Wanneer ontdekten wetenschappers het verband tussen ons gedrag en opwarming van de aarde?
Onderzoek naar de opwarming van de aarde is niets nieuws. Al in 1896 koppelde de Zweedse wetenschapper Svante Arrhenius de verbranding van kool aan de opwarming van de aarde.
Hij was op dat moment nog niet echt bezorgd over de mogelijke gevolgen in de toekomst en zag het eerder als een zegen.
De opwarming van de aarde zou er namelijk voor zorgen dat koudere gebieden warmer en leefbaarder zouden worden. Bovendien zou een warmere aarde leiden tot een betere oogst, waardoor meer monden konden worden gevoed. Hij ging er daarbij vanuit dat de opwarming veel langzamer zou gaan - zijn tijdlijn strekte zich over duizenden jaren uit..
Wetenschappers weten nu veel meer over de negatieve gevolgen.
Wat zijn de gevolgen van de opwarming van de aarde?
De opwarming van de aarde heeft de gemiddelde temperatuur op aarde al flink veranderd. Wetenschappers gebruiken de periode 1850-1900 als referentiekader om te bepalen wat de gevolgen van de opwarming zijn. Sinds 1900 is er een stijging van 0,2 graden Celsius per decennium waargenomen.
De periode 2009-2018 was echter 0,93 graden warmer dan de referentieperiode. Hoewel dit misschien weinig lijkt, heeft het grote gevolgen voor zowel mensen als dieren.
Sommige gebieden warmen sneller op dan andere. Zo stijgen de temperaturen in de poolgebieden veel sneller dan elders op aarde. Als de aarde twee graden warmer wordt ten opzichte van de periode 1850-1900, komen we op een kantelpunt aan, waarbij de opwarming van de aarde verstrekkende gevolgen heeft.
De permafrost dooit, waardoor er meer broeikasgassen in de atmosfeer komen; hierdoor versnelt de opwarming, waardoor er meer permafrost ontdooit.
Dit verschijnsel wordt ook wel positieve feedback genoemd, omdat het zichzelf versterkt.
Een ander voorbeeld van zelfversterkende feedback is het smelten van de poolkappen. Het ijs op de polen kaatst de stralen van zon terug de ruimte in, waardoor de temperatuur op aarde laag blijft. IJs en sneeuw kaatsen zo’n 90 procent van alle zonnestralen terug.
Als het ijs smelt, worden er minder stralen teruggekaatst en worden ze geabsorbeerd door de aarde. Hierdoor wordt het nog warmer. Dit verschijnsel noemen we arctische versterking.
De opwarming van de aarde kan grote gevolgen hebben voor iedereen
Het gesmolten poolijs zorgt ervoor dat de zeespiegel stijgt, wat weer een bedreiging vormt voor dichtbevolkte kustgebieden.
Hele stukken van de aarde worden onbewoonbaar en veel landen krijgen grote problemen met de drinkwatervoorziening.
Het weer verandert. Dankzij het warmere klimaat onstaan er steeds vaker orkanen, die daarnaast ook steeds krachtiger worden.
Opwarming vormt bedreiging voor dieren
De dierenwereld ondervindt ook de enorme gevolgen van de opwarming. Een groot aantal dieren krijgt te maken met volstrekt andere leefomstandigheden.
De ijsbeer is misschien wel het bekendste symbool van de opwarming van de aarde. Deze majestueuze witte beer gaat een onzekere toekomst tegemoet, omdat zijn jachtgebied verdwijnt. En dat niet alleen.
Volgens een onderzoek dat is verschenen in het tijdschrift Nature kan dit dier vanaf 2030 wel eens massaal uitsterven.
De gevolgen van de opwarming van de aarde hebben geleid tot een aanbeveling van het IPCC (de klimaatwerkgroep van de VN): alle landen in de wereld moeten hun CO2-uitstoot verminderen. Er is namelijk nog hoop als alle landen nu actie ondernemen.
Door middel van het Klimaatakkoord van Parijs verplichtten 197 landen zich ertoe om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden om te voorkomen dat de gevolgen uit de hand zouden lopen.