Genomische imprinting bepaalt hoe actief een specifiek gen in de DNA-streng is.
Op een paar plekken in het erfelijk materiaal bestaat er een asymmetrie tussen de imprinting van het gen van de moeder en het overeenkomende gen van de vader.
Die asymmetrie voorkomt dat het gen te actief of te inactief wordt en zorgt er onder andere voor dat de foetus tot de juiste grootte uitgroeit.
Genetisch gemanipuleerde muizen leven niet lang
De techniek is echter verre van perfect. Het slagingspercentage was slechts 2,5 procent en de jongen leefden maar een paar dagen.
Beter ging het experiment met twee moeders – maar dat was eerder ook al gelukt.
Hierbij was de kans op succes 14 procent, en diverse muizen bleven leven en kregen zelf ook weer jongen.
Het doel van de Chinese experimenten is meer te leren over genomische imprinting en te begrijpen waarom zoogdieren zich geslachtelijk voortplanten – met een mannetje én een vrouwtje dus.
Bij diverse andere gewervelden, zoals bepaalde vogels, slangen en vissen, kan het vrouwtje het alleen af.
De methode kan daarnaast worden gebruikt om diersoorten te redden waarvan slechts een paar exemplaren over zijn, van een van beide geslachten.