Het menselijk brein geldt als een van de meest complexe structuren in het heelal. Het bevat dan ook meer dan 80 miljard hersencellen, die met elkaar communiceren in een gigantisch netwerk van zenuwverbindingen.
De afgelopen jaren gebruiken wetenschappers nieuwe scantechnieken om inzicht te krijgen in de wijze waarop het netwerk wordt opgebouwd vanaf de embryonale fase en hoe het zich gedurende het hele leven ontplooit.
Anders dan andere organen zijn de hersenen niet volledig ontwikkeld bij de geboorte, maar pas tegen het einde van de puberteit. Daarna keert de trend, waardoor het steeds lastiger wordt om dingen te leren en te onthouden, en op latere leeftijd krimpen de hersenen fysiek.
Elke seconde ontstaan er duizenden zenuwcellen
6e week van de zwangerschap: In de zesde week van de zwangerschap beginnen de stamcellen in de hersenen van het embryo zich te delen en worden er elke seconde duizend zenuwcellen aangemaakt. Daarbij zijn ook gliacellen, die een stabiele omgeving rond de andere cellen in stand houden.
Nieuwe cellen bouwen hersenen op
7e week van de zwangerschap: De nieuw gevormde cellen nestelen zich, zodat de basisstructuur van de hersenen vorm begint te krijgen. In de hersenschors bouwen de gliacellen een soort steiger, die de andere zenuwcellen in precieze lagen op hun plaats helpt.
Cellen krijgen duizenden partners
18e week van de zwangerschap: In week 18 van de zwangerschap beginnen hersencellen contacten te vormen, synapsen, zodat ze signalen met elkaar kunnen uitwisselen. Bij de geboorte heeft elke cel synapsen met circa 2500 andere cellen, maar tegen de leeftijd van twee jaar zijn dat er al 15.000.
Verbindingen worden verfijnd
3 jaar-60 jaar: Rond de leeftijd van drie jaar zijn de meeste synapsen wel gevormd, en daarna volgt een uitdunning. De synapsen die zelden worden benut, worden verwijderd, en de veelgebruikte synapsen worden versterkt. Zo worden de hersenverbindingen aangepast aan ieders mogelijkheden.
Cellen en synapsen gaan teloor
60-plus: Gedurende het leven gaat het vermogen om synapsen te vormen achteruit, waardoor het moeilijker wordt te leren en te onthouden. 60-plussers verliezen steeds meer synapsen en hun hersencellen beginnen af te sterven, waardoor ze 0,5 procent van hun hersenvolume per jaar verliezen.