1. Focus: Werkgeheugen
Als je een routebeschrijving moet onthouden, of een telefoonnummer dat je zo meteen moet bellen, komt je werkgeheugen in actie.
Het werkgeheugen is een kleine, vluchtige opslaglocatie, die alleen datgene bevat waar je op een bepaald moment mee bezig bent.
Het wordt vaak gelijkgeschakeld met het kortetermijngeheugen, maar sommige wetenschappers maken er onderscheid tussen: het werkgeheugen verwerkt informatie en het kortetermijngeheugen slaat de gegevens alleen op.
Dat wil dus zeggen dat het kortetermijngeheugen onderdeel is van het werkgeheugen.
2. Training
Onderzoekers van onder andere de Amerikaanse John Hopkins University vergeleken twee soorten training voor verbetering van het werkgeheugen. Een ervan was duidelijk beter.
De winnaar is de zogeheten dual n-back, die je met de video hieronder kunt proberen.
Proefpersonen die een maand lang vijf dagen per week 30 minuten trainden met dit type test, hadden meer activiteit in het voorste deel van de hersenen.
Ook legpuzzels stellen eisen aan het werkgeheugen, omdat je een puzzelstukje vaak in je hoofd omdraait voor je het legt.
De volgende opgaven dagen je werkgeheugen eveneens uit.
Bij elke rij moet je de figuur uiterst links in je hoofd omdraaien en kijken met welke van de drie andere__ figuren hij overeenkomt. De oplossingen staan onderaan het artikel.
3. Dit train je
Het werkgeheugen kan allerlei hersengebieden activeren. Maar vooral het voorste deel licht op. Hier zitten de frontale kwabben, die je aandacht sturen, zodat je je kunt richten op de taak die voor je ligt.
Onderzoekers verdelen het werkgeheugen vaak in vier delen:
Een controlecentrum
Een gebied dat visuele en ruimtelijke indrukken verwerkt
Een deel dat informatie in de vorm van taal opslaat – een soort voorlezen in je hoofd, waardoor gebieden achter in de hersenen worden geactiveerd
Een buffer voor de andere delen, die de indrukken door kan sturen naar het langetermijngeheugen
Oplossingen: Opgave 1: B. Opgave 2: A. Opgave 3: C.