Hebzucht kan ook positief zijn
Hebzucht kun je dus vanuit verschillende invalshoeken bekijken, maar bijna al het onderzoek dat op dit gebied is gedaan, richt zich op het effect ervan op anderen of op de samenleving als geheel.
De vraag is echter: wat doet hebzucht met het individu zelf? Nederlandse onderzoekers onder leiding van economisch sociaalpsycholoog Karlijn Hoyer wilden dat uitzoeken en maakte een representatieve selectie uit de Nederlandse bevolking: 2367 personen tussen de 16 en 95 jaar.
Hemd van het lijf
De deelnemers moesten vragenlijsten invullen met een waslijst informatie, waarmee de onderzoekers de mate van hebzucht en de mate van egoïsme konden beoordelen.
Daarnaast moesten ze gegevens aanleveren over hoe tevreden ze waren met hun leven, hun persoonlijke inkomen, huishoudinkomen, aantal biologische kinderen, duur van hun langste relatie en aantal seksuele partners.
Meer geld, minder geluk
Uit de gegevens bleek dat een hogere mate van hebzucht samenhing met een hoger inkomen. Inhalige mensen hadden over het algemeen ook een groter aantal seksuele partners dan minder hebzuchtige personen – maar ze hadden minder biologische kinderen en hun relaties waren van kortere duur. Het belangrijkste was dat hebzucht verband houdt met een geringere tevredenheid met het leven.
‘We kunnen dan ook concluderen dat hebzucht gunstig is voor het inkomensniveau, maar slecht voor iemands geluk,’ schrijven de Nederlandse onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Personality and Social Psychology Bulletin.