Alcohol verhoogt de activiteit van de signaalstof GABA, die een aantal zenuwsignalen uit de hersenen dempt. Daarnaast wordt de neurotransmitter glutamaat, die de zenuwsignalen prikkelt, geremd.
Het gevolg is dat de hersenen stationair draaien en ze de spieren vertraagd aansturen. Daardoor kan iemand die dronken is zijn zwaartepunt niet bijstellen en raakt het lichaam snel uit balans.
De zenuwcellen in de grote hersenen die de spieren aansturen, worden acuut getroffen door alcohol, maar drank kan ook schade aanrichten op de lange termijn.
Chronische evenwichtsproblemen kunnen ontstaan als de hersencellen in de kleine hersenen en de hersenschors die de spierbewegingen coördineren, door alcohol zijn vernietigd.