaalkwab. De onderdelen worden opgeslagen in netwerkjes en de hippocampus maakt er een totaalplaatje van.
Netwerken van de herinnering gaan op eigen houtje opereren
De hippocampus moet de herinnering vooral tot stand brengen, en als de herinnering keer op keer opgeroepen wordt, zullen de verbindingen tussen de netwerken ervan steeds sterker worden, terwijl de verbindingen met de hippocampus vervagen.
Valse voorstellingen dringen door in het geheugen
Als de herinnering wordt opgeroepen, is ze instabiel en kan er een verwachting insluipen, zoals van een auto die voor het huis zou zijn gestopt. Het netwerk dat die verwachting opslaat, haakt bij de hippocampus aan en wordt met de herinnering geïntegreerd.
In een proef uit 2019 liet psycholoog Julie Earles 96 proefpersonen 53 filmfragmenten bekijken, waarbij verschillende acteurs een simpele handeling als veters strikken moesten uitvoeren.
Daarna moesten de proefpersonen naar nog eens 53 clips kijken en zeggen of ze deze al hadden gezien. Sommige fragmenten waren inderdaad precies zo vertoond, maar andere clips waren gewijzigd: dezelfde act werd uitgevoerd, maar nu door een andere acteur.
Het ging dus om een nieuwe combinatie van acteurs en handelingen. Uit de resultaten bleek dat de proefpersonen in 46 procent van de gevallen de clips door elkaar haalden en ten onrechte zeiden dat ze de betreffende fragmenten al hadden gezien.
In een rechtszaak kan zoiets een ramp zijn. Zo kan een getuige in zijn geheugen het gezicht van een klant van een bank op het hoofd van de overvaller plakken. Daarom werken de onderzoekers nu aan tools die de politie kunnen helpen valse getuigenissen te minimaliseren of op te sporen.
In 2019 toonde psycholoog Philip Gustafsson aan dat getuigen vlak voor een valse getuigenis vaak langer aarzelen dan voor een echte. Maar soms dus niet, zoals in de rechtszaak tegen Uriah Courtney, dus de wetenschap moet het verschijnsel beter leren begrijpen.
Fouten sluipen in de netwerken
Voordat je verder leest over het onderzoek naar valse herinneringen, denk dan even over de tien woorden die aan het begin van het artikel werden genoemd.
Blader niet terug en pak een potlood en een stuk papier. Schrijf zoveel mogelijk woorden op als je je kunt herinneren. Klaar? Dan gaan we verder.
Als je iets nieuws meemaakt, worden zenuwcellen geactiveerd in verschillende delen van de hersenen, die elk een stuk van de ervaring behandelen.
Zo worden beelden verwerkt in het gezichtscentrum, emoties in de amygdala en feitelijke kennis in de temporaalkwabben.
Wil je de gebeurtenis nu bewust of onbewust onthouden, dan gaan de verschillende centra zenuwverbindingen aan met de hippocampus, een hersengebied waarvan de flexibele netwerken de centra aan elkaar koppelen, zodat de herinnering je lang bij zal blijven.
Als dat is gebeurd, wordt de herinnering in meer of mindere mate van de hippocampus losgekoppeld. Vooral in het begin is een herinnering vatbaar voor manipulatie. Verzonnen details kunnen zich er gemakkelijk bij aansluiten.
Maar zelfs nadat een herinnering zich goed in de hersenen heeft vastgezet, is deze nog onderhevig aan manipulatie. Telkens als je de herinnering oproept, wordt haar spoor door de hersenen instabiel, waarna ze wordt opgeslagen in een nieuwe variant met meer en sterkere zenuwverbindingen tussen de betrokken hersencentra.
Het brein moet ruimte besparen in het geheugen om niet door informatie overspoeld te worden.
Dit proces van reconsolidatie versterkt het geheugen. Maar de instabiele herinnering kan ook in een heel andere versie worden opgeslagen.
De onderzoekers weten niet precies waarom het brein zo werkt. Een mogelijke verklaring is dat de hersenen ruimte in het geheugen moeten besparen om niet door informatie overspoeld te worden.
Ze vervangen daarom specifieke details in de herinneringen door algemenere informatie en vullen de hiaten op via associatienetwerken.
Je herinnert je bijvoorbeeld niet precies hoe een bepaalde boom eruitzag, maar als je de herinnering ophaalt, haal je een beeld van een boom op uit een ander deel van de hersenen.
Daarom moet de politie er in strafzaken voor zorgen dat getuigen zoveel mogelijk afgeschermd worden van informatie die herinneringen gemakkelijk kunnen verdraaien.
Je herinnert je verkeerde details
Valse herinneringen ontstaan niet alleen als je getuige bent van een misdaad.
In een wetenschappelijk overzichtsartikel uit 2019 beschreef neuroloog Alyssa Sinclair hoe een herinnering aan een gezellige avond op het strand waarop een goede vriend gitaar speelde, mettertijd kan veranderen.
Als de herinnering in het begin al niet sterk is, zal de gitaar slechts vaag in het geheugen verschijnen als je weer op het strand bent.
En als er nu een vreemde op het strand zit te trommelen, kun je je plotseling een avond herinneren waarin de gitaar van je goede vriend is vervangen door trommels.

In een vakantieherinnering kan een gitaar veranderen in trommels, want je brein siert de herinnering op met andere informatie.
En de valse herinneringen aan je eigen verleden kunnen behoorlijk uitgebreid zijn.
Zo liet psycholoog Elizabeth Loftus in een aantal experimenten zien dat ze een kwart van de proefpersonen kon overtuigen dat ze als kind in een winkelcentrum verdwaald waren – een gebeurtenis die nooit echt had plaatsgevonden.
Sommige proefpersonen kwamen prompt met allerlei details van de fictieve ervaring op de proppen.
Wetenschappers grijpen in
Die beïnvloeding van herinneringen gaan de onderzoekers nu gebruiken om onder meer psychische stoornissen te behandelen, zoals de posttraumatische stressstoornis, PTSS.
PTSS-patiënten hebben herinneringen aan trauma’s die zichzelf versterken, zich blijven opdringen en angst veroorzaken. Door in te grijpen als de herinnering opspeelt kunnen wetenschappers het zenuwnetwerk van de herinnering verzwakken.
Zo liet neuroloog Elizabeth Phelps zien dat ze PTSS-patiënten kan helpen door ze eerst te herinneren aan hun ervaringen en ze vervolgens een gevoel van veiligheid bij te brengen.
Ook blijkt uit onderzoek dat het medicijn propranolol in combinatie met het oproepen van de nare herinneringen voorkomt dat adrenaline het zenuwnetwerk van de herinnering prikkelt, waardoor die minder intens wordt.
Medicijn verzwakt slechte herinnering
Herinneringen aan oorlog en geweld blijven terugkomen en zorgen steeds voor een explosie van adrenaline en angst in het lichaam. Nu willen onderzoekers ingrijpen in het proces met een medicijn en zo de traumatische herinneringen verzwakken.

Nare herinnering maakt adrenaline vrij
Patiënten met een posttraumatische stressstoornis, PTSS, hebben traumatische herinneringen. Zo kan een oorlogsveteraan doodsbang worden als hij een wapen ziet dat doet denken aan zijn ervaringen. Die angst ontstaat onder meer doordat het lichaam adrenaline (geel) aan de hersencellen afstaat.

Adrenaline versterkt het trauma
Adrenaline hecht zich aan zogeheten bèta-2-receptoren in het angstcentrum van de hersenen, de amygdala, dat de signalen dan doorstuurt naar het geheugencentrum, de hippocampus. De hippocampus slaat de nare herinnering in een versterkte versie in de hersenen op, wat PTSS in stand houdt.

Medicijn blokkeert adrenaline
Het medicijn propranolol (blauw), een zogeheten bètablokker, hecht zich aan de bèta-2-receptoren in de amygdala en blokkeert de adrenaline. Daarmee wordt de hippocampus niet geactiveerd en wordt de herinnering zwakker. Na een aantal sessies kan propranolol de stoornis van de patiënt verlichten.
De onderzoekers proberen om in detail te begrijpen hoe herinneringen ontstaan en veranderen, maar ze hebben al een lange weg afgelegd sinds valse herinneringen voor het eerst met behulp van DRM-tests werden gedocumenteerd.
In zo’n test krijgt een proefpersoon eerst een reeks woorden rond een bepaald onderwerp te zien, net zoals de tien woorden aan het begin van dit artikel. Pak de lijst van woorden die je je kon herinneren er maar bij.
Uit eerdere onderzoeken blijkt dat je met 60 procent kans de woorden ‘slapen’ of ‘slaap’ hebt opgeschreven, al staan die niet op de lijst.
Dit komt doordat de hersenen zijn gaan voortborduren op de woorden in de lijst, waarmee er een valse herinnering is begonnen. En zelfs als je er deze keer niet ingetuind bent, geven wetenschappers je op een briefje dat je in je dagelijks leven constant dit soort vergissingen maakt.
Het artikel kwam oorspronkelijk uit in 2020.