Eeneiige tweelingen zijn een goudmijn voor de wetenschap. Ze kunnen duidelijk maken of we vooral gevormd worden door aanleg of door opvoeding.
Uit scans blijkt dat hersenstructuren die betrokken zijn bij de intelligentie voor 95 à 100 procent identiek zijn bij eeneiige tweelingen. Ze zijn dus even slim.
Op basis van de scans en intelligentietests werd geconcludeerd dat aanleg een grote invloed heeft op de intelligentie, terwijl opvoeding een marginale rol speelt.
Maar die opvatting wordt in 2022 betwist door een studie.
Amerikaanse tweelingzus was dommer
De onderzoekers testten verschillen en overeenkomsten tussen twee tweelingzussen (1974), die op hun tweede gescheiden werden.
Het ene meisje groeide op bij haar biologische familie in Zuid-Korea, het andere werd geadopteerd door een Amerikaans gezin.
Qua karakter, mentale gezondheid en ziektegeschiedenis verschilde de volwassen tweeling weinig van elkaar.
Maar uit de IQ-test kwam naar voren dat het IQ van de vrouw die in de VS was opgegroeid 16 punten lager was dan dat van haar Zuid-Koreaanse zus.
Normaal verschillen eeneiige tweelingen hooguit 7 IQ-punten van elkaar, dus de lagere intelligentie moet te wijten zijn aan het verschil in opvoeding en omgeving.