Daarom snak je naar een knuffel
Door het coronavirus en social distancing krijgen veel mensen minder knuffels en huid-op-huidcontact. En dat terwijl fysieke aanraking volgens de wetenschap veel voordelen heeft voor je gezondheid.
Je hebt onhandige, vriendschappelijke en meer innige.
Knuffels zijn er in soorten en maten, maar niet iedereen is er even kwistig mee.
Het coronavirus dwingt echter iedereen om terughoudend te zijn met alle vormen van geknuffel. En als je inmiddels snakt naar een stevige omhelzing, is dat niet gek.
Volgens de wetenschap heeft een knuffel namelijk veel voordelen voor je gezondheid en welbevinden.
1. Knuffelen is goed voor je hart
Een innige knuffel is ronduit hartverwarmend.
Maar wist je ook dat een knuffel of een andere liefdevolle aanraking een heus medicijn voor je hart kan zijn?
Een onderzoek van wetenschappers van onder meer de University of North Carolina-Chapel Hill toont aan dat zelfs een vrij korte omhelzing een positieve, beschermende invloed kan hebben op de gezondheid van het hart.
Als je vlak voor een stresssituatie een knuffel of aanrakingen van je partner krijgt, kan dat je bloeddruk en hartslag namelijk flink omlaag brengen.
2. Knuffels beschermen tegen ziekten
Een onderzoek van Carnegie Mellon University in de VS wijst uit dat geregeld knuffelen kan helpen om verkoudheid en andere ziekten buiten de deur te houden.
De wetenschappers vroegen meer dan 400 proefpersonen hoeveel knuffels ze hadden gekregen gedurende een periode van twee tot drie weken. Daarna legden ze de cijfers naast gegevens van hun weerstand tegen ziekten.
Daarbij kwamen de wetenschappers erachter dat vaak knuffelen bescherming kan bieden tegen ziekten en infecties, en de symptomen van ziekten kan verzachten.
3. Bij knuffelen komen gelukshormonen vrij
Oxytocine wordt gevormd in de hypothalamus onder in de tussenhersenen.
Uit onderzoek blijkt dat een flinke knuffel – het liefst langer dan 20 seconden – een chemisch bombardement van zogeheten geluks- of liefdeshormonen in de hersenen kan vrijmaken.
Daaronder valt het hormoon oxytocine, dat ook wel het knuffelhormoon wordt genoemd.
Oxytocine wordt gevormd in de hypothalamus in de hersenen en staat er onder andere om bekend het niveau van het stresshormoon cortisol te verlagen en het mogelijk te maken om een langdurige sociale band aan te gaan met degene die je knuffelt of met wie je huid-op-huidcontact hebt.
Mannen hebben minder oxytocine in hun hersenen dan vrouwen, en onderzoek van de University of California toont dan ook aan dat vooral mannen baat hebben bij een knuffel.
De andere gelukshormonen die vrijkomen bij een knuffel zijn:
- Serotonine, dat berichten tussen zenuwcellen verstuurt en een centrale rol speelt bij de regulering van het humeur, de eetlust, de slaap en het geheugen.
- Dopamine, dat in het beloningscentrum van de hersenen, de nucleus accumbens, wordt aangemaakt en nauw verbonden is met een gevoel van welbevinden.
- Endorfine, dat onder meer in de hersenen en het ruggenmerg wordt vrijgegeven, pijnstillend werkt en een gevoel van vrolijkheid opwekt.
4. Knuffels kunnen doodsangst verminderen
Iedereen kan last hebben van angst voor de dood, maar het komt vaker voor bij mensen met een lage eigenwaarde.
Een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam, dat in 2014 werd gepubliceerd in het tijdschrift Psychological Science, wijst uit dat knuffels en aanrakingen doodsangst kunnen verzachten bij mensen met een lage eigenwaarde. Volgens onderzoeksleider Sander Kool kunnen zelfs vluchtige en toevallige aanrakingen dat effect hebben.