Uit nieuw onderzoek blijkt dat we rond ons 35e levensjaar het best zijn in het oplossen van cognitieve taken.
Het onderzoek is uitgevoerd door statistici, die hebben geanalyseerd hoe geoefende schakers gedurende hun leven presteren.

Schakers doen hun beste zetten tussen hun 25e en 40e levensjaar. Het percentage optimale zetten is berekend op basis van schattingen van de schaaksoftware Stockfish 8.
Het schaakspel stelt eisen aan een aantal vaardigheden die centraal staan in de meeste definities van intelligentie.
Denk bijvoorbeeld aan het vermogen om je te concentreren, overzicht te krijgen over nieuwe situaties en eerdere ervaringen te combineren om tot oplossingen te komen.
Daarnaast heb je een hoge verwerkingssnelheid en een goed werkgeheugen nodig om een sterke schaker te worden.
Schaaksoftware speelde rechter
Franse onderzoekers van het Institut Polytechnique de Paris bekeken de prestaties van 841 spelers die tussen 1890 en 2014 actief waren.
Van 24.379 partijen werd elke zet vergeleken met de zet die de schaaksoftware Stockfish 8 als optimaal ziet in die situatie.

De Noor Magnus Carlsen werd op zijn 26e wereldkampioen schaken. Sindsdien heeft hij het kampioenschap meermaals verdedigd, hier tegen uitdager Fabiano Caruana in 2018.
De resultaten laten zien dat de prestaties doorgaans tot het 25e jaar steil stijgen, waarna ze tot 35 jaar licht verder stijgen. Pas na het 40e jaar begint de curve weer te dalen.
Als de huidige wereldkampioen, de Noor Magnus Carlsen, deze curve volgt, heeft hij de beste prestaties nog tegoed. Hij is namelijk net 30 geworden.