Meer dan 60 procent van de klimaatwetenschappers die hebben meegewerkt aan de prominente studie over klimaatverandering en de gevolgen daarvan door het klimaatpanel van de VN, (IPCC), denkt dat de wereldwijde temperatuurstijging in 2100 waarschijnlijk 3 °C zal zijn gestegen ten op zichte van de tijd vóór de industrialisatie.
Tegen de achtergrond van die prognose lees je hier hoe klimaatwetenschappers verwachten dat droogten en hittegolven ons in de toekomst zullen treffen.
Waar het warm is, wordt het nog warmer
Hoewel het moeilijk kan zijn om met zekerheid te zeggen hoe de stijgende temperaturen de delen van de wereld zullen treffen, zijn er zulke duidelijke verbanden in onze kennis van de klimaatverandering dat we vrij goed kunnen uitrekenen waar de verzengende hitte vooral problematisch zal worden.
Klimatoloog Eigil Kaas van het Deens Meteorologisch Instituut en de universiteit van Kopenhagen legt dit uit aan Wetenschap in Beeld.
‘Vanuit de losse pols kun je zeggen dat de warme land- en watergebieden warmer zullen worden, terwijl het natter zal worden waar al veel water en neerslag is,’ zegt hij.
100-jarige gebeurtenissen komen nu na 2 of 5 jaar weer voor
De stelling dat droge gebieden nog droger zullen worden, wordt volgens het IPCC bevestigd door het best gedocumenteerde onderzoek over dit onderwerp.
Onder meer in een studie van extreme droogten door de onderzoeksgroep van de Europese Commissie.
Het onderzoek concludeert dat droogten die we normaal slechts om de 100 jaar zouden meemaken, om de 2 tot 5 jaar zullen voorkomen als de gemiddelde temperatuur op aarde – zoals voorspeld – 3 °C stijgt.

De grafiek toont de stijging van de gemiddelde gevoelstemperatuur, zoals gemeten door de Global Heat Index, van 2 (geel) tot 10 (donkerblauw). De index combineert de temperatuur van de lucht met de luchtvochtigheid om te berekenen wat de gevoelstemperatuur is. Dit betekent dat de zomers in Europa 4-7 °C warmer zullen aanvoelen, terwijl koelere gebieden in Noord-Canada en Siberië 10 °C warmer zullen aanvoelen, gemeten met de Global Heat Index.
Volgens het onderzoek zullen extreme droogten vooral grote delen van Afrika, Australië, Zuid-Europa, het zuiden en midden van de VS, Midden-Amerika, het Caribisch gebied, delen van Zuid-Amerika, China, het Midden-Oosten en India treffen.
Met andere woorden, circa tweederde van de wereldbevolking kan twee tot vijf keer per decennium, in plaats van eens in de 100 jaar, te maken krijgen met droogteperioden als we in 2100 – 78 jaar vanaf nu – de 3 °C bereiken.
Dust Bowl-achtige toestand kan 2 tot 5 keer per decennium voorkomen
Een van de bekendste droogten die geldt als een 100-jarige gebeurtenis is ‘The Dust Bowl’.
De droogte van The Dust Bowl begon in 1928 in het midden van de VS en hield 14 jaar aan, tot 1942.
De droogte was zo extreem en langdurig dat wilde vegetatie en akkergewassen in grote delen van Kansas, Colorado, Oklahoma, Texas en New Mexico afstierven. En met de begroeiing verdween langzaam maar zeker het wortelnetwerk dat vocht en grond vasthoudt.
Dat betekende dat de bovenste 6 centimeter grond van wel 100.000 km2 uiteindelijk werd geblazen (ter vergelijking: de Benelux beslaat bijna 75.000 km2), en dat 2 tot 2,5 miljoen Amerikanen hun huizen moesten verlaten.

Droogtegebeurtenissen zoals The Dust Bowl in de VS zullen in de toekomst vaker voorkomen, omdat de opwarming van de aarde ervoor zorgt dat droogten zich over langere perioden uitstrekken, waardoor de bodem en vegetatie minder tijd hebben om te herstellen. Hier nadert een stofwolk een plaatsje in de staat Kansas (1935).
De kolossale hoeveelheden aarde die tijdens de Dust Bowl in de VS in 1930 door de lucht vlogen, brachten ziekten als griep, mazelen en een longschimmel met zich mee.
In de risico-evaluatie van de opwarming van de aarde die het IPCC in april publiceerde, wordt vermeld dat vooral voedsel en gezondheid in het gedrang komen door meer droogte en meer en langere hittegolven.
Het IPCC-rapport concludeert dat het in toch al droge gebieden 2 maanden per jaar langer duurt per graad Celsius – als de opwarming van de aarde minder dan 1,5 °C bedraagt. Als de opwarming 3 °C bereikt, neemt de droogteperiode toe met 4,2 maanden per graad.
Al in 2050, als de temperatuurstijging volgens klimaatwetenschappers op iets minder dan 2 °C zal zijn uitgekomen, zal het aantal mensen dat ernstig met hongersnood bedreigd wordt met 8 tot 80 miljoen toenemen, alleen al door het verlies van landbouw- en bosgrond.

Een directe parallel met het verlies van de vruchtbare bovengrond tijdens The Dust Bowl doet zich voor in de Sahel in Noord-Afrika aan de grens van de Sahara, waar verschillende landen de vegetatie in het gebied op peil proberen te houden om de woestijnvorming en massale emigratie te voorkomen.
Gloeiend hete steden
Volgens de Global Heat Index (GHI), die door klimatologen wereldwijd gebruikt wordt, zijn temperaturen boven 39,4 °C (zoals gemeten door de GHI) gevaarlijk.
Nieuw onderzoek van Harvard University en de universiteit van Washington toont aan dat als de opwarming van de aarde 3 °C bereikt, gevaarlijke temperaturen gemeengoed zullen worden voor mensen die in de tropische klimaatgordel wonen (40 procent van de wereldbevolking).
‘De meeste dagen van het jaar worden ze blootgesteld aan gevaarlijke hitte. En dodelijke hittegolven, die vroeger zeldzaam waren in gematigde streken, zullen jaarlijkse gebeurtenissen worden,’ schrijven de wetenschappers.
Ruim de helft van de wereldbevolking – 5,3 miljard mensen – zal jaarlijks 1 tot 15 dagen met extreem gevaarlijke temperaturen (boven 51,7 °C op de GHI) te maken krijgen.

Deze grafiek is verdeeld in zeven vakken. Het bovenste vak (a) toont het aantal dagen (van geel naar donkerblauw) met gevaarlijk hoge temperaturen gemeten op de Global Heat Index GHI (39,4-51,7 °C op de GHI). B illustreert hetzelfde, maar hier zijn we in 2050 en de opwarming van de aarde staat op 1,5 °C. C, 2050, toename met 1,8 °C. D, 2050, toename van 2,3 °C. E, 2100, toename van 2,1 °C. F, 2100, toename met 3 °C. G, 2100, stijging van 4,3 °C. Bij een opwarming van de aarde van 3 °C zitten we dus in het deel van de grafiek dat wetenschappers F noemen. ‘Gevaarlijke dagen per jaar’ betekent dat de gevoelstemperatuur tussen de 39,4 en 51,7 °C op de GHI ligt.
Niet alleen mensen krijgen last van de hitte
Naast de directe gevolgen van droogte en hittegolven voor ons mensen zullen we zien dat hele ecosystemen erdoor verwoest kunnen worden.
Met de 1 °C opwarming die we nu meemaken, bezwijkt al 20 procent van de bomen in het westen van de VS, in de Sahel ten zuiden van de Sahara en in noordelijk Afrika aan toenemende droogte.
En ook in Europese landen als Duitsland krimpen de beboste gebieden snel – alleen al door de toenemende hitte.
Bovendien zal turf, dat vroeger door permafrost in de grond werd opgeslagen en vastgehouden in gebieden als Siberië en Canada, bloot komen te liggen en enorme hoeveelheden CO2 vrijgeven als de zomers zo heet worden dat er branden uitbreken.
Volgens het IPCC-rapport zal een wereldwijde temperatuurstijging van 3 °C ook het dieren- en plantenleven op het land en in het water verder aantasten en terugdringen. En we krijgen chaos in ecosystemen, waarbij dieren en planten uit hun gebieden worden verdreven naar andere ecosystemen met acceptabeler levensomstandigheden.
Bovendien wordt het op aarde zo heet door droogten en hittegolven dat beetjes neerslag snel zullen verdampen, waardoor de atmosfeer nog sneller opwarmt.
Tegelijk neemt het vermogen van de bodem om snel water op te nemen af, waardoor de kans op overstromingen en aardverschuivingen toeneemt als er eindelijk weer eens veel regen valt.