Shutterstock
Cocaïne tegen zwarte achtergrond

Cocaïne haalt beloningssysteem van het brein onderuit

Als je cocaïne gebruikt, explodeert de hoeveelheid van de geluksstof dopamine in je hersenen. Maar als het hoogtepunt voorbij is, komt er vaak een dieptepunt van depressie, angst en paranoia.

Wat is cocaïne?

Cocaïne is een verdovende drug die wordt gewonnen uit de bladeren van de Zuid-Amerikaanse cocaplant (Erythroxylum). Die groeit in het wild in berggebieden en telt meer dan 250 soorten.

Cocaïne werd van oudsher gebruikt door de Inca’s in de Andes.

Zij kauwden op de bladeren om de grote hoogten beter aan te kunnen en als middel tegen vermoeidheid.

Bladeren van de cocaplant

De cocaplant bevat organische stoffen, alkaloïden genaamd, die een chemisch effect hebben op zowel dieren als mensen. Cocaïne is een van de alkaloïden van de cocaplant, en gedroogde cocabladeren bevatten er 0,23 tot 0,96 procent van.

© Shutterstock

Tegenwoordig vindt het grootste deel van de oogst van de cocaplant zijn weg naar illegale laboratoria die cocaïne uit de bladeren winnen en er een bitter, wit zoutkristal van maken. Bij dit chemische proces worden milieuonvriendelijke chemicaliën gebruikt, zoals kerosine en zuur.

Het zoutkristal, cocaïnehydrochloride genoemd, bestaat doorgaans uit 30-40 procent zuivere cocaïne.

Volgens het laatste World Drug Report van de VN gebruiken wereldwijd 269 miljoen mensen drugs, een stijging van 30 procent sinds 2009.

Cocaïne is een van de populairste drugs en wordt wereldwijd door circa 24,5 miljoen mensen gebruikt.

Wat doet cocaïne met het lichaam?

Cocaïne is chemische hersenspoeling

Cocaïne die wordt gesnoven, wordt door de slijmvliezen van de neus geabsorbeerd en vervoerd naar het beloningssysteem van het limbisch systeem van de hersenen – ook wel ‘het reptielenbrein’ genoemd.

Dit deel van de hersenen wordt op natuurlijke wijze geactiveerd wanneer je zintuigen worden geprikkeld door iets waar je blij van wordt – chocolade, een fijn liedje of een kus van een geliefde.

Cocaïne activeert ook het beloningscentrum, maar omzeilt daarbij je natuurlijke zintuiglijke input via een direct chemisch proces waarbij veel dopamine in het lichaam vrijkomt.

Deze neurotransmitter geeft je een gevoel van geluk en tevredenheid, en wordt daarom ook wel ‘geluksstof’ genoemd.

Wanneer dopamine in de hersenen vrijkomt door natuurlijke prikkels, pompen zogeheten transporteiwitten de vrijgekomen dopamine uit de ontvangende zenuw terug naar de afgevende zenuw.

De dopamine wordt dus opnieuw opgenomen door de hersencellen, waardoor de hersenen ook de volgende keer dat er iets leuks gebeurt, dopamine kunnen vrijgeven.

Verslaafden verlangen naar eerste kick

Omdat cocaïne de transporteiwitten in de hersenen blokkeert, kan de vrijgekomen dopamine niet worden hergebruikt, dus hoe meer cocaïne je neemt, des te minder dopamine je tot je beschikking hebt.

Dit verklaart ook waarom de eerste cocaïneroes nooit overtroffen kan worden. Verslaafden moeten dus steeds meer drugs nemen om hetzelfde geluksgevoel te benaderen.

Als de kick is weggeëbd, komt de terugval, doordat de hersenen een tekort aan dopamine hebben.

Sommige mensen worden rusteloos, geprikkeld, gespannen, bang of paranoïde, en na verloop van tijd ervaren ze bijna geen roes meer.

Wanneer werd cocaïne uitgevonden?

Cocaïne werd in 1859 voor het eerst uit cocabladeren geëxtraheerd door de scheikundige Albert Niemann.

In de jaren 1880 werd het populair in medische kringen, onder anderen bij de Oostenrijkse psychiater Sigmund Freud.

‘Als één man ervoor heeft gezorgd dat cocaïne een recreatieve drug is geworden, is het Freud wel.’ Dominic Streatfeild, auteur van het boek ‘Cocaine: An Unauthorised Biography’.

In brieven aan collega’s beschreef Freud hoe hij het geneesmiddel begon te nemen ‘tegen depressie en constipatie, wat een groot succes bleek te zijn’.

Later dat jaar gaf hij een wetenschappelijk artikel uit met de titel ‘Über Coca,’ waarin hij ‘de meest exquise opwinding’ beschrijft: ‘een opwinding en aanhoudende euforie’ nadat hij voor het eerst cocaïne had gebruikt.

Sigmund Freud

Psychiater Sigmund Freud was niet alleen gek op sigaren, hij was ook een groot voorstander van cocaïne, dat hij zelf regelmatig gebruikte en als medicijn voorschreef aan veel patiënten.

© Max Halberstadt

Volgens de auteur van het boek Cocaine: An Unauthorised Biography, Dominic Streatfeild, was de Oostenrijkse arts verantwoordelijk voor de verspreiding van de drug onder het grote publiek.

‘Als één man ervoor heeft gezorgd dat cocaïne een recreatieve drug is geworden, is het Freud wel,’ schrijft hij.

Coca-Cola met sporen van cocaïne

Cocaïne bereikte zijn grootste populariteit toen vanaf 1863 cocaïnehoudende drankjes op de markt kwamen.

Het eerste heette Vin Mariani, een bordeauxwijn met cocaïne-extract.

Toen kwam de Amerikaanse apotheker John Pemberton met de beroemdste cocaïnehoudende drank ooit, Coca-Cola, in 1886 gelanceerd als ‘tonicum voor de hersenen’.

Oude reclame voor Coca-Cola

Coca-Cola werd destijds aangemerkt als een ‘hersentonicum’, dat met zijn cocaïnegehalte de zenuwen kon stimuleren.

© Wikimedia Commons

Naar schatting bevatte Coca-Cola maar liefst 9 milligram cocaïne. Een gemiddelde dosis bevat 50-75 milligram.

Al in 1903 schrapte Coca-Cola de stof van haar ingrediëntenlijst.

Onderzoekers ontwikkelen ‘antabus’ tegen cocaïne

Het Amerikaanse National Institute on Drug Abuse heeft samen met Deense onderzoekers van de universiteit van Kopenhagen een middel ontwikkeld dat de euforische effecten van cocaïne kan blokkeren.

Ze willen een therapie creëren voor mensen met een cocaïneverslaving, waar ze angstig, depressief en psychotisch van kunnen worden – en platzak, want de drug is schreeuwend duur.

Het geneesmiddel, dat onderzoekers ‘een soort antabus voor cocaïne’ noemen, is een variant van het geneesmiddel modafinil. Dat helpt tegen de neurologische ziekte narcolepsie, waarbij mensen plotseling in slaap vallen.

Modafinil blokkeert de terugdringing van dopamine op dezelfde manier als cocaïne.

In het geval van cocaïne veroorzaakt de blokkade een overstimulatie van dopamine in het lichaam, die de verslavende roes veroorzaakt.

Modafinil blokkeert ook de terugdringing van dopamine, maar zonder dat de gebruiker er high van wordt. Het innemen van de stof neemt het effect van cocaïne weg.

Dit wordt ondersteund door een aantal experimenten die onderzoekers op muizen hebben gedaan. Muizen die modafinil kregen, merkten niets van een dosis cocaïne.

‘We verwachten dat hetzelfde zal gelden bij mensen – de sterke roes zal niet optreden,’ zegt professor Claus Juul Løland van het instituut voor neurowetenschappen van de universiteit van Kopenhagen in een verslag aan het Lundbeckfonds, dat 5 miljoen kronen (bijna 700.000 euro) in het nieuwe medicijn steekt.

Het Deens-Amerikaanse team werkt nog aan de verfijning van het geneesmiddel, dat voortdurend zal worden getest in dierproeven.

Zodra dat genoeg is gebeurd, zal toestemming worden gevraagd om het te testen in klinische proeven met mensen die van de cocaïne willen afkicken.

Les også om de farligste rusmidlene.