Als we de aarde als één geheel nemen, is er drinkwater tot in de eeuwigheid. Het water dat we drinken, of het nu uit de kraan komt, uit een fles of misschien wel rechtstreeks van de bron, is immers allemaal afkomstig van de neerslag, en er valt oneindig veel meer regen dan de totale mensheid ooit kan drinken.
Drinkwater is met andere woorden een hernieuwbare bron, in tegenstelling tot bijvoorbeeld olie en gas, die veel langzamer worden gevormd dan ze worden verbruikt. Lokaal kan er echter wel degelijk een gebrek zijn aan drinkwater. In sommige streken verdwijnt het drinkwater door droogte. Op veel andere plekken, met name in arme landen, is het beschikbare water bovendien zo vervuild dat het niet geschikt is om te drinken. Als het dan toch wordt gedronken, kan het een flinke bron van ziekten zijn.
Verder kan er zoveel water nodig zijn voor irrigatie, industrie en huishoudens dat er een gebrek aan schoon water ontstaat. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het Aralmeer in Centraal-Azië.