Vijf ideeën over broers en zussen: Enig kind is egoïstisch
Enig kinderen zijn egoïstisch, de oudste is het slimst en tweelingen kunnen elkaars gedachten lezen. Er gaan allerlei verhalen over broers en zussen, maar welke kloppen? Dit zegt de wetenschap.

‘Het oudste kind is het slimst’
WAAR

‘Het oudste kind is het slimst.’ Dat wordt vaak gezegd over broers en zussen, en onderzoek duidt erop dat daar iets in zit. In elk geval als we ons richten op het intelligentiequotiënt of IQ.
In 2007 ontdekten Noorse wetenschappers dat het IQ van oudere broers en zussen gemiddeld 2,3 punten hoger is dan dat van het kind dat daar direct onder zit.
Ook bleek dat als het oudste kind van een gezin overlijdt, de tweede een even hoog IQ krijgt als oudste kinderen gemiddeld hebben. Dit effect geldt ook voor de derde in de rij als zowel het eerste als het tweede kind sterft.
De onderzoekers concludeerden bovendien dat het verschil in IQ tussen broers en zussen niet is aangeboren, maar samenhangt met de ‘sociale rang’ in het gezin en de bijbehorende onderwijsvoordelen.

Het IQ van het oudste kind is hoger dan dat van de tweede en derde (rood). Maar als het tweede kind zijn oudere broer of zus verliest (groen) of als het derde kind beide oudere broers/zussen verliest (blauw), verdwijnt dit verschil.
In hetzelfde jaar kwam de Amerikaanse intelligentiewetenschapper Frank Sulloway met vergelijkbare resultaten en verklaringen.
Volgens hem is een van de belangrijkste oorzaken van het verschil in IQ, dat oudere broers en zussen gemiddeld meer een-op-eentijd doorbrengen met hun ouders en zo onder andere toegang krijgen tot de uitgebreide woordenschat van de volwassenen, zowel tijdens het spelen als bij bijvoorbeeld huiswerkhulp.
Ook moeten oudere kinderen op hun broertjes en zusjes passen en hen deels opvoeden of dingen leren. Dat bevestigt hun sociale rang in het gezin en ontwikkelt hun hersenen, wat wordt weerspiegeld in het IQ.
Sulloway denkt dat ouders het IQ van hun jongere kinderen kunnen bevorderen door meer een-op-een met hen te praten.
‘Tweelingen kunnen elkaars gedachten lezen’
ONWAAR

Tweelingen lijken vaak sprekend op elkaar, en eeneiige tweelingen hebben identiek DNA.
Vanwege het gemeenschappelijke DNA en het vrijwel identieke uiterlijk hebben al veel mensen zich afgevraagd of tweelingen ook een speciale mentale connectie hebben – een vorm van telepathie.
Maar decennia van experimenten, waarbij diverse methoden werden getest om dit vermogen van tweelingen om elkaars gedachten te lezen te meten of te observeren, brachten geen succes: tweeling-telepathie is nooit bewezen.
Hoewel tweelingen elkaars gedachten dus niet kunnen lezen, duiden meerdere onderzoeken erop dat ze wel min of meer hetzelfde karakter hebben.
Een van de grootste studies is uitgevoerd door Thomas Bouchard van de universiteit van Minnesota. Vanaf 1979 verzamelde hij data van over de hele wereld over tweelingen die vlak na de geboorte waren gescheiden.
Hij wilde testen of eeneiige tweelingen qua karakter meer op elkaar lijken dan anderen. De resultaten, die in 1990 werden gepubliceerd, lieten zien dat het karakter van eeneiige tweelingen opvallende overeenkomsten vertoonde, ook al hadden ze nooit samengeleefd.
Dat duidt er dus op dat genen belangrijker zijn voor het karakter dan de omgeving.
‘Zussen maken je gevoeliger’
WAAR

Zussen kunnen helpen om eenzaamheid en angst te voorkomen en je sociale vaardigheden te vergroten, aldus onderzoek.
Ouders vragen zich weleens af of meisjes ervoor zorgen dat hun broers en zussen meer traditioneel vrouwelijke eigenschappen ontwikkelen, met name een beter inzicht in hun eigen emoties en goede sociale vaardigheden.
Onderzoek duidt erop dat zussen inderdaad een positieve invloed kunnen hebben, onder andere op de gevoeligheid.
In 2014 vulden 700 jonge mensen vragenlijsten in over hun kijk op het leven en hun mentale gezondheid.
Het bleek dat zowel jongens als meisjes die met zussen zijn opgegroeid, minder angstig zijn, zich meer gesteund voelen door hun broers en zussen en optimistischer zijn – in elk geval naar eigen zeggen.
Een ander onderzoek onder circa 400 gezinnen wijst uit dat tieners die zijn opgegroeid met zussen, minder geneigd zijn tot angst en depressie dan de gemiddelde tiener.
‘Zelfs als je rekening houdt met de invloed van de ouders, maken zussen op unieke manieren een verschil,’ zei onderzoeker Laura Padilla-Walker toen de resultaten werden gepubliceerd.
Volgens dezelfde studie beschermen meisjes hun broers en zussen tegen eenzaamheid, onzekerheid en angst.
Ook de sociale gevoeligheid kan positief beïnvloed worden door zussen, kwam in 1983 naar voren uit een interviewstudie onder universiteitsstudenten.
Uit de gesprekken bleek dat mannen die zijn opgegroeid met oudere zussen, beter zijn in het voeren van gesprekken dan hun leeftijdgenoten die zelf de oudste zijn of geen oudere zussen hebben.
Zo praatten mannen met oudere zussen in een aantal gesprekken twee keer zo lang als eerstgeborenen, stelden ze meer vragen, keken ze meer naar degene die tegenover hen zat en werden ze aardiger gevonden door hun vrouwelijke gesprekspartners.
‘Middelste kinderen zijn voorzichtig en diplomatiek’
ONWAAR

Middelste kinderen plegen volgens meerdere onderzoeken vaker misdrijven – ondanks het stereotype van de bemiddelaar.
Het middelste kind moet vaak bemiddelen tussen zijn oudere en jongere broers en zussen, voelt zich klemgezet en ontwikkelt daardoor een voorzichtige, diplomatieke persoonlijkheid.
Dat is het stereotype beeld van middelste kinderen, maar onderzoek wijst in een andere richting: middelste kinderen zijn vaak opstandig en komen vaker in de problemen dan hun broers en zussen.
Zo bleek uit een onderzoek uit 2013 van Patrick Cundiff van The Pennsylvania State University dat middelste kinderen 33 procent meer kans hebben dan hun oudere broers en zussen om de criminaliteit in te gaan of veel alcohol te drinken.
Ook bij jongste kinderen is die kans groter dan bij de oudste, maar middelste kinderen nemen verreweg de grootste risico’s in hun leven.
De verklaring is mogelijk simpelweg dat ouders middelste kinderen minder goed in de gaten houden.
Dat denkt in elk geval een Frans onderzoeksteam, dat in 2005 een grote studie publiceerde die aantoonde dat middelste kinderen vaker dan hun oudere broers en zussen in contact komen met justitie.
Het oudste kind krijgt de onverdeelde aandacht van de ouders tot de tweede wordt geboren. Maar als er meer kinderen bij komen, krijgen die meer aandacht dan het middelste kind.
Het middelste kind wordt in de loop van de jeugd dus het minst blootgesteld aan ouderlijk toezicht.
De Franse onderzoekers denken dat mogelijk niet alleen het toezicht van de ouders een rol speelt bij de geneigdheid tot criminaliteit en ander problematisch gedrag van hun kinderen, maar ook de mate waarin ze met elk kind communiceren en hoe ze de kinderen straffen.
‘Enig kinderen zijn egoïstisch’
DEELS WAAR

Enig kinderen krijgen extreem veel aandacht van hun ouders en worden daardoor egoïstischer, zo luidt het stereotype.
Die hypothese is meermaals getest. In 1986 werden 200 studies naar de persoonlijkheid van enig kinderen vergeleken in een meta-analyse. De onderzoekers concludeerden dat enig kinderen niet significant egoïstischer zijn dan kinderen met broers en/of zussen.
Maar de laatste vijf à tien jaar wijzen nieuwe bevindingen in een andere richting, vooral door recentere, preciezere methoden om hersenactiviteit te analyseren.
Zo toonden meerdere studies op basis van hersenscans aan dat enig kinderen gemiddeld minder actieve zenuwcellen hebben in het voorste deel van de hersenen, de mediale frontale cortex, waar sociaal inzicht zetelt.
Minder activiteit in dit hersendeel wordt in verband gebracht met een zwakker sociaal gevoel.
We weten ook dat wanneer twee mensen interactie met elkaar hebben, hun mediale frontale cortex vergelijkbare activiteit vertoont. Hun hersenactiviteit wordt dus gesynchroniseerd, wat het vertrouwen in elkaar vergroot.
Een studie onder Chinese kinderen bekeek daarom de activiteit in dit deel van de hersenen.
De onderzoekers vonden een lagere mate van synchronisatie, en dus minder vertrouwen, bij enig kinderen dan bij kinderen met broers en/of zussen.
Enig kinderen denken meer aan zichzelf
Als twee mensen interageren, gaat hun hersenactiviteit op elkaar lijken. Chinese onderzoekers toonden aan dat dit bij enig kinderen minder sterk het geval is dan bij kinderen met broers en/of zussen.

1. Sociaal zintuig wordt geactiveerd
Vóór in de hersenen bevindt zich de mediale frontale cortex, die actief wordt als je contact hebt met andere mensen. Activiteit in dit gebied vergroot het vertrouwen in anderen en het vermogen tot empathie.

2. Hersenen synchroniseren
Als twee mensen bijvoorbeeld samen aan een taak werken, kan er synchronisatie optreden van de hersenactiviteit in dit gebied – de samenwerkende personen gaan in zekere mate meer hetzelfde denken.

Enig kinderen doen minder mee
Scans laten zien dat de hersenen van enig kinderen (l) minder synchronisatieactiviteit (rode gebieden) vertonen dan die van kinderen met broers en zussen (r). Enig kinderen kunnen daardoor meer moeite hebben om tot wederzijds begrip te komen.
Dat duidt erop dat enig kinderen moeilijker tot wederzijds begrip met anderen kunnen komen.
De verzwakte hersenactiviteit duidt er ook op dat enig kinderen moeilijker empathie kunnen tonen, denken de onderzoekers.