Door de hoge status van de Medici’s tijdens de renaissance kregen de familieleden een vorstelijke begrafenis in de Sint-Laurensbasiliek in Florence.
Tijdens het begrafenisritueel werden de ingewanden van de overledene verwijderd en in grote zogeheten terracottapotten geplaatst om bij te zetten in het graf.
In 2010 kregen onderzoekers toestemming om monsters te nemen uit negen potten met het wapen van de’ Medici erop, waarvan twee ook een naam van specifieke familieleden bevatten.
Onderzoeker: ‘Er is al 500 jaar verstreken’
In de potten deed onderzoeksleider Albert Zink met zijn team een ontdekking die op het eerste gezicht ‘vrij onbeduidend’ leek, omdat de inhoud nog het meeste leek op lappen oude kleren.
Maar bij nader onderzoek bleek de vondst gemummificeerd weefsel van onbekende oorsprong te zijn. Microscopische analysen konden niet onthullen wat de bron was, want overstromingen en temperatuurschommelingen hebben in de loop der jaren bijna alle DNA-sporen en eiwitten vernietigd.
Dunne plakjes van het weefsel en een speciale kleurtechniek, Giemsa-kleuring, brachten echter een mogelijk bloedvat aan het licht dat nog steeds clusters van rode bloedcellen bevatte, waarin een parasietachtige structuur zat. En dat was onverwacht.
‘We wisten dat rode bloedcellen bewaard konden blijven,’ zegt onderzoeksleider Albert Zink tegen LiveScience.
‘Maar we verwachtten geen parasieten te zien,’ vertelt hij. ‘Er is immers al 500 jaar verstreken.’
Uit nader onderzoek bleek dat meerdere bloedcellen de meest kwaadaardige en dodelijke malariaparasiet bevatten – de zogeheten Plasmodium falciparum, die in Afrika tegenwoordig het meest voorkomt.
Het is voor het eerst dat onderzoekers bewijs hebben gevonden voor de malariaparasiet zelf, en niet alleen de eiwitten van de parasiet in de bloedcellen van de Medici’s.
Ze kunnen niet met zekerheid zeggen dat het familielid is overleden aan malaria. Maar uit een analyse van suikermoleculen op de oppervlakte blijkt dat de oude bloedcellen van het bloedtype B zijn, en die bloedgroep maakt mensen vatbaarder voor malaria.
In de studie zelf schrijven de onderzoekers dat de familie de’ Medici graag aan jagen deed in de laagliggende watergebieden rond Florence en Toscane, waar veel muggen leefden, en die best de malariaparasiet bij zich zouden kunnen hebben gedragen.