Glucose: Eenvoudige suiker en belangrijke bron van energie

Glucose, dextrose, bloedsuiker – veel verschillende namen voor hetzelfde. Hier leer je meer over de suiker die het hele lichaam van energie voorziet en aangeeft of je bloedglucose te hoog of te laag is.

Bloedcellen en glucose in de bloedbaan
© Shutterstock

Glucose is een belangrijke bron van energie en een indicator of je bloedglucose (bloedsuikerwaarde) te hoog of te laag is. Op deze pagina kun je meer leren over deze eenvoudige suiker.

Wat is glucose?

Glucose is een suiker die energie levert aan de lichaamscellen. Glucose wordt ook wel dextrose genoemd en heeft de chemische formule C6H12O6.

Glucose is een monosacharide – een koolhydraat dat snel wordt opgenomen. Daarom wordt glucose vaak gebruikt als snelle energiebron wanneer de bloedglucosespiegel te laag wordt.

Je bloedglucosespiegel (of bloedsuiker) hangt af van hoeveel glucose je in je bloed hebt. Als je arts constateert dat je bloedglucose te laag is, betekent dit dat de hoeveelheid glucose in je bloed verminderd is.

Als glucose via de bloedbaan in de cellen wordt opgenomen, stijgt de bloedglucosespiegel snel, waarna glucose wordt ingezet voor verschillende lichaamsfuncties.

Glucose levert energie aan de lichaamscellen

Glucose is een essentiële voedingsstof die ervoor zorgt dat het lichaam kan functioneren.

Glucose wordt niet alleen snel door het lichaam opgenomen, het kan ook door álle lichaamscellen worden opgenomen. Vooral de hersenen zijn afhankelijk van een constante aanvoer van glucose.

Wanneer glucose wordt opgenomen, gaat het de bloedbaan in, waar het de bloedglucosespiegel laat stijgen. Glucose wordt dan afgebroken door zogeheten aerobe dissimilatie en omgezet in energie (ATP).

ATP (adenosinetrifosfaat) zijn moleculen met energiehoudende fosfaatbindingen. Wanneer het lichaam ATP maakt, worden de moleculen opgeslagen of meteen verbrand.

Aerobe dissimilatie in de cellen

Dit is aerobe dissimilatie, waarbij glucose en zuurstof worden omgezet in kooldioxide, water en energie.

© Shutterstock

De afbraak van glucose vindt aanvankelijk plaats door een proces dat glycolyse heet. Hierbij wordt glucose omgezet in melkzuur of pyruvaat.

Pyruvaat gaat vervolgens de citroenzuurcyclus in, die plaatsvindt in de mitochondriën in de cellen. Hier wordt pyruvaat geoxideerd tot water en koolstofdioxide.

Tijdens de citroenzuurcyclus worden zogeheten ‘hulpmoleculen’ gevormd in een zogeheten elektronentransportketen. Dit proces produceert ATP en dus energie voor de lichaamscellen.

Glucose in fruit en honing

Zonder glucose zouden veel chemische processen in het lichaam niet werken. Daarom is het noodzakelijk om een bepaalde hoeveelheid glucose uit voeding op te nemen.

Maar hoe komen we aan genoeg glucose, afgezien van het slikken van glucosetabletten?

Indeling van voedingswaren in de categorieën eiwit, vet en koolhydraat.

Voedsel wordt meestal onderverdeeld in drie categorieën: eiwit, vet en koolhydraat. Koolhydraten zijn onder te verdelen in zetmeel, vezels en suikers, en glucose behoort tot de laatste groep.

© Shutterstock

Glucose wordt in planten vooral geproduceerd via fotosynthese. En terwijl planten energie krijgen van de zon, krijgen mensen juist energie van planten.

Dus halen we glucose uit energierijk voedsel als fruit, groenten, granen en honing.

Fruit en honing bevatten glucose, dus monosachariden, die direct kunnen worden opgenomen. De meest voorkomende glucosebron is echter het polysacharide zetmeel.

Soorten koolhydraten, monosachariden, glucose

Glucose is een monosacharide, het eenvoudigste type koolhydraat.

© Shutterstock

Polysachariden zijn grotere moleculen die het lichaam pas kan opnemen als ze zijn afgebroken.

Bij voedsel met veel zetmeel, zoals aardappelen, granen en maïs, breken de spijsverteringsenzymen het zetmeel af tot glucose.

Naast de glucose die we uit onze voeding halen, ontstaat er ook glucose ‘vanbinnen’. Er wordt namelijk glucose in onze lever en nieren aangemaakt middels een proces dat gluconeogenese heet.

Bloedglucose staat voor de hoeveelheid glucose

Hoewel glucose door alle cellen in het lichaam kan worden opgenomen, kunnen de cellen het niet alleen. Voordat cellen glucose kunnen opnemen, moet het hormoon insuline zich binden aan het celoppervlak.

Insuline wordt geproduceerd in de alvleesklier en in het bloed vervoerd. Insuline helpt het glucoseniveau in het bloed te reguleren en houdt daarom de glucosebalans in stand.

Het hormoon insuline

Insuline is een hormoon dat de suikerbalans reguleert.

© Shutterstock

Als je diabetes hebt, is de werking van insuline verminderd of helemaal gestopt, waardoor de cellen geen glucose kunnen opnemen, en dan stijgt de bloedglucosespiegel.

Bij diabetes kan het lichaam de glucosebalans niet zelf regelen, waardoor de bloedglucosespiegel te hoog wordt. Maar ook een te lage bloedglucose kan gevaarlijk zijn.

Een lage bloedglucose kan duizeligheid, stemmingswisselingen en hoofdpijn veroorzaken. In het ergste geval kan een lage bloedglucose zelfs leiden tot hypoglykemie, wat de werking van de hersenen aantast.

Omgekeerd kan een hoge bloedglucose hyperglykemie veroorzaken. De symptomen van hyperglykemie zijn dorst, vermoeidheid, misselijkheid en veel plassen.

Glucose in het bloed, hypoglykemie, hyperglykemie

Bij hyperglykemie is de hoeveelheid glucose in het bloed te hoog, en bij hypoglykemie is het juist te laag.

© Shutterstock

Zo behoud je een goede suikerbalans

Als je diabetes hebt, kun je je glucosebalans reguleren door insuline te nemen. Dit helpt omdat insuline de cellen in staat stelt om glucose op te nemen.

Ook sporten en een gezond en gevarieerd dieet met minder suiker, wit brood en pasta heeft een positief effect.

Een normale bloedglucosespiegel (P-glucose) is ongeveer 4 tot 7 mmol/l, maar het precieze getal verschilt per persoon. Bloedglucose wordt gemeten in millimol glucose per liter bloed.

Het bloedglucosegehalte wordt ook beïnvloed door hoe lang geleden je gegeten hebt, daarom wordt P-glucose altijd nuchter gemeten.

Een arts die je bloedglucose meet, kijkt daarom naar de langdurige bloedglucose (HbA1c), omdat dit de gemiddelde bloedglucose over de laatste twee tot drie maanden weergeeft.