De oogkleur van je kind is genetisch bepaald
De oogkleur van je kind wordt in de eerste plaats bepaald door de genen die het van jou en je partner erft.
Alle mensen hebben een combinatie van twee genen die hun oogkleur helpen bepalen.
Elke ouder geeft één gen door aan het kind, dat dan een combinatie van de twee geërfde genen krijgt.
Hier zie je hoe de oogkleur meestal van ouder op kind overgaat:
- Als ouders bruine en groene ogen hebben is er een kans van 50 procent dat hun kind bruine ogen krijgt, een kans van 12,5 procent op blauwe ogen en een kans van 37,5 procent op groene ogen.
- Als beide ouders groene ogen hebben is er een kans van 0,5 procent dat hun kind bruine ogen krijgt, een kans van 24,5 procent op blauwe ogen en een kans van 75 procent op groene ogen.
- Als de ouders blauwe en groene ogen hebben is er een minimale kans dat hun kind bruine ogen krijgt, een 50 procent kans op blauwe ogen en een 50 procent kans op groene ogen.
- Als ouders bruine en blauwe ogen hebben is er een kans van 50 procent dat hun kind bruine ogen krijgt, een kans van 50 procent op blauwe ogen en een minimale kans op groene ogen.
- Als beide ouders blauwe ogen hebben is er een minimale kans dat hun kind bruine ogen krijgt, een kans van 99 procent op blauwe ogen en een kans van 1 procent op groene ogen.
- Als beide ouders bruine ogen hebben is er een kans van 75 procent dat hun kind bruine ogen krijgt, 6,2 procent kans op blauwe ogen en 18,8 procent kans op groene ogen.
De percentages moeten als schattingen worden beschouwd.
Hoewel oogkleuren vaak deze logica volgen, zijn er uitzonderingen, die je hier in het artikel kunt leren kennen.
Dominante en recessieve genen
Welke genen door ouders worden doorgegeven is volkomen willekeurig. Het is echter niet volkomen willekeurig welke oogkleur je krijgt met de verschillende genencombinaties.
Het gen voor bruine ogen is bijvoorbeeld dominant, en het gen voor blauwe ogen recessief.
‘Als je maar één gen voor bruine ogen krijgt, krijg je dus bruine ogen. Om blauwe ogen te krijgen, moet je een blauw gen van zowel je moeder als je vader krijgen. Dat is de genetica van Mendel,’ verklaart Jesper Thorvald Troelsen, hoogleraar medische biologie aan de Deense universiteit van Roskilde.
Gregor Johann Mendel was een Oostenrijkse monnik die in de jaren 1860 de wetten van de erfelijkheid ontdekte die de basis legden voor het begrijpen van de genetica.
Op basis van Mendels genetica worden oogkleuren gewoonlijk verdeeld in blauwe en bruine ogen, hoewel er veel meer oogkleuren bestaan.
Dit komt omdat de overige oogkleuren varianten zijn van blauwe en bruine ogen.
Overzicht van oogkleuren
Hieronder zie je enkele van de oogkleuren die er bestaan.