Oogkleur is genetisch bepaald
De oogkleur is genetisch bepaald en dus erfelijk. Of je blauwe, bruine, groene of grijze ogen hebt, hangt af van de pigmenten in de irissen van je ouders.
Terwijl bruine en groene ogen in kleur variëren naargelang de hoeveelheid pigment, ontstaan blauwe ogen door een gebrek aan pigment in de iris.
Gemuteerde genen vormen geen pigment
Een blauwe oogkleur wordt veroorzaakt door een genetische mutatie die de functie van bepaalde genen heeft veranderd.
Als mensen blauwe ogen hebben, kunnen ze geen bruin of groen pigment aanmaken in de iris.
Dit komt doordat de pigment vormende genen die het oog bruin of groen kleuren, niet bestaan in een blauwe versie. Blauwe ogen zijn daarom eigenlijk niet echt blauw, maar pigmentloos en doorzichtig.
Dat we de ogen als blauw ervaren, komt dat doordat bloedvaten, bindweefsel en andere blauwachtige cellen zichtbaar zijn onder de doorzichtige iris.
Mensen met blauwe ogen zijn verwant
Onderzoekers van de universiteit van Kopenhagen toonden in 2008 aan dat alle mensen met blauwe ogen afstammen van dezelfde persoon.
De genetische mutatie bij mensen met blauwe ogen kan 6000 tot 10.000 jaar terug worden herleid tot de allereerste keer dat deze mutatie voorkwam.
Terwijl mensen met bruine en groene ogen een variërende hoeveelheid pigment in de iris hebben, hebben mensen met blauwe ogen vrijwel allemaal evenveel pigment. Dat betekent dat de blauwe oogkleur afstamt van één mutatie.
Tot 10 procent heeft blauwe ogen
Sinds het eerste geval is de mutatie door vele generaties doorgegeven, en nu heeft 8 à 10 procent van de wereldbevolking blauwe ogen.
Ter vergelijking: zo’n 79 procent heeft bruine ogen en slechts 2 procent groene ogen.
Kun je bruine ogen krijgen als beide ouders blauwe ogen hebben?
Vroeger dachten we dat de oogkleur werd bepaald door één gen dat bestond in twee varianten, zogeheten allelen: een dominante variant die bruine ogen oplevert en een recessieve variant die blauwe ogen oplevert.
Volgens deze theorie kan een kind geen bruine ogen hebben als beide ouders blauwe ogen hebben, want het kind krijgt dan gemuteerde genen van beide ouders.
Hoe de oogkleur uitvalt, blijkt echter complexer dan gedacht. Je kunt ook bruine ogen hebben als allebei je ouders blauwe ogen hebben.
Dat komt doordat oogkleur niet door één gen, maar door meerdere genen wordt bepaald. Twee genen die in hoge mate uitmaken of je blauwe of bruine ogen krijgt, zijn OCA2 en HERC2.
Als beide genen actief zijn, kun je pigment aanmaken. Maar is één ervan of zijn ze allebei gemuteerd en inactief, dan produceert het oog geen pigment en krijg je blauwe ogen.