Steeds meer mensen vervangen koemelk door alternatieven voor zuivel van onder meer soja, tarwe, amandelen en haver. Alleen al in 2019 steeg de verkoop van plantaardige dranken met 22 procent, en vooral veganisten en mensen met lactose-intolerantie kiezen een plantaardige variant. Je zou ook zeggen dat plantaardige melk een gezonder alternatief is, maar zo eenvoudig is het niet.
Volgens een nieuw onderzoek dat de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) aan de American Chemical Society in Washington presenteerde, bevatten de meeste plantaardige melkproducten minder mineralen dan koemelk. Het gaat om fosfor, magnesium, zink en selenium, allemaal micronutriënten met belangrijke functies in het lichaam, die de groei, celreparatie en afweer betreffen.
Acht soorten plantaardige drank
Het onderzoek naar koemelk en plantaardige melk, die de eerste grote vergelijking van de twee soorten is, analyseerde acht categorieën plantaardige melk: amandel, cashew, kokosnoot, hennep, tarwe, rijst, erwt en soja. De gehalten aan fosfor, magnesium, zink en selenium werden gemeten in 85 soorten plantaardige melk in de acht categorieën en vergeleken met de gehalten van dezelfde mineralen in koemelk. De onderzoekers gebruikten de techniek ‘inductief gekoppelde massaspectrometrie’, waarmee de massa en de chemische structuur van moleculen worden bepaald.
De metingen toonden aan dat het mineraalgehalte sterk varieerde binnen de categorieën plantaardige melk, maar ze vonden ook grote variatie in producten binnen eenzelfde categorie. Plantaardige melk op basis van erwten had de hoogste gehalten aan fosfor, zink en selenium, terwijl sojamelkproducten het meeste magnesium bevatten. Alleen erwten- en sojamelk presteerden beter dan koemelk wat de vier genoemde mineralen betreft. Erwtendrank bevatte circa 50 procent meer fosfor, zink en selenium dan koemelk.