Er bestaan verschillende soorten bariatrische chirurgie – ofwel obesitaschirurgie. Een van de meest voorkomende is de ‘gastric bypass’, waarbij de chirurg een kleine zak van het bovenste deel van de maag maakt, waardoor een los zakje ontstaat.
Een andere methode is de ‘gastric sleeve’, waarbij een groot deel van de maag wordt verwijderd en de maag zo een lange buis vormt.
Meer eetlust en slechtere stofwisseling
Vroeger dachten onderzoekers dat patiënten na een operatie afvielen omdat hun maag verkleind was.
De laatste jaren weten ze echter dat er na de ingreep mechanismen in werking treden, die samen tot gewichtsverlies leiden.
Een van die mechanismen draait om een geelgroene vloeistof uit de lever, die na een maaltijd in de twaalfvingerige darm wordt geloosd – gal genaamd.
Gal helpt ons om vet en vetoplosbare vitaminen uit voedsel op te nemen, maar het kan ook een rol spelen bij het reguleren van onze eetlust.
De wetenschappers onderzochten een groep Amsterdamse maagverkleiningspatiënten en twee groepen die niet onder het mes waren gegaan, en ontdekten dat de eerste groep minder van een specifiek galzuur had, namelijk ursodeoxycholzuur, dat mogelijk verband houdt met een grotere eetlust en een slechtere stofwisseling.
Uit de onderzoeken bleek ook dat vezelsupplementen het galzuurgehalte leken te verlagen – maar wel minder dan de maagverkleining.
Ontwikkeling nieuwe strategieën tegen overgewicht
Het onderzoek bevindt zich in een vroeg stadium, maar de hoop is dat de ontdekking uiteindelijk gebruikt kan worden om de effecten van maagverkleiningen na te bootsen – zonder een heftige operatie.
De onderzoekers hopen ook dat de resultaten uiteindelijk zullen helpen om meer gerichte behandelingen tegen overwicht te ontwikkelen, die niet alleen geschikt zijn bij ernstige obesitas.
‘Door het complexe samenspel tussen genen, darmbacteriën en voeding bij het regelen van de galzuurspiegels en hun invloed op eetlust en metabolisme beter te begrijpen, kunnen we wellicht nieuwe strategieën ontwikkelen om obesitas te voorkomen en te behandelen,’ zegt hoofdonderzoekster Christina Menni van King’s College Londen in een persbericht.