Shutterstock
Kinderoog close-up

Aan de ogen van kinderen kun je zien of ze ADHD of autisme hebben

ADHD en autisme zijn twee van de meest voorkomende diagnoses bij kinderen en jongeren. En vroeg ingrijpen kan bepalend zijn voor het welzijn van een kind. Onderzoekers sporen tekenen ervan diep in het oog op.

Onze ogen zouden deel uitmaken van de hersenen en door de schedel naar buiten zijn gegroeid.

En de laatste jaren is ontdekt hoe ziekten als schizofrenie, alzheimer en MS – lang voordat ze uitbreken – te zien kunnen zijn in die twee hardwerkende en ingewikkelde organen in ons gezicht.

Onderzoekers van Flinders University in Australië hebben bewijs gevonden dat de ogen ook de eerste tekenen van autisme en ADHD bij kinderen kunnen prijsgeven, waardoor de diagnoses veel vroeger gesteld kunnen worden.

Vroege diagnose is cruciaal

ADHD en autisme zijn twee van de meest voorkomende psychiatrische aandoeningen bij kinderen en jongeren. En het aantal kinderen bij wie de diagnose wordt vastgesteld, is de laatste jaren fors gestegen.

Volgens de WHO heeft circa 1 op de 100 kinderen autisme, en 5-8 kinderen op de 100 zouden ADHD hebben. De oorzaken zijn diep in de hersenen te vinden, waar bepaalde gebieden zich anders ontwikkelen dan andere.

ADHD verstoort hersennetwerken

Ons concentratievermogen is afhankelijk van een omschakeling tussen twee hersennetwerken. Bij mensen met ADHD kunnen de hersenen die omschakeling niet volledig maken.

ADHD verstoort de hersennetwerken
© Shutterstock

Hersenen draaien stationair

De hersenen steken circa 80 procent van hun energie in het zogeheten defaultnetwerk (rood), waarmee je mijmert. Als er niets onverwachts gebeurt en je geen taak moet oplossen, overheerst dit netwerk.

ADHD verstoort de hersennetwerken
© Shutterstock

Taak wekt de hersenen

Wanneer iemand zonder ADHD een taak moet uitvoeren of een onverwachte zintuiglijke ervaring heeft, schakelt het defaultnetwerk zich uit en wordt het saliencenetwerk (geel) actief. Je losse gedachten verdwijnen en je concentreert je.

ADHD verstoort de hersennetwerken
© Shutterstock

ADHD laat de losse gedachten doorgaan

Bij iemand met ADHD die een taak moet uitvoeren of een zintuiglijke ervaring heeft, zal het defaultnetwerk deels sluiten en het saliencenetwerk niet volledig actief worden. Losse gedachten blijven komen en de concentratie is halfslachtig.

Autisme en ADHD hebben gemeen dat een vroege diagnose en tijdig ingrijpen bepalend kunnen zijn voor het welzijn en de ontwikkeling van kinderen.

Maar beide ontwikkelingsstoornissen kunnen ook zeer lastig te diagnosticeren zijn, omdat er geen enkele test is die uitsluitsel geeft.

Nu menen onderzoekers in Australië een middel gevonden te hebben dat kan helpen de eerste tekenen op te sporen en sneller in te grijpen: een oogtest.

Gebrek aan zonlicht kan kinderen bijziend maken

Verborgen sporen in het oog gevonden

In de nieuwe studie maten de onderzoekers de elektrische impulsen van het netvlies wanneer het oog aan licht werd blootgesteld met de techniek elektroretinografie.

Aan het onderzoek namen 226 jongeren deel, van wie er 55 autisme hadden, 15 ADHD en 156 geen van beide.

Zo bleek dat jongeren met ADHD gemiddeld meer elektrische activiteit in het netvlies hadden, en jongeren met autisme minder.

Zo onderzochten de wetenschappers het oog

Volgens de onderzoekers kunnen de pieken en dalen in de elektrische impulsen van het oog te wijten zijn aan veranderingen in de hersenen van mensen met de ontwikkelingsstoornissen. Dit kunnen veranderingen zijn in de manier waarop hersengebieden op elkaar inwerken, maar ook in de hoeveelheid signaalstoffen, zoals dopamine, die in de ogen zijn af te lezen.

Ondanks het vroege stadium denken de onderzoekers dat de ontdekking de weg kan vrijmaken voor snellere diagnose en dus snellere hulp voor kinderen en jongeren.

‘In feite kijken we hoe de ogen ons kunnen helpen de hersenen te begrijpen. En hoewel er meer studies nodig zijn om precies vast te stellen welke signalen in het netvlies bij welke ontwikkelingsstoornissen passen, zou dit een doorbraak kunnen betekenen,’ aldus Fernando Marmolejo-Ramos, cognitief psycholoog aan de University of South Australia.