Temperatuurveranderingen jagen wind aan
De wind aan de breedtegraden waar de meeste turbines staan, wordt gevormd door het verschil in temperatuur tussen de evenaar en de polen.
Dit verschil wordt elk jaar kleiner, doordat de temperatuur aan de polen sneller stijgt dan in de rest van de wereld. Daardoor is de wind tussen 1978 en 2010 afgenomen.
De analyse laat zien dat de wind in die periode elke 10 jaar afnam met 2 procent, ofwel 0,08 m/s. Maar daarna ging de ontwikkeling de andere kant op.
Sinds 2010 nam de windsnelheid toe met 5,4 procent, van 3,13 tot 3,30 m/s. Dat lijkt niet zo veel, maar het verschil betekent dat er nu veel meer uren zijn waarin een windmolen energie kan oogsten dan 10 jaar geleden het geval was.
Windmolens vangen 17 procent meer wind
Een windmolen kan elektriciteit opwekken als de windsnelheid meer dan circa 3 m/s is. De onderzoekers berekenden dat de ontwikkeling in de windkracht sinds 2010 betekent dat een windmolen nu gemiddeld
17 procent meer bruikbare wind ontvangt.
Als de wind te sterk wordt, bij zo’n 25 m/s, slaan windmolens af om schade te voorkomen. Daarvoor worden de bladen van de wind af gedraaid en wordt de rotatie gestopt.