Praktische theorie op LinkedIn
De theorie over de kracht van zwakke connecties werd in 1973 geopperd door de Amerikaanse socioloog Mark Granovetter.
Het komt erop neer dat hoe sterker je band met iemand uit je sociale netwerk is, hoe meer die persoon je aan jezelf doet denken. Daarom zullen er in je vriendenkring veel gemeenschappelijke vrienden terugkomen.
Het is daarentegen onwaarschijnlijk dat je de vrienden van een oppervlakkige kennis kent – in de netwerktheorie een ‘zwakke connectie’ genoemd – terwijl die misschien wel professionele kansen kunnen bieden.
Om de theorie ook voor de arbeidsmarkt te testen, werkten de onderzoekers samen met LinkedIn-experts en werden ruim 20 miljoen LinkedIn-gebruikers onderzocht. Ze werden in twee groepen verdeeld en kregen verschillende categorieën ‘personen die u misschien kent’ voorgeschoteld.
600.000 mensen kregen een baan
De eerste groep kreeg voorstellen met een relatief sterke connectie, dus met veel gemeenschappelijke vrienden, en de andere groep kreeg zwakke connecties, dus met weinig of geen gemeenschappelijke connecties.
De onderzoekers brachten vervolgens de sollicitaties en nieuwe banen van de 20 miljoen mensen in kaart.
Ze keken vooral naar hoeveel mensen een nieuwe baan kregen bij hetzelfde bedrijf als nieuwe connecties. Dat geeft een direct verband aan tussen de nieuwe connecties en succesvol solliciteren.
Na vijf jaar waren twee miljard nieuwe connecties gemaakt en hadden 600.000 mensen een nieuwe baan. De conclusie is dat ‘matig zwakke connecties’ de baankans meer dan verdubbelen.
Een matig zwakke connectie is iemand waarmee je ongeveer 10 connecties deelt en waarmee je weinig contact hebt.
Controversiële nasleep
Net als andere sociale media die aan hun eigen algoritmen sleutelen, vertelde LinkedIn de proefpersonen niet dat ze hadden deelgenomen aan een gigantisch experiment.
Dit was aanleiding voor een ethische discussie, want voor de ene groep werd de kans op werk (en daarmee belangrijke levensvoordelen) vergroot, en voor de andere groep niet.
Onder andere Michael Zimmer, directeur van het Center for Data, Ethics and Society aan de Amerikaanse Marquette University, heeft volgens de New York Times aandacht gevraagd voor de langetermijngevolgen van dit soort zaken.
LinkedIn heeft op de kritiek gereageerd door te verwijzen naar de gebruikersovereenkomst, waarin staat dat gebruikersgegevens kunnen worden ingezet om ‘sociale, economische en werkgerelateerde tendensen te onderzoeken’.
Het sociale medium van Microsoft benadrukte volgens verschillende media dat er niet-invasieve technologie is gebruikt om belangrijke onderzoeksvragen te beantwoorden, en dat het bedrijf niet heeft geëxperimenteerd met zijn leden of werkzoekenden ten behoeve van het onderzoek heeft bevoordeeld.