1. Placebo's kunnen bestaan uit injecties, pillen of water
Wetenschappers gebruiken placebo’s om onderzoek te doen naar het zuivere behandelingseffect: de reactie van patiënten op het ondergaan van een behandeling.
Bij geneeskundige proeven wordt gebruikgemaakt van bijvoorbeeld placebopillen die geen actieve stoffen bevatten. Doorgaans krijgt de helft van de proefpersonen die toegediend. Deze neppillen bestaan meestal uit kalk of suiker.
Placebo’s kunnen echter ook drankjes zonder inhoud, waterinjecties of simpele zalfjes of crèmes zijn. In ieder geval bevatten placebo’s niet het middel dat de oorzaak van de ziekte in kwestie moet aanpakken.
2. Placebo’s werken – zelfs als je weet dat het nep is
Placebo’s zijn een belangrijk werktuig voor wetenschappers die willen aantonen dat een nieuw geneesmiddel werkt. De proefpersonen worden gewoonlijk in twee groepen verdeeld: een groep krijgt het geneesmiddel en de andere een placebobehandeling.
Soms vertellen ze de patiënten zelfs dat ze pillen zonder echt medicijn krijgen, en zelfs dan kan het placebo-effect optreden.
In een onderzoek wordt een reeks studies met een zogenoemde open placebobehandeling onder de loep genomen. 260 patiënten met onder meer prikkelbaredarmsyndroom, depressie, rugpijn en allergieën knapten op van placebo’s, ook al wisten ze dat ze geen medicijn kregen.