De Penrose-driehoek
In 1934 ontwierp de Zweedse kunstenaar Oscar Reutersvärd de Penrose-driehoek. Midden 20e eeuw werd deze gepopulariseerd door de Engelse wiskundige Roger Penrose, die hem prees om zijn illusie en onmogelijkheid, en daarom draagt de driehoek nu zijn naam. Het is een onmogelijke tekening in drie dimensies.

De waterval van Escher

Deze illustratie werd in 1961 door de Nederlandse kunstenaar M.C. Escher gemaakt als lithografische druk (een druk op een glad oppervlak van steen of metaal). De afgebeelde constructie is onmogelijk omdat het beeld afhankelijk is van de hoek waarin het is getekend.
De waterval vormt een kringloop en geeft een paradoxaal effect. Het water stroomt op twee hoogtes tegelijk en staat in contrast met het onderste deel van het bouwwerk, dat correcte driedimensionale proporties heeft.
"Lilac Chaser"

Deze afbeelding is ook bekend als de Pac-Man-illusie. Als je je blik zo'n 20 seconden op het midden richt, ontstaat er op twee manieren gezichtsbedrog: je zult een groene punt zien verschijnen, en de paarse punten lijken te verdwijnen.
De Engelsman Jeremy Hinton ontwierp deze illusie begin deze eeuw toen hij aan het experimenteren was met visuele beweging op zijn computer. Hij haalde per ongeluk een van de cirkels weg in plaats van hem in te kleuren. Hierdoor ontstond het effect dat de bewegende lege ruimte een punt wordt.
In 2005 maakte Hinton de punten in de afbeelding wazig, waardoor ze lijken te verdwijnen. De afbeelding werd een hit op internet en kreeg de naam 'Lilac Chaser'.
De Ebbinghaus-illusie

Eind 19e eeuw ontdekte de Duitse psycholoog Hermann Ebbinghaus deze illusie tijdens zijn onderzoek binnen de experimentele psychologie.
De twee binnencirkels lijken niet even groot te zijn, maar dat is een illusie. De grootte van de buitencirkels leidt je om de tuin. Later is geëxperimenteerd met het aantal cirkels, de grootte en de afstand tot het midden. De illusie van Ebbinghaus is belangrijk geweest voor het onderzoek naar onze waarneming en de rol die de hersenen daarbij spelen.
Er bestaan ook 3D-varianten van de Ebbinghaus-illusie, die een nog veel groter effect hebben.
De trap van Penrose

Roger Penrose was in de jaren 1950 zeer geboeid door het werk van M.C. Escher en zijn afbeeldingen van 'onmogelijke' objecten en gebouwen.
Penrose wilde zelf iets onmogelijks construeren, en geïnspireerd door Escher gingen hij en zijn vader Lionel Penrose aan de slag.
Roger liet zijn vader een tekening van de onmogelijke driehoek zien, en deze maakte hier een aantal varianten op. In 1958 publiceerden vader en zoon een artikel over hun werk, dat ze meteen naar Escher stuurden. Deze was erg onder de indruk.
Oscar Reutersvärd had in 1950 al deze trap ontworpen, maar Penrose ontdekte dat pas in 1984.