1: Ouders hebben invloed op geslacht - FICTIE

De Amerikaanse arts Landrum Shettles lanceerde 30 jaar geleden de theorie dat het tijdstip van seks bepalend is voor het geslacht van het kind.
Maar daar klopt niets van.
De spermacellen bevatten óf een Y- óf X-chromosoom. In combinatie met een X-chromosoom van de eicel wordt het een meisje en in combinatie met een Y-chromosoom een jongen
Shettles stelde dat spermacellen met een Y-chromosoom sneller zijn. Een stel dat vlak voor de eisprong seks heeft, zou daardoor een jongen krijgen.
Aan de andere kant kunnen spermacellen met een X-chromosoom langer in de baarmoeder overleven. Seks 3 à 4 dagen vóór de eisprong zou daarom in een meisje resulteren.
Verschillende onderzoeken hebben ontkracht dat het tijdstip van seks invloed heeft op het geslacht van het kind.
Maar onderzoekers van Mount Sinai Hospital in de Canadese stad Toronto hebben 1411 zwangere vrouwen gevolgd, waarbij bleek dat vrouwen met een hoge bloeddruk vaker een jongen krijgen.
Hoe dat komt is nog niet bekend, en de komende jaren wordt er dan ook meer onderzoek naar verricht.
Nieuw onderzoek: Gestreste vrouwen krijgen vaker een dochter
Vrouwen die stress ervaren in de aanloop naar de conceptie, hebben bijna twee keer zo veel kans op een meisje als op een jongen. Dat is de conclusie van een nieuwe studie van de universiteit van Granada.
De onderzoekers bestudeerden het cortisolgehalte (stresshormoon) in het haar van 108 zwangere vrouwen vóór de conceptie en tot en met de negende week van de zwangerschap. In combinatie met psychologische tests wijzen de resultaten uit dat een verhoogd stressniveau de kans op het krijgen van een meisje aanzienlijk verhoogt.
Hoewel de resultaten voor zich spreken, zijn de oorzaken minder duidelijk.
Een mogelijke theorie is dat sperma met het X-chromosoom beter in staat is om onder moeilijke omstandigheden door het baarmoederhalsslijm te dringen. Zaadcellen met het X-chromosoom hebben dus betere kansen dan zaadcellen met het Y-chromosoom als de vrouw extra hormonale veranderingen ondergaat door stress.
2: Foetus kan proeven wat mamma eet - FEIT

Als een zwangere vrouw bij haar ontbijt een glas sinaasappelsap drinkt, proeft het foetus in haar buik dat tien minuten later.
Tijdens de zwangerschap laat de placenta nuttige stoffen als zuurstof en voeding door naar de foetus, terwijl schadelijke bacteriën en virussen worden gestopt.
Maaltijden worden in de darmen afgebroken, waarna het bloed de voedingsstoffen opneemt. Als het bloed de baarmoeder bereikt, gaan de smaakstoffen door naar het vruchtwater of het bloed van het kind.
Na vier maanden heeft een foetus papillen op de tong en kan het proeven van het water om zich heen.
Uit onderzoek blijkt dat als een zwangere vrouw wortelsap drinkt, haar kind van wortels zal houden omdat het al aan de smaak gewend is.
3: Het brein zwangert mee’- FEIT

Vrouwen zijn tijdens de zwangerschap en in de kraamtijd warrig en vergeetachtig, wordt wel beweerd.
Onderzoekers hebben achterhaald dat het brein in die negen maanden inderdaad kan veranderen.
Een internationaal onderzoeksteam scande de hersenen van vrouwen voor, tijdens en na de zwangerschap. Het team keek vooral naar de grijze gebieden waarin de kern van de hersencellen een soort controlecentrum voor de rest van de hersenen vormt.
Van die grijze gebieden waren er verschillende tijdens de zwangerschap gekrompen.
Hersenen zijn op vijf plekken zwanger:
Hersenen zijn op vijf plekken zwanger:

Sociale vermogens als stemherkenning zetelen in de sulcus temporalis superior.
Mogelijk past het gebied zich zo aan dat de moeder zich meer hecht aan haar kind.
De precuneus maakt deel uit van het geheugen, en veranderingen daarin kunnen wellicht verklaren waarom zwangere vrouwen dingen slechter onthouden.
Rond de sulcus frontalis inferior liggen verschillende taalgebieden.
Veranderingen verbeteren het vermogen van de moeder om met haar kind te communiceren.
Herkenning van woorden en gezichten wordt gestuurd door de gyrus fusiformis.
Door veranderingen hierin kan de moeder de taal van haar baby beter aflezen.
De sulcus frontalis medius helpt te focussen.
Veranderingen daarin kunnen er volgens onderzoekers toe leiden dat een moeder beter op haar kind let.
Zo was de hippocampus – het geheugencentrum – kleiner geworden, wat kan verklaren waarom vrouwen in de kraamtijd soms vergeetachtiger zijn.
Ook slonken gebieden die te maken hebben met sociale vaardigheden en de verbinding met anderen. De witte gebieden in de hersenen waren evenredig toegenomen.
In de zogeheten witte stof lopen de verbindingen van de hersencellen, die tijdens de zwangerschap vermoedelijk beter met elkaar communiceren.
Dat betekent dat de hersenen van de nieuwbakken moeder mogelijk afgestemd zijn op het kweken van een band met het kind en het voldoen aan zijn of haar behoeften.
4: Alleen vrouwen worden hormonaal - FICTIE

Niet alleen vrouwen belanden in een hormonale achtbaan als ze een kind krijgen. Ook de hormoonspiegel van de jonge vader schommelt.
Canadese onderzoekers stelden het gehalte van het hormoon prolactine vast bij 21 mannen – twee weken vóór de geboorte van hun kind, twee weken daarna en twee maanden daarna. De vaders beantwoordden ook vragen, waaruit bleek hoeveel ze zich om hun kind bekommerden.
De onderzoekers registreerden vóór en na de geboorte een hogere dosis prolactine. Prolactine komt voort uit de hypofyse, waar sociale vaardigheden zetelen.

Borstvoedingshormoon rijst de pan uit bij ervaren vaders
De onderzoekers maten het gehalte van het hormoon prolactine bij mannen die al of niet voor het eerst vader werden. De stijging was het grootst bij ervaren vaders – mogelijk omdat zij weten dat kinderen zorg nodig hebben.
Bij vrouwen regelt het hormoon de melkproductie, terwijl mannen er waarschijnlijk zorgzamer van worden en een band met het kind aangaan.
5: Alcohol is slecht voor het kind - FEIT

Alcohol is vergif, en als je drinkt gaan enzymen meteen aan de slag om het af te breken. Bij een foetus zijn de daarvoor nodige enzymen echter nog niet aangelegd.
Als een zwangere vrouw drinkt, gaat de alcohol via het bloed richting placenta.
Omdat alcohol een heel klein molecuul is, wordt het niet tegengehouden door het filter van de placenta, maar zwemt het rechtstreeks naar het vruchtwater of de bloedvaten van het kind.
Dit doet alcohol met de hersenen van de foetus

Pasgeboren baby met normaal brein
Tijdens de zwangerschap ontwikkelen de hersenen van de foetus zich geleidelijk. De zenuwcellen delen zich, specialiseren zich en verbinden zich met elkaar.

Pasgeboren baby met beschadigd brein
Bij langdurig alcoholgebruik door de moeder kan de ontwikkeling van de zenuwcellen afgeremd worden, waardoor het kind ter wereld komt met een kleiner brein en blijvend hersenletsel.
De foetus heeft nog geen enzymen die alcohol verbranden, waardoor drank langer in het bloed of vruchtwater blijft zitten dan in het lichaam van volwassenen.Zo richt het gif meer schade aan.
Vooral het zenuwstelsel is kwetsbaar, want door alcohol kunnen de zenuwcellen zich niet meer zo goed delen. Heeft de foetus lange tijd veel alcohol in het lichaam, dan kan het geboren worden met het foetaal alcoholsyndroom.