1. Wanneer begon de wetenschap te lonken?
Ik ben nieuwsgierig van aard, maar pas toen ik mijn man, Edvard, psycholoog en professor aan de Technisch-natuurwetenschappelijke Universiteit van Noorwegen (NTNU) ontmoette, besloot ik onderzoeker te worden.
Daarvoor dacht ik niet dat wetenschap iets voor mij was.
2. Wat is uw grootste inspiratiebron?
Nieuwsgierigheid en de momenten waarop ik iets leer dat ik eerder niet begreep. Dat is het geweldigste gevoel dat er is.
Kennis kan ontstaan als ik bijvoorbeeld een patroon zie in data dat ik niet eerder heb gezien, of een onderzoeksresultaat bespreek met mijn collega’s.
Het is een van de grootste zegeningen van mijn leven om in zo’n interessante omgeving te mogen werken.

CV
3. Welke prestatie van de mens is het belangrijkst?
De maanlanding in 1969. Al het technisch-wetenschappelijke werk moest samenkomen om John F. Kennedy’s droom waar te maken.
Zoals de president het zelf verwoordde: ‘We kiezen ervoor om dit decennium naar de maan te reizen (...) niet omdat het makkelijk is, maar omdat het moeilijk is.’

Alleen Neil Armstrong (l) en Edwin ‘Buzz’ Aldrin (r) landden op de maan. Tussen hen in staat Michael Collins, die rond de maan draaide in de commandomodule Columbia.
Natuurlijk zijn er sindsdien ook andere wetenschappelijk grote sprongen gemaakt – van inzicht in het gedrag van virussen en de daaropvolgende ontwikkeling van vaccins en antibiotica tot een beter begrip van hersenprocessen.
4. Op welk resultaat in uw werk bent u het meest trots?
Ik ben er vooral trots op dat ik samen met mijn ex Edvard een onderzoeksinstituut heb opgericht.
Met onze collega’s hebben we ongelofelijke resultaten behaald. Zo hebben we in de hersenen bepaalde zenuwcellen – roostercellen – ontdekt, die van belang zijn voor ons ruimtelijk gevoel en ons vermogen om ons te oriënteren in een landschap.
Die ontdekking bracht een paradigmaverschuiving in de neurowetenschap teweeg.
5. Wat zijn de grootste nog openstaande vragen?
We weten nog niet waarom sommige hersencellen extra kwetsbaar lijken te zijn en afsterven bij hersenziekten als alzheimer.
De roostercellen die we in ons laboratorium hebben ontdekt, zitten in de entorinale cortex, een hersengebiedje, en dit zijn de eerste cellen die afsterven bij mensen met alzheimer.

Alzheimers sygdom nedbryder langsomt hjernen. Billedet viser, hvordan en normal hjerne (venstre) ser ud i forhold til hjernen hos en person med alvorlig Alzheimers (højre).
Als we een manier vinden om te voorkomen dat deze cellen afsterven, kunnen we het lijden van heel veel mensen stoppen – niet alleen van de mensen die door de ziekte zijn getroffen, maar ook van hun familie en vrienden.
6. Welke (dode of levende) persoon wilt u ontmoeten?
De Oostenrijkse arts Sigmund Freud. Zijn werk met en analyse van neurotische middenklasse-patiënten vormde begin vorige eeuw de basis voor de ontwikkeling van de psychoanalyse.

Vanwege zijn paradigmatische ontwikkeling van de psychoanalyse wordt Sigmund Freud beschouwd als een van de grootste en belangrijkste denkers van de 20e eeuw.
Freud had zo weinig wetenschappelijke hulpmiddelen tot zijn beschikking en slaagde er toch in om baanbrekende en fascinerende theorieën over de menselijke psyche te ontwikkelen.
Ik zou wel willen weten hoe hij dacht.
7. Van welke ontdekking in de wetenschap was u het meest onder de indruk?
CRISPR is een van de meest ongelooflijke uitvindingen van de afgelopen decennia.
Het is een genetisch hulpmiddel waarmee onderzoekers nauwkeurig en goedkoop genen kunnen wijzigen in tal van organismen – van mensen tot planten.
CRISPR-technologie
Het genetische werktuig CRISPR-Cas9 is een nieuwe, nauwkeurige manier om genen te redigeren. Met deze methode is het makkelijk om bestaande planten en dieren nieuwe eigenschappen te geven of ongewenste genen uit te schakelen.

1. Virus brengt gereedschap de cel in
Om het genetische werktuig CRISPR-Cas9 in een plant te krijgen, roepen onderzoekers de hulp in van een bacterie of virus, die de cellen infecteert en de hele gereedschapskist bij zich heeft. Het miscroscopische gereedschap bestaat uit een gids, een schaar en een sjabloon.

2. Gids-RNA vindt zijn doel
CRISPR-Cas9 kan nauwkeurig gericht worden op een bepaalde plaats in het DNA. Dat gebeurt met behulp van een stukje speciaal ontworpen RNA, dat lijkt op DNA. Het werkt als gids en zoekt het betreffende stuk DNA op.

3. Enzymschaar knipt DNA-streng door
Het enzym Cas9 werkt als een schaar, die het DNA doorknipt. Er wordt geen DNA weggeknipt, maar de streng wordt slechts geopend op de plek waar nieuw erfelijk materiaal moet komen.

4. Sjabloon levert nieuwe code
De cel begint de schade te repareren door DNA rond de knip te vervangen. Het genetische werktuig bevat een sjabloon dat lijkt op het DNA op de plek van de knip, waardoor de cel een nieuwe code invoegt in het DNA.
Zo kunnen genen in alle zieke organismen worden veranderd, wat niet alleen een schat aan mogelijkheden in gentherapie biedt, maar ook het wetenschappelijk onderzoek in het algemeen verruimt.