7 mythen over lengte: ‘Lange mensen zijn succesvoller’

Krijgen lange mensen meer betaald? Wordt de mens steeds langer? En wordt onze lengte bepaald door onze genen? Lees de feiten en fabels over een van onze meest opvallende kenmerken: lengte.

Man met veel geld
© Shutterstock

Ongeveer de helft van ons zou langer willen zijn. Veel mensen denken dat lengte invloed heeft op hun kansen op het aantrekken van een partner of op algemeen succes in het leven.

Maar is ons aantal centimeters wel zo belangrijk als we onszelf voorhouden? En zijn de meest voorkomende beweringen over lengte wel juist?

We namen een aantal mythen over lengte onder de loep – en vonden het oordeel van de wetenschap erover.

PUBERS

MYTHE 1: ‘We groeien het meest in onze puberjaren’

Mythen over lengte, grafiek

Groeicurves voor meisjes en jongens laten zien wanneer we het meest groeien (leeftijd op de horizontale as, lengte in centimeters op de verticale as). De cijfers zijn een voorbeeld.

© Shutterstock

Pubers kunnen in een paar maanden tijd flink uitschieten. Toch groeit de mens in deze jaren niet het snelst. Groeicurven voor jongens en meisjes van 0-20 jaar tonen een gestage toename in lengte van kind tot volwassene, maar de groei is duidelijk het grootst in de eerste levensjaren.

Een baby is gemiddeld 50 centimeter lang, en vier jaar later meer dan het dubbele – ongeveer 105 centimeter. Op het hoogtepunt van de groei kunnen kinderen meer dan 20 centimeter per jaar groeien, een veel sterkere toename dan in de tienerjaren.

Voor puberjongens piekt de groei rond hun 14e levensjaar, wanneer ze ongeveer 10 centimeter per jaar erbij krijgen – een indrukwekkende groeisnelheid, maar slechts de helft van die van een baby. Meisjes maken net als jongens een snelle groei door tijdens de puberteit, maar die piekt al voordat ze gaan puberen: rond hun twaalfde kunnen ze er 8 à 9 centimeter per jaar bij krijgen.

MYTHE 1 IS: ONJUIST

AANTREKKINGSKRACHT

MYTHE 2: ‘Vrouwen houden van lange mannen’

Vrouw wijst naar lange man

Uit enquêtes blijkt dat heteroseksuele vrouwen over het algemeen een voorkeur hebben voor mannen die langer zijn dan zijzelf.

© Shutterstock

Onderzoek wijst uit dat heteroseksuele vrouwen over het algemeen een voorkeur hebben voor lange mannen. Uit een studie onder 650 studenten van de Rijksuniversiteit Groningen bleek dat de vrouwen het liefst mannen hadden die circa 21 centimeter langer waren dan zijzelf, terwijl een Amerikaanse studie aantoonde dat bijna de helft van de vrouwelijke deelnemers de voorkeur gaf aan een langere man.

Op de vraag waarom de lengte van mannen belangrijk was, zeiden de Amerikaanse vrouwen dat lange mannen aantrekkelijker waren en hun een veilig gevoel gaven, en dat het ongemakkelijk voelde om met een kleinere man te zijn.

Slechts 13,5 procent van de Amerikaanse mannen vond het belangrijk dat hun partner kleiner was, wat aangeeft dat mannen niet zoveel belang hechten aan lengte als vrouwen. Dit wordt ondersteund door de Nederlandse studie, waarin mannen graag langer waren dan hun partner, maar genoegen namen met 8 centimeter verschil – veel minder dan het verschil waar vrouwen de voorkeur aan gaven.

MYTHE 2 IS: JUIST

IN DE GROEI

MYTHE 3: ‘Groeien doet pijn’

Groeipijnen

Circa 10-20 procent van de kinderen heeft last van groeipijn, vooral in de kuitspieren en aan de voorkant van het bovenbeen.

© Shutterstock

Kinderen tussen de drie en 12 jaar kunnen last hebben van groeipijn. Deze periodieke pijn treedt meestal ’s avonds of ’s nachts op, veelal in de benen, en verdwijnt binnen een paar uur. De mate van pijn varieert en veel kinderen hebben er helemaal geen last van.

We spreken van groeipijn omdat men vroeger dacht dat de pijn een gevolg was van de botgroei, en dat snelgroeiende botten aan pezen en spieren trokken en zo pijn veroorzaakten.

Onderzoekers denken nu echter dat de pijn geen verband houdt met de groei, onder meer omdat de pijn niet optreedt in perioden waarin het lichaam bijzonder snel groeit. De precieze oorzaak van de pijn is onbekend, maar onderzoekers hebben verschillende theorieën.

Mogelijk treedt de pijn op als het kind overdag bijzonder actief is geweest en daardoor spieren en pezen sterk heeft belast. Of wellicht wordt het verschijnsel veroorzaakt door een verlaagde pijngrens. En de pijn kan ook verband houden met een aandoening die het rustelozebenensyndroom heet.

MYTHE 3 IS: ONJUIST

GENEN

MYTHE 4: ‘Genen bepalen je lengte’

Mythen over lengte, genen

Een nieuw groot onderzoek geeft inzicht in de manier waarop de genen onze lengte beïnvloeden.

© Shutterstock

In 2022 publiceerde een internationaal onderzoeksteam de resultaten van ’s werelds grootste studie tot nu toe naar de genetica van lengte. Gedurende 20 jaar vergeleken onderzoekers het DNA van bijna 5,5 miljoen mensen om de rol die de genen spelen voor onze lengte in kaart te brengen.

Zo ontdekten ze dat onze genen ongeveer 80 procent van onze lengte verklaren, terwijl de resterende 20 procent wordt bepaald door omgevingsfactoren. Dus als twee kinderen in een vergelijkbare omgeving opgroeien, zullen de genen grotendeels bepalen wie van hen langer wordt.

Maar als een van de kinderen opgroeit met onvoldoende voedsel, terwijl de ander goed en gezond kan eten, kunnen de genen niet meer uitwijzen wie langer zal worden.

Kind in de groei
© Shutterstock

Drie factoren vergroten de groei van het kind

Zelfs bij twee kinderen in een vergelijkbaar milieu is het lastig om uit de genen de uiteindelijke lengte te berekenen. Lengte wordt niet bepaald door één gen, maar door vele.

In de studie van 2022 vonden de onderzoekers maar liefst 12.000 plaatsen in het DNA, verdeeld over circa een vijfde van ons totale genoom, die invloed hebben op onze lengte. En volgens het team zullen er nog duizenden van zulke punten in het DNA worden ontdekt.

Daarom zijn lengteberekeningen op basis van DNA nog niet beter dan de ouderwetse methode om de lengte van een kind op te maken uit de lengte van de ouders. Wel kunnen de ontdekkingen lengteverschillen tussen broers en zussen beter verklaren – wat niet lukt met de simpele ouderformule.

MYTHE 4 IS: DEELS JUIST

SUCCES

MYTHE 5: ‘Lange mensen zijn succesvoller’

Man met veel geld

Uit verschillende analyses blijkt dat lange mensen over het algemeen meer betaald krijgen dan kleine.

© Shutterstock

Uit tal van onderzoeken blijkt dat lange mensen over het algemeen een hoger opleidingsniveau hebben en meer geld verdienen dan kleine.

Amerikaanse en Britse analyses lieten zien dat mannen en vrouwen met een kantoorbaan – en dus een vrij hoog opleidingsniveau – gemiddeld 3 centimeter langer waren dan mannen en vrouwen in praktische beroepen. Dit lengteverschil ging gepaard met een loonverschil van 1,4 tot 2,9 procent ten gunste van de lange mensen.

De precieze reden daarvoor is nog niet duidelijk. Wellicht is het succes van lange mensen te danken aan een groter gevoel van eigenwaarde. En de loonkloof kan deels te wijten zijn aan discriminatie van kleine mensen. Maar sommige onderzoekers denken dat lange mensen gewoon intelligenter zijn.

Deze laatste theorie wordt ondersteund door verschillende analyses die een verband hebben gevonden tussen lengte en intelligentie, mogelijk doordat zowel lengte als intelligentie samenhangen met een gezond dieet in de kindertijd.

MYTHE 5 IS: JUIST

GENERATIES

MYTHE 6: ‘We worden met elke generatie langer’

Mythen over lengte, generaties

Vroege leden van onze soort waren even lang als de moderne mens, maar de lengte nam een duik in de tussenliggende periode.

© Shutterstock

Botten uit Israël van 100.000 jaar oud laten zien dat onze oude voorouders al vrij lang waren. Mannen waren gemiddeld 185 centimeter en vrouwen 170. Ze waren dus minstens even lang als wij nu.

Het is dus niet waar dat mensen gedurende hun ontwikkelingsgeschiedenis gestaag langer zijn geworden. Wel zijn er onderweg een paar flinke schommelingen geweest. De gemiddelde lengte van onze voorouders daalde op een gegeven moment en bleef daarna duizenden jaren redelijk stabiel op 160-170 centimeter – tot de industriële revolutie zo’n 150 jaar geleden.

Uit een analyse blijkt bijvoorbeeld dat dienstplichtige Nederlandse mannen in 1858 gemiddeld 163 centimeter lang waren, terwijl dat 184 centimeter was in 1997. De reden voor deze enorme toename is te vinden in de aanzienlijke verbetering van onze levensstandaard, gezondheid en voeding.

Maar de toename van de lengte vlakt af, althans in veel westerse landen. Uit een Nederlands onderzoek blijkt dat er tussen 1997 en 2009 geen verandering in de gemiddelde lengte is opgetreden.

MYTHE 6 IS: DEELS ONJUIST

HORMONEN

MYTHE 7: ‘Groeihormonen maken kleine kinderen groot’

Mythen over lengte, kind en naald

Behandeling met kunstmatige groeihormonen houdt meestal in dat ouders hun kind gedurende meerdere jaren dagelijkse injecties geven.

© Shutterstock

2,5 procent van de kinderen zit ver onder de gemiddelde lengte voor hun leeftijdsgroep. Een korte gestalte is meestal erfelijk, maar de oorzaak kan variëren.

Bij sommige kinderen is de beperkte groei te wijten aan een gebrek aan een groeihormoon. Dit hormoon wordt normaal geproduceerd in de hypofyse, net onder de hersenen, en wordt afgescheiden in het bloed, dat het naar de botten en de lever brengt. In de lever stimuleert het hormoon de productie van groeifactoren die belangrijk zijn voor de botgroei.

Hormonen brengen kettingreactie op gang

Door het groeihormoon en het hormoon IGF-1 uit de lever bruisen de botten van activiteit – met als gevolg extra centimeters lengte.

Bot en groeihormonen
© Ken Ikeda Madsen

1. Hormoon maakt nieuwe cellen aan

Aan het uiteinde van de botten zitten groeiplaten (rood) met daarin cellen die chondrocyten (groen) worden genoemd. Het groeihormoon (blauw) en het hormoon IGF-1 (geel) hechten zich aan de cellen, die zich dan delen en veel nieuwe cellen vormen.

Bot en groeihormonen
© Ken Ikeda Madsen

2. Cellen zwellen op

De cellen zwellen vervolgens op, waardoor de groeiplaat uitzet en het bot langer wordt. Ook geven ze signaalstoffen af. Die trekken andere cellen aan die belangrijk zijn voor de vorming van nieuw bot. Dan sterven de chondrocyten af.

Bot en groeihormonen
© Ken Ikeda Madsen

3. Bot wordt gestut

Andere cellen, osteoblasten (rode bolletjes), bewegen in het bot en vormen een stevige steiger van calciumkristallen. Tegelijkertijd groeit een netwerk van bloedvaten in de botholte, dat de cellen toegang geeft tot zuurstof en voedingsstoffen.

Als het kind het hormoon niet heeft, kiezen ouders en artsen vaak voor behandeling met kunstmatige groeihormonen, die op gezette tijden geïnjecteerd moeten worden.

Verschillende studies, waaronder een uit Zweden, laten zien dat de behandelde kinderen uiteindelijk richting het gemiddelde gaan en de lengte van hun ouders benaderen. Toch blijven ze meestal 5 tot 10 centimeter kleiner dan gemiddeld.

Als kinderen niet klein zijn vanwege een tekort aan groeihormonen, hebben kunstmatige hormonen weinig effect.

Over het algemeen kunnen kinderen langer worden van groeihormonen, maar zullen ze nog steeds ruim onder het gemiddelde uitkomen.

MYTHE 7 IS: DEELS ONJUIST