Hoe meer alcohol je drinkt, hoe kleiner je hersenen worden. Dat is de conclusie van een nieuw Amerikaans onderzoek aan de universiteit van Philadelphia.
Hoewel de schadelijke effecten van alcohol vrij goed gedocumenteerd zijn, is het toch verrassend dat zelfs zeer kleine hoeveelheden alcohol flinke schade aan de hersenen blijken toe te brengen.
De onderzoekers analyseerden gegevens van meer dan 36.000 proefpersonen van middelbare en latere leeftijd en ontdekten dat de hersenen door alcoholgebruik krimpen en van structuur veranderen.
Die veranderingen treden al op na minder dan één glas per dag – zeg het equivalent van een half biertje.
Daarna neemt de ernst van de schadelijke effecten toe met het alcoholgebruik.
50-jarigen met 60-jarige hersenen
De studie toont aan dat alcohol de hersenen aantast op een manier die vergelijkbaar is met veroudering.
Voor elk glas per dag dat over een langere periode wordt gedronken, lijken de hersenen navenant te verouderen.
Zo toont het onderzoek aan dat het verschil tussen nul en vier dagelijkse drankjes gelijk is aan 10 jaar extra hersenveroudering bij de gemiddelde 50-jarige proefpersoon. Het verschil tussen één glas en twee glazen per dag komt neer op 2 extra jaren veroudering bij de gemiddelde 50-jarige.
Analyse van de gegevens wijst er niet alleen op dat de totale omvang van de hersenen afneemt, maar ook dat de grijze en witte stof van de hersenen krimpen als gevolg van alcoholgebruik.
De hoeveelheid grijze en witte stof wordt gewoonlijk in verband gebracht met intelligentie:
De grijze stof verwerkt zintuiglijke input, verzamelt informatie uit de zintuigen en zorgt ervoor dat de informatie op de juiste plaats terechtkomt.
Witte stof bepaalt de snelheid van de communicatie tussen zenuwcellen in de hersenen, en dit samenwerkingsverband geldt dan ook als de centrale verwerkingseenheid van de hersenen.
Kennis moet opnieuw geëvalueerd worden
Eerdere studies duiden erop dat een lage inname van alcohol per dag de hersenen niet beschadigt, of dat een klein beetje alcohol zelfs een positief effect kan hebben, vooral bij ouderen.
Deze eerdere studies hebben echter met elkaar gemeen dat ze op veel minder gegevens gebaseerd zijn dan het onderzoek onder 36.678 proefpersonen van de universiteit van Philadelphia.