De WHO beveelt volwassenen aan om elke week tussen de 150 en 300 minuten aan matig inspannende lichamelijke activiteit doen, of tussen de 75 minuten en 150 minuten aan behoorlijk inspannende lichamelijke activiteit.
Maar nu blijkt uit het onderzoek uit Cambridge, gebaseerd op gegevens van wel 30 miljoen mensen, dat slechts de helft van de aanbevolen hoeveelheid lichaamsbeweging de kans op vroegtijdig overlijden ook al aanzienlijk vermindert.
Sterk verminderd risico
De onderzoekers voerden een meta-analyse uit van 196 bestaande onderzoeken.
Ze ontdekten dat slechts 75 minuten per week matig inspannende activiteit, zoals fietsen, dansen of stevig doorlopen, de kans op vroegtijdig overlijden met maar liefst 23 procent verminderde.
11 minuten bewegen per dag was ook genoeg om het risico op hart- en vaatziekten met 17 procent en dat op kanker met 7 procent terug te brengen.
‘We hebben ontdekt dat het een aanzienlijke invloed heeft op je hart en je kans op kanker als je elke dag 10 minuten beweegt,’ zegt professor James Woodcock, een van de onderzoekers.
Uit de berekeningen bleek ook dat een op de zes vroegtijdige sterfgevallen voorkomen zou zijn als alle deelnemers zeker 150 minuten per week aan matige lichaamsbeweging hadden gedaan. Daarnaast zou een op de negen gevallen van hart- en vaatziekten en een op de 20 gevallen van kanker vermeden zijn.
Als alle deelnemers 75 minuten per week hadden bewogen, zouden circa een op de 10 vroegtijdige sterfgevallen, een op de 20 gevallen van hart- en vaatziekten en een op de 30 gevallen van kanker zijn voorkomen.
De boodschap is dat het niet zo moeilijk is als veel mensen denken.
‘Een beetje actief zijn is beter dan helemaal niet actief zijn. En als je merkt dat 75 minuten beweging per week te doen is, kun je proberen het geleidelijk op te voeren tot de volledige aanbevolen hoeveelheid,’ zegt dr. Soren Brage van het onderzoeksteam.