De proefpersonen waren het over het geheel genomen erg eens. Dat duidt op een fundamenteel vermogen om gezichten te zien en te interpreteren – ook ingebeelde.
Zelfde neiging als bij echte gezichten
De onderzoekers toonden ook een bekende psychologische neiging aan.
Gezichtsuitdrukkingen hebben invloed op onze verwachtingen en percepties, waardoor na een serie blije gezichten het volgende gezicht ook blij lijkt.
Dat verband gold ook als de gezichten van een paprika of een kop koffie waren.
Dat duidt er volgens de onderzoekers op dat bij ingebeelde en echte gezichten dezelfde hersencircuits actief zijn.
Hersenen zoomen in op gezichten
Ze denken dat de hersenen meer bezig zijn met het interpreteren van gezichtsuitdrukkingen dan met het bepalen of het gezicht wel van een mens is, omdat sociale intelligentie altijd essentieel is geweest voor ons.
Door gezichten en uitdrukkingen snel te herkennen, kunnen de hersenen beter bepalen of een situatie gevaarlijk kan worden.
Daarom proberen de hersenen steeds gezichtsuitdrukkingen te ontcijferen, ook als de ogen op een stopcontact zitten.