Boomsoorten hebben verschillende groeistrategieën, die voor- en nadelen kennen. Bomen die snel groeien, worden vaak niet zo oud als bomen die wat langzamer groeien, maar ze moeten ook een andere keuze maken, namelijk tussen snelle reproductie en lengte. De langlevende pioniers hebben het getroffen: ze groeien snel en ze worden oud. Ze planten zich echter een stuk langzamer voort dan hun kleinere buren.
Onze huidige klimaatmodellen hebben alle bomen gelijk ingeschaald, zonder rekening te houden met de verschillende groeistrategieën. Daarom wordt het effect van langlevende pioniers niet op waarde geschat. Wetenschappers zijn van mening dat we deze bomen al vanaf de eerste levensfase goed moeten beschermen.
Oude bomen nemen geen CO2 meer op
Het formaat en de leeftijd zijn natuurlijk niet allesbepalend. Uit een ander onderzoek in het tijdschrift Nature blijkt namelijk dat sommige bomen stoppen met groeien en het opnemen van CO2 als ze een bepaalde leeftijd bereiken – ongeacht het CO2-gehalte in de omgeving.
Dit komt doordat de groei van een boom ook afhankelijk is van de hoeveelheid aanwezige voedingsstoffen. Wetenschappers onderzochten Australische eucalyptusbomen die stopten met groeien omdat er niet meer genoeg fosfor in de grond zat.
Met betrekking tot het CO2-gehalte maakt het dus niet veel uit of de oude eucalyptusbomen blijven staan. Sterker nog, het zou zelfs lonend kunnen zijn om ze te kappen, als het zeker is dat ze bijvoorbeeld in de bouw worden gebruikt ter vervanging van beton.
De wetenschappers die het onderzoek hebben uitgevoerd plaatsen echter wel een kanttekening: er kunnen andere regels van toepassing zijn voor andere boomsoorten en gebieden waar de grond meer voedingsstoffen bevat. Wat betekent dit nu voor de grote pioniersbomen? Ze blijven misschien niet voor altijd CO2 aan de atmosfeer onttrekken, maar ze zuigen tijdens hun leven wel veel meer op dan hun buren.