Hoewel de mythe over vierkante ogen waarschijnlijk nu wel de wereld uit is, zijn veel ouders nog steeds bezorgd over de invloed van computerspelletjes op de cognitieve ontwikkeling van hun kinderen.
Een Amerikaanse studie onder 2217 kinderen suggereert echter dat er niet per se reden tot zorg is.
Kinderen die veel computerspelletjes speelden, bleken namelijk beter te presteren in de studie dan kinderen die dat niet deden.
Gamers vs. niet-gamers
In een poging meer te leren over het effect van computerspelletjes op kinderhersenen, werden de hersenen van de deelnemers op 9- of 10-jarige leeftijd gescand.
Er waren twee groepen kinderen: één die zei nooit op de computer te spelen en één die naar eigen zeggen minstens drie uur per dag op de computer zat.
Beide groepen moesten vervolgens in korte tijd twee specifieke taken uitvoeren terwijl hun hersenen een MRI-scan kregen. De eerste taak bestond uit het indrukken van de pijltjestoetsen op de computer op het moment dat er soortgelijke pijlen op het scherm verschenen.
Bij een bepaalde pijl moesten de kinderen juist niets indrukken. Deze taak was bedoeld om te testen hoe goed hun vermogen was om snel te reageren en te stoppen bij een bepaald signaal.
Daarna moesten ze gezichtsuitdrukkingen onthouden die op een computerscherm werden getoond.
Met deze taak werd het zogeheten werkgeheugen van de kinderen getest, dat onder meer werkzaam is bij lezen, logisch denken en problemen oplossen.
De bomen groeien niet tot in de hemel
De gamers presteerden bij beide taken beter. Ze konden gemakkelijker gezichten onthouden en hadden beter in de hand wanneer ze moesten klikken bij bepaalde pijltjes.
‘De delen van de hersenen die te maken hebben met werkgeheugen, aandacht en probleemoplossing bleken bij gamers actiever te zijn,’ vertelt neurowetenschapper Bader Chaarani van de universiteit van Vermont in de VS aan Science News Explores.
En die bevinding is niet verrassend voor de ervaren onderzoeker.
‘Computerspellen spelen vereist een snelle verwerking van veel soorten informatie in zeer korte tijd – en daar is probleemoplossend vermogen en visuele aandacht voor nodig,’ legt Chaarani uit.
Dit betekent echter niet dat ouders het moeten opgeven en kinderen van alle leeftijden in de toekomst net zo vaak computertijd moeten toestaan als de kinderen willen.
‘Gamers lijken beter te presteren bij deze testen, maar we weten nog helemaal niet waarom,’ vertelt Fran Blumberg, die aandacht en probleemoplossend vermogen bij kinderen onderzoekt aan de Fordham University in de VS, aan Science News Explores.
Chaarani is het daarmee eens.
‘We moeten in gedachten houden dat dit de eerste studie in een reeks is, en dat we niet kunnen uitsluiten dat deze veranderingen in de hersenen van gamers ten koste van andere hersenfuncties zijn ontstaan,’ concludeert hij.